<Resultaat 1398 van 1419

>

Beste,
Al heb ik rechtstreeksche en persoonlijke redenen om geen gemeenschap meer te wenschen met Gust[ave] van Hecke, met wien ik afbrak geheel uit eigen wil en zonder dat de minste derde persoon daar voor iets tusschen is;[2] al laat sedert dien Gust[ave] van Hecke niet na me te beleedigen, — toch zou ik hem in niets willen benadeeligen. Mijn treden uit "de(n) Boomgaard" is daar het schoonste bewijs van. En dat ik u ten stelligste aanraad, voor hem al te doen wat ge kunt, moge een nieuw bewijs zijn. Wat ik aan Gust[ave] van Hecke verwijt, sluit geenszins "eerlijkheid" in den engeren zin van het woord uit. Alleen stroken zijne zeden niet met mijne zedelijke opvattingen: behalve eene groote lichtzinnigheid en veel drift heb ik hem daarbuiten niets aan te wrijven. Zoodat ge hem gerust aanbevelen kunt voor een of anderen post. Ik wensch dat gij er in slagen moogt, hem ergens te plaatsen, vermits ik niet beter vraag dan hem gerust te zien, en in staat zijne gezondheid te verzorgen.
Ziedaar wat ik u aangaande Gust[ave] van Hecke meen te moeten zeggen. Toon hem dit briefje gerust: hij leert er misschien uit, mij voor wat minder kleinzielig te houden dan uit een brief aan mij blijkt. Tenzij hij in mijne tegenwoordige woorden een terugtrekking zag van hetgeen ik hem verwijt: waarin hij zich vergissen zou...
Ik schrijf in aller haast, bij ontvangst van uw brief. Neem me niet kwalijk dat ik zoo kort ben, en doe ons drieër beste salutaties bij Nora na.
Van harte
Uw
Karel.
Over 't Congres leest ge mij natuurlijk in 't lange en in 't breede. Gij zijt er natuurlijk niet in vergeten![3]
Beste Manuel, doe toch voor G[ust ]v[an ]H[ecke] wat ge kunt, ge weet dat Karel soms een beetje eng is, en voelt alles zoo anders, en 't is toch spijtig dat er ruzie met den jongen moest komen, (Karel heeft dit woordje niet gelezen, spreek er hem maar niet over)
Vele groeten aan Nora wilt ge

Annotations

[1] In de rechtermarge van de tweede bladzijde waarop deze brief is geschreven, staat een aantekening van Van de Woestijne die mogelijk de aanhef is van een gedicht. Er staat weliswaar niet meer dan: 'De andere / o weet: mijn'. In het licht van de inhoud van deze brief worden deze marginalia wel interessant: wilde Van de Woestijne een gedicht aan het buitenechtelijke avontuur van zijn vrouw wijden? Zo een gedicht is alleszins niet gepubliceerd of bewaard.
[2] Van de Woestijne doelt op de buitenechtelijke relatie die kortstondig zou hebben bestaan tussen zijn echtgenote en P.G. van Hecke. Zie brief 280 (noot 7) en brief 288 (noot 7).
[3] Van de Woestijne antwoordt in dit postscriptum op de vraag die De Bom in brief 291 stelde in verband met Van de Woestijnes verslag over het 'Dertiende Vlaamsch natuur- en geneeskundig congres'. Van de Woestijne schreef deze uitvoerige tekst (waarin De Bom inderdaad vermeld wordt) op 20 september 1909. De dag nadien werd hij in de NRC gepubliceerd. Van de Woestijne blikt in die tekst ook terug op de opvoering van Elckerlyc door Het Tooneel van Willem Royaards. Interessant is dat hij in die passage vermeldt dat de opvoering (op 18 september) voor Het Tooneel het debuut betekende van actrice Stella van de Wiele. Zij was de vriendin van Gustave van Hecke, en het is over diens affaire met Van de Woestijnes eigen vrouw dat deze brief handelt.

Register

Naam - persoon

Bom-Aulit, Eleonora (Nora) de (° 1879 - ✝ 1955)

Na een kortstondige relatie met Lode Ontrop huwde ze op 24 augustus 1901 met Emmanuel de Bom. Door haar permanent wankele gezondheid en de hoge mate waarin ze beïnvloed was door de (waan-)ideeën van 'waterdokter' Alwyn van Son, bleef het huwelijk echter 'in alle betekenissen van het woord onvruchtbaar'.

Hecke, Paul-Gustave van (° 1887 - ✝ 1967)

Gentse prozaschrijver en dichter die ook als journalist en criticus werkte. Hij was redacteur van de tijdschriften De boomgaard en Het roode zeil, maar ook van de Franstalige avant-garde tijdschriften Sélection en Variété.

Royaards, Willem (° 1867 - ✝ 1929)

Nederlandse acteur en regisseur, die met de N.V. Het Tooneel door heel Nederland en Vlaanderen reisde, voornamelijk om de toneelstukken van Vondel op te voeren.

Woestijne-Van Hende, Maria (Mariette) van de (° 1884 - ✝ 1968)

Echtgenote van Karel van de Woestijne. Ze trouwden op 13 februari 1904 en kregen samen een zoon (Paul) en een dochter (Lily). Dochter van een echtpaar dat in het centrum van Gent een zaak had waar spiegels werden gemaakt en verkocht.

Titel - krant/tijdschrift

Naam - instituut/vereniging