22 M[aa]rt 07.
Karel,
Ik kon, om velerlei redenen, de tentoonstelling te Gent niet bijwonen:[1] ik kan niet weg hier, en ik heb geen geld meer om te reizen: voeg erbij dat ik aan verstopping-der-inspiratie-ader voor de Rotte lijd... 'k Moet me weer hervatten.
Van geld gesproken... Vanmorgen zetten ze me uit mijn bed, om een "gerecommandeerden" --- Vermeylen af te teekenen,[*] bevattende — geen gerechtelijk exploot, of zoo iets, maar — een postwissel van 32 frs., met de laconische mededeeling dat de Staart van Geertje laat is gekomen, en 't stukje dus waarschijnlijk tot 1 Mei zal moeten wachten. Wat vervelend is.[2]
Maar Vermeylen die — quel zèle — ook zich met de centen bemoeit![*] Ik was stom van verbazing.
Wat is er "niet serieus" Mariette? Dat gij "boosaardig" zijt? Neen, maar dat ge niet begrepen hebt dat er weeral wat achter zat van Ukkelsche kant, en verder dat ik mij in dat gemengd gezelschap niet thuis kan voelen...[3]
Schwamm drüber![4] We maken 't ons noodeloos moeilijk. Proficiat, dat ge secretaris-áf zijt.[5] Uw vertaling is heerlijk, Karel, schoon bij eerste lezing lastig om vatten soms. Maar bij een elliptisch dichter als Aeschylos zeker niet te vermijden.[6]
Ik woû dat wij in één stad woonden jongen — maar dan konden we niet Rotteren!...[*] Wilt ge geloven dat Verm[eylen] er nú nog van sprak, dat hij niet gekend was geworden in uw benoeming...[7]
Enfin, komt vast dien Zaterdag, dat we malkaar nog eens polsen kunnen. Dag Duo van ons hart!
Manuel
Annotations
[*] Een 'gerecommandeerde' brief is aangetekend verstuurd.
[2] 'Staart van Geertje': het slot van De Boms recensie over Geertje, de roman van Johan de Meester. Zie brief 139, noot 8.
[*] 'Quel zèle': wat een ijver.
[3] 'Niet serieus': zie het postscriptum van Mariette van Hende in brief 234. Ze verwees daarmee naar de passage in die brief in verband met Vermeylen, over wie De Bom hier ook spreekt wanneer hij het heeft over de 'Ukkelsche kant'. Dat Mariette 'boosaardig' zou zijn, moet wellicht gestaan hebben in een eerdere brief van De Bom, die niet is bewaard.
[4] 'Schwamm drüber': de spons erover.
[5] Na de machtsgreep van Vermeylen was Van de Woestijne geen redactiesecretaris van Vlaanderen meer.
[6] Zie brief 234, noot 3.
[*] 'Rotteren': schrijven voor de Nieuwe Rotterdamsche Courant. Als Van de Woestijne en De Bom in dezelfde stad zouden wonen, zou die krant geen reden meer hebben om hen allebei als correspondent in dienst te houden.
[7] Niet alleen Herman Teirlinck had zich geërgerd aan het feit dat hij niet was gecontacteerd om correspondent van de NRC te worden, ook Vermeylen vond het jammer dat De Bom het zaakje in alle stilte met Van de Woestijne had beklonken.
[8] De Bom antwoordt hiermee op de vraag van Van de Woestijne in brief 234 om in Antwerpen het werk van zijn broer Gustave en van Valerius de Sadeleer tentoon te stellen. De Bom heeft blijkbaar ooit voorgesteld om iets dergelijks te organiseren met de kunstkring Kunst van Heden, maar hij kreeg tegenwind van Richard Baseleer.
[9] 'Tante No': Nora de Bom.
[10] Over de betrouwbaarheid van deze transcriptie, zie de editieverantwoording van de correspondentie tussen Van de Woestijne en De Bom ('Transcriptie van andere bronnen dan originelen').
