<Resultaat 1234 van 1419

>

BLANKENBERGHE 5 SEPT 1907 10-11
Aan WelEdelGeboren Heer
Emman[uel] de Bom
Verslaggever over de Werkstaking
op de booten.
Antwerpsche Steenweg, te
te Cappellen-Antwerpen.
CAPPELLEN 5 SEPT 1907 17-18
 
Beste Manuel
Wij dobberen, voor een dag of twintig nog, op een pleksken van den Oostelijken kant onzer zeekust: te Uytkerke, een stapke van Blankenberghe,[1] op de lange baan naar Brugge — precies een straat in Zeeland —, vóor de zeer schoone kerk en het kerkhof dat plezierig ligt in zijn dubbelen tuin van gesneden lindekens (En mijn adres is:
Gasthof "ten Zwarten Leeuw"
te Uytkerke
bij
Blankenbergen)
Ik werk aan allerleis: verzen (voor "Vl[aanderen]")[2] een "Beeld van Vlaanderen: inleiding tot de gedichten,"[3] en "Victor dela Montagne."[4] Voor dit laatste heb ik u noodig en verwacht van u cito antwoord op het volgende:
Wanneer verscheen de eerste uitgaaf der Verzen?[5] Kunt ge me die 1e uitgaaf niet in bruikleen sturen?
Hebt ge onder uwe boeken niet: Onze Dichters, 1830-1880 door Coopman en den Lamme?[6] En kunt ge me dat ook voor een week of zoo leenen?
— Zonder dat al kan ik niet voort, en hier in Uytkerke kan ik me dat niet aanschaffen. Vooreerst, er zijn geen boekhandelaars hier, en ten tweede, ze hebben dat niet in magazijn. (Bewonder hoe de zeewind mijne logische vermogens verscherpt heeft!)
Ik staak hier dit proza, eerst omdat ik niet van plan was u heden méer te schrijven, en tweedens om u niet van uwe werkstaking af te trekken.[7]
En, gelijk Streuvels zelfs,[8] wij groeten u minzaam, u en Nora
Uw
Karel.

Annotations

[1] Uytkerke (nu Uitkerke) ligt op ruim een kilometer van de kust van Blankenberge, waarvan het in 1970 een deelgemeente werd.
[2] Wellicht gaat het om de gedichten die onder de titel 'Late zomer aan de zee I-VI' in het allerlaatste nummer van Vlaanderen (december 1907) zijn verschenen (p. 529-535).
[3] De tekst is nooit verschenen.
[4] De tekst is nooit verschenen.
[5] Van de Woestijne bedoelt wellicht de Gedichten van Victor dela Montagne, die in 1882 voor het eerst verschenen. In 1907 verscheen bij de Maatschappij voor Goede en Goedkoope Lectuur een nieuwe druk van deze bundel, ingeleid door Emmanuel de Bom. De Bom publiceerde de tekst in maart 1907 ook in Vlaanderen (p. 108-115).
[7] Een aantal mistoestanden in de Antwerpse haven hadden ertoe geleid dat de dokwerkers op 6 augustus 1907 het werk hadden neergelegd. Toen hun voornaamste eis — 1 frank loonsverhoging per dag — geweigerd werd, staken ze op 4 september de houtstapels achter het Mexico-dok in brand, met grote schade tot gevolg. De Bom volgde de evolutie van het conflict voor de NRC op de voet en publiceerde er talloze artikelen over. Een groot deel van de burgerlijke publieke opinie keerde zich dankzij de aandacht van de media meer en meer tegen de paternalistische reders en koos partij voor de hongerige en verbitterde arbeiders. De staking zou tot 24 september blijven duren, en eindigen met een onduidelijke winnaar: de arbeiders werden gesust met minder dan ze vroegen, maar de staking had er wel voor gezorgd dat de socialistische en de christelijke vakbewegingen zich voorgoed hadden georganiseerd. Zie Karel van Isacker, Meesters en huurlingen. De staking van 1907 aan de haven van Antwerpen, Nederlandsche Boekhandel, Antwerpen, 1962. Naar deze feiten verwijst ook de vermelding 'Verslaggever over de Werkstaking op de booten' op de omslag van de brief, onder de naam van De Bom.
[8] Uit enkele brieven die Van de Woestijne voordien aan De Bom had geschreven (o.m. brief 241 en brief 257) was al gebleken dat zijn relatie met Streuvels wat verwaterd was geraakt, maar ook dat daarin sedert april 1907 verandering was gekomen en de twee schrijvers elkaar opnieuw 'gevonden' hadden. Het woord 'zelfs' in deze slotgroet moeten we wellicht in deze context interpreteren.

Register

Naam - persoon

Bom-Aulit, Eleonora (Nora) de (° 1879 - ✝ 1955)

Na een kortstondige relatie met Lode Ontrop huwde ze op 24 augustus 1901 met Emmanuel de Bom. Door haar permanent wankele gezondheid en de hoge mate waarin ze beïnvloed was door de (waan-)ideeën van 'waterdokter' Alwyn van Son, bleef het huwelijk echter 'in alle betekenissen van het woord onvruchtbaar'.

Coopman, Theophiel (° 1852 - ✝ 1915)

Vlaamse auteur van liederen en gedichten, die onder meer in Van Nu en Straks zijn verschenen. Was medestichter (met Victor dela Montagne) van het tijdschrift Nederlandsche Dicht- en Kunsthalle (1878-1897) en co-auteur (met L. Scharpé) van de Geschiedenis der Vlaamsche letterkunde van het jaar 1830 tot heden (1899-1910). Met Dela Montagne stelde hij ook de bloemlezing Onze dichters. Een halve eeuw Vlaamsche poëzie 1830-1880 (1880) samen.

Montagne, Victor dela (° 1854 - ✝ 1915)

Bibliofiel, dichter en vriend van Emmanuel de Bom, die in 1907 zijn twee dichtbundels heeft heruitgegeven. Medestichter van het Tijdschrift voor Boek- en bibliotheekwezen. Hij vervulde verscheidene functies binnen het Ministerie van Justitie, waarvan hij uiteindelijk directeur werd.

Streuvels, Stijn (° 1871 - ✝ 1969)

Pseudoniem van: Frank Lateur.

Bakker van opleiding, maar als prozaschrijver bekend geworden in tijdschriften als Van Nu en Straks, De Gids en De Nieuwe Gids. Hij was een vriend van Van de Woestijne en (vooral) van De Bom. Samen met hen stichtte hij het tijdschrift Vlaanderen (1903-1907). De vlaschaard (1907) en De teleurgang van den waterhoek (1927) zijn twee van zijn bekendste romans.

Naam - uitgever

Titel - krant/tijdschrift