<Resultaat 1277 van 1419

>

BRUXELLES (NORD) 10 JUIN 10 19-20
EXPRES
EXPRES
den Heer Emm. de Bom
Huize ten Heuvel
Calmpthout
bij Antwerpen.
CALMPTHOUT 11 JUIN 1910
 
Beste der vrienden, — de plaats is: die, opengelaten in het Ministerie voor Wetenschap en Kunst door het ontslag van den heer Rutten, broeder van den befaamden Pater Rutten;[1] zijn werk was: afdeeling van het beheer der Vlaamsche letterkunde (subsidies, keuring en verzending der boeken voor Bibliotheken enz); Rutten was bureelhoofd en trok, geloof ik, ongeveer 4500 frank; vooruitzicht: bestuurder der [Vlaamsche][2] letteren (voor zoover zoo'n bestuur wordt gesticht waar sedert vier jaar spraak van is.) Of ik aan de Rott[e]r[dammer] blijven kan, hangt natuurlijk van den Minister af.[3] Word ik benoemd zonder meer, d.i., zonder voorwaarden, dan blijf ik natuurlijk aan de Rotte, mits verlichting van arbeid misschien. Enfin, daar zou bij de redactie misschien iets op te vinden zijn.
Als gij bij den Minister gaat, dring dan, bid ik u, niet aan op al te groote vrijheid. De plaats die ik aanvraag is nu juist geen sinecuur. Maar 'tgeen dáar te doen is, zou ik met plezier en geweten kunnen volbrengen. Volle vrijheid als journalist zullen ze me heel zeker niet verleenen; dring daar niet te veel op aan. Eenmaal benoemd, kan ik het echter wel zóo inrichten, dat ik aan de Rotte voldoende vrijheid behou.
Voor mij is, ge begrijpt het, de eerste vraag: deze benoeming te verkrijgen, die mij de toekomst verzekert. Ik ben aan de Rotte zeer gehecht, gij weet het. En daarom doe ik natuurlijk mijn best om er aan te kunnen blijven. Maar hoofdzaak blijft: eene bestendige plaats krijgen, die pensioen geeft (ik heb zoo'n sterke gezondheid niet, dan dat ik daar niet aan denken zou)...
Ik zeg u dit misschien een beetje brutaal. Maar 't is voor mij een levens zaak. Kunt ge van Delbeke verkrijgen dat hij mij steunt,[4] dan doet ge weer wat gij gedaan hebt door mij aan de Rotte te doen benoemen: gij helpt ons uit een groote moeilijkheid. Geloof wel dat wij er u dankbaar voor zijn...
Van harte, en hartelijk gemeend,
Uw
Karel.
ik zal niets zeggen hoor, Beste Manuel, ik ben zoo'n groote vuile muil niet. Dank zij op voorhand.
en van harte
Uw Marjet.
dag Nora!

Annotations

[1] Van de Woestijne had zijn oog laten vallen op een vrijgekomen betrekking bij de overheid. De 'befaamde broeder' van de ambtenaar van wie de plaats vrijkwam, was pater Ceslas (Georges) Rutten.
[2] Het woord is door Van de Woestijne zelf tussen vierkante haken geplaatst.
[3] Van de Woestijne bedoelt wellicht Frans Schollaert, die in deze periode niet alleen premier was, maar ook minister van Kunst en Wetenschappen. Voor die laatste functie had hij in 1910 Edouard Descamps-David vervangen.
[4] Van de Woestijne bedoelt August Delbeke, die evenwel minister was van Openbare Werken en dus niet van Kunst of Wetenschappen.

Register

Naam - persoon

Bom-Aulit, Eleonora (Nora) de (° 1879 - ✝ 1955)

Na een kortstondige relatie met Lode Ontrop huwde ze op 24 augustus 1901 met Emmanuel de Bom. Door haar permanent wankele gezondheid en de hoge mate waarin ze beïnvloed was door de (waan-)ideeën van 'waterdokter' Alwyn van Son, bleef het huwelijk echter 'in alle betekenissen van het woord onvruchtbaar'.

Delbeke, August (° 1853 - ✝ 1921)

Advocaat en politicus voor de Meeting-, en later de Katholieke Partij. Minister van Openbare Werken tussen 1 mei 1907 en 5 augustus 1910.

Descamps-David, Edouard (° 1847 - ✝ 1933)

Hoogleraar volkenrecht in Leuven tussen 1872 en 1881. In 1892 werd hij voor het eerst senator, en tussen 1907 en 1910 was hij Minister van Kunsten en Wetenschappen.

Rutten, Georges Albert (kloosternaam: Ceslas) (° 1875 - ✝ 1952)

Nadat hij in 1890 bij de dominikanen was ingetreden en zes jaar later doctor in de theologie was geworden, profileerde hij zich steeds meer als sociale voorvechter. In 1904 richtte hij het Algemeen Secretariaat der Christene Beroepsverenigingen op, waaruit nadien het Algemeen Christelijk Vakverbond en het Algemeen Christelijk Werknemersverbond zijn ontstaan.

Schollaert, Frans (° 1851 - ✝ 1917)

Katholieke staatsman. Hij was Eerste Minister van België van januari 1908 tot juni 1911. Hij was ook Minister van Binnenlandse Zaken (1895-1899 en 1908-1911), Kunsten en Wetenschap (1910-1911) en Landbouw (1910).

Woestijne-Van Hende, Maria (Mariette) van de (° 1884 - ✝ 1968)

Echtgenote van Karel van de Woestijne. Ze trouwden op 13 februari 1904 en kregen samen een zoon (Paul) en een dochter (Lily). Dochter van een echtpaar dat in het centrum van Gent een zaak had waar spiegels werden gemaakt en verkocht.

Titel - krant/tijdschrift