<Resultaat 1281 van 1419

>

Beste Karel, — Hierbij een kieken — poulet — van onzen vriend Delbeke. Moge hij den Dirigeable gedirigeerd hebben.[1] — Ik kom einde Augustus... voor 8 dagen naar Brussel!... De Meester vroeg me of ik het Congrès de bibliographie et de documentation (25-26-27 Aug[ustus]) wou "verslaân".[2] Het zal me solaes zijn, antwoordde ik, dood-verveeld, maar opgeruimd bij de gedachte dat ik me weer onder "wetenschappelijke" menschen zou mogen bevinden. We zullen elkaar dus nog al wat te vertellen hebben. Trouwens zal de Meester voor een maand te Ukkel zijn van 15 Oogst af. — 't Wordt de Nieuwe Ukkelsche Courant. — Ondertusschen zal Nora met mâ nebst Schwester gaan uitrusten in Scharzwald, waar ik haar na die congressen zal gaan halen om Rijn-afwaarts huistoe te gaan.[3]
Gisteren hier bestuursverg[adering] Letterkundigen. Tot mijn verbazing kwamen daar Vermeylen (aller sjarmantst) en Teirlinck. Beiden hebben me, zooals Dürer in zijn dagboek vertelt, zu guten Essen eingeladen.[4] Dat is in geen jaren gebeurd te Ukkel.... Maar, eind Aug[u]s[tus] is Gust er niet...Te Linkebeek loop ik gaarne aan.[5]
Verl[eden] Vrijdag heeft Rip[6] op een verg[adering] van de Antw[erpsche] journalisten voorgesteld, aan de stad te schrijven om de ambtenaars-journalisten v. de bibliotheek last te geven zich binnen de uren van dienst met hun dienst en niet met journalistiek bezig te houden... Ch[arles] Bernard heeft gedreigd zijn ontslag te nemen, als ze die mouchardise plegen.[*] En Jan v[an] Menten, president, heeft de zaak tot v[o]lg[ende] vergadering verschoven. Ik heb L[oui]s Franck en M[ax] Rooses gesproken. De eerste (grootsprakig, helaas, en niets doende!) "staat in" voor de Stad. (Daar komt niets van). En Max Rooses zal met de mannen v.d. N[ieuwe] Gazet klappen: hij vond het heel dom van Rip, en "weinig edelmoedig" (sic) zeid­i. — We zijn hier goed geleverd. Prachtige brief v[an] de Meester: de hoofdred[acteur] bewondert de Vl[aamsche] correspondenten — en heeft de bescherming der Ned[erlandsche] pers in handen van mr. Tydeman gegeven...[7] Maar de knoop zit 'm hier op 't stadhuis, waar de antw[erpsche] journaleux een schrikbewind voeren: ze zijn bang als wezels van die maîtres-chanteurs.[*] Ik hoop van allen 't beste. Maar 't hindert me dat ik misschien tot diplomatie zal gedwongen worden. Bij de eerste gelegenheid vertel ik u met bijzonderheden de ontvangst ten stadhuize. Als de zaak inderdaad zoover komt stel ik RIP ten toon voor heel Nederland. Mag gebeuren wat wil. Te R[otterdam] zijn we vrijgevochten.
Rooses schreef me buitengewoon vriendelijk na mijn brief in 't H[andels]bl[a]d (hierbij gaat hij): excuus mijn brieven onbeantwoord gelaten te hebben, overlast met werk, zal a.s. week antwoorden... Kurieus toch.[8]
Nora is wel onder den indruk van meiden-geschiedenis: zoo iets haalt af. De 15 à 16 jarige kan niet koken. We zullen een andere zoeken, ondertusschen vermoeit zij zich meer dan goed is. Zij hoest ook nog tamelijk veel.[9]
Sedert 2, 3 weken ben ik ook van streek: veel hoofdpijn, maag, darmen, lenden — ik geloof dat luchtverandering en vacantie misschien goed zullen doen.
Van hak op tak: den 18 Sept[ember] bijeenkomst Vl[aamsche] & Holl[andsche] schrijvers in Terminus. De groote Vl[aamsche] dag. Dat kan goed worden, en we moeten er allen zijn.[10]
Deze brief heeft me veel moeite gekost.
Aldus gedaan, binnen de uren van den dienst, ter boekerije, en altijd zonder schrijfdrift, door uw u drieën groetenden
Manuel

Annotations

[1] De Bom heeft het over August Delbeke. 'Un poulet' betekent in het Frans niet alleen 'een kip', maar ook 'een kattebelletje'. De Bom speelt hier met die twee betekenissen. 'Den dirigeable': zie brief 282, noot 4. Het briefje van Delbeke is niet bewaard, maar we kunnen hieruit afleiden dat hij beloofd heeft om zijn invloed te gebruiken om Van de Woestijne aan een baan te helpen (zie brief 303, noot 4).
[2] Dit Brusselse congres ging onmiddellijk vooraf aan een ander meerdaags congres, namelijk het Internationaal Congres van Archivarissen en Bibliothecarissen. Zowel De Bom als Van de Woestijne waren van de partij en berichtten er (onder meer) in de NRC over.
[3] De Bom zou uiteindelijk toch meteen met haar meereizen. Ze bezochten onder meer Keulen, Bonn, Heidelberg, Baden en Freiburg im Breisgau. Ze vertrokken omstreeks begin augustus. De Bom was terug voor de twee congressen in Brussel, Nora kwam op 1 september laat op de avond terug thuis.
[4] In 1910 was er pas een herdruk verschenen van Albrecht Dürers schriftlicher Nachlass: Familienchronik, Gedenkbuch, Tagebuch der niederländischen Reise, Briefe, Reime, Auswahl aus den theoretischen Schriften; herausgegeben von Ernst Heidrich, Geleitwort von Heinrich Wölfflin (Bard, Berlijn). De Bom citeert wellicht daaruit. 'Zu guten Essen eingeladen': uitgenodigd voor lekkere etentjes.
[6] Rip: August Monet.
[*] 'Mouchardise': verraad, geklik, spionage.
[7] De brief van De Meester is niet bewaard. Met 'Tydeman' bedoelt Van de Woestijne wellicht Meinard Tijdeman.
[*] 'Maîtres-chanteurs': afpersers, chanteurs.
[8] De brief van Rooses dateert van 12 juli 1910 en wordt bewaard in het Letterenhuis (R 704; 91723/14). Het artikel in het Handelsblad waarnaar De Bom in deze brief verwijst, is 'De ontmanteling van de hoofdkerk', en verscheen op 11 juli. Rooses werd in dat artikel vermeld. Zie ook brief 300 (noot 3) en brief 301 (noot 4).
[9] Het echtpaar De Bom moest het al een poosje zonder (goede) meid stellen (zie de slotgroet van brief 306). Op 7 juli 1910 had De Bom aan Streuvels geschreven: 'We hebben in 't slameur gezeten en nog: meid ewech, nieuwe (15 jaar) in de leer, verder schilders, en Cappellensch volk in huis weken-lang. Nora is wat onder den voet: keel en hoest, helaas'. 'Zoo iets haalt af': zo iets kruipt in de kleren, zo iets werkt op het humeur.
[10] Op 18 september vergaderden de Vlaamse leden van de VVL samen met hun collega's uit Nederland. De bijeenkomst vond niet plaats in Terminus, maar in het Groot Koffiehuis in de Antwerpse Van Stralenstraat. Ondanks De Boms hoop op een talrijke opkomst stuurden vele Vlamingen hun kat. Zie Schrijvenderwijs. Vijfenzeventig jaar Vereniging van Vlaamse Letterkundigen 1907-1982 (VVL, Soethoudt, 1982) p. 72. De daar genoemde datum van de vergadering (17 september) klopt echter niet.

Register

Naam - persoon

Bernard, Charles (° 1875 - ✝ 1961)

Franstalige journalist. Hij schreef vooral kunstkritische stukken, maar publiceerde ook scheppend proza. In 1901 had Van de Woestijne met Bernard te maken gekregen in diens hoedanigheid van advocaat. Bernard was toen opgetreden als Victor de Meyeres raadsman in een dispuut met Van de Woestijne over een niet betaalde rekening.

Bom-Aulit, Eleonora (Nora) de (° 1879 - ✝ 1955)

Na een kortstondige relatie met Lode Ontrop huwde ze op 24 augustus 1901 met Emmanuel de Bom. Door haar permanent wankele gezondheid en de hoge mate waarin ze beïnvloed was door de (waan-)ideeën van 'waterdokter' Alwyn van Son, bleef het huwelijk echter 'in alle betekenissen van het woord onvruchtbaar'.

Delbeke, August (° 1853 - ✝ 1921)

Advocaat en politicus voor de Meeting-, en later de Katholieke Partij. Minister van Openbare Werken tussen 1 mei 1907 en 5 augustus 1910.

Dürer, Albrecht (° 1471 - ✝ 1528)

Duitse schilder en tekenaar die ook houtsneden en kopergravures maakte.

Franck, Louis (° 1868 - ✝ 1937)

Na een academisch ambt en een baan als advocaat begon hij in 1906 een bloeiende politieke carrière als liberale volksvertegenwoordiger voor Antwerpen. Franck voerde de verdediging van Emmanuel de Bom in 1895, nadat hij Nederlands had gesproken tijdens de zondagsoefeningen van de burgerwacht. Zijn vurige pleidooi leidde tot de vernederlandsing van de burgerwacht.

Meester, Johan de (° 1860 - ✝ 1931)

Prozaschrijver en journalist. Tussen 1886 en 1891 was hij vanuit Parijs correspondent voor het Handelsblad, om vervolgens tot 1927 als criticus te werken voor de Nieuwe Rotterdamsche Courant. Het proza van De Meester (o.m. Een huwelijk, 1890 – Zeven vertellingen, 1899 – Louise van Breedevoort, 1903 en Geertje, 1905) is vaak neerslachtig van toon.

Menten, Jan van (° 1865 - ✝ 1945)

Journalist die vanaf 1886 voor Het Handelsblad werkte en in 1901 hoofdredacteur van die krant werd. Zijn artikelen ondertekende hij met het pseudoniem Taxander. Hij was mede-oprichter van de Bond der Belgische Drukpers en stond aan de leiding van de Bond der Katholieke Dagbladschrijvers van België.

Monet, August (° 1875 - ✝ 1958)

Journalist die ook publiceerde onder de naam 'Rip'. Hij was hoofdredacteur van De nieuwe gazet, die liberaal gezind was.

Rooses, Max (° 1839 - ✝ 1914)

Liberale flamingant. Hij was de eerste conservator van het Museum Plantin-Moretus. Als 'eerste Vlaamse kunsthistoricus' publiceerde hij enkele belangrijke werken over Plantin en Rubens.

Streuvels, Stijn (° 1871 - ✝ 1969)

Pseudoniem van: Frank Lateur.

Bakker van opleiding, maar als prozaschrijver bekend geworden in tijdschriften als Van Nu en Straks, De Gids en De Nieuwe Gids. Hij was een vriend van Van de Woestijne en (vooral) van De Bom. Samen met hen stichtte hij het tijdschrift Vlaanderen (1903-1907). De vlaschaard (1907) en De teleurgang van den waterhoek (1927) zijn twee van zijn bekendste romans.

Teirlinck, Herman (° 1879 - ✝ 1967)

Auteur van romans, poëzie en theater. Heeft zowel aan Van Nu en Straks, Vlaanderen als aan het Nieuw Vlaams Tijdschrift meegewerkt, waardoor hij als het ware een halve eeuw de literatuur en de geest van de Van Nu en Straks'ers heeft voortgezet. Samen met Van de Woestijne publiceerde hij in 1928 de brievenroman De leemen torens.

Tijdeman, Meinard (° 1854 - ✝ 1916)

Nederlandse politicus die tot de conservatieve vleugel van de liberalen behoorde. Vanaf de oprichting in 1906 tot aan zijn dood was hij zowel voorzitter van de Bond als van de vrij-liberale kamerfractie. Hij was ook voorzitter van de Nederlandsche Afdeeling der Nederlandsch-Belgische Commissie, die een bijdrage wilde leveren aan de verbetering van de betrekkingen tussen beide landen.

Vermeylen, August (° 1872 - ✝ 1945)

Aanvankelijk sterk anarchistisch geïnspireerde en non-conformistische schrijver die het vooral moest hebben van zijn essays. Tot zijn voornaamste bijdragen aan Van Nu en Straks (waarvan hij in een aantal opzichten de geestelijke leider was) behoren behalve zijn literaire kronieken ook zijn opstellen Kritiek der Vlaamsche Beweging en Kunst in de vrije gemeenschap. Van de Woestijne had een ambigue relatie met hem. Hij noemde Vermeylen in een brief aan Lode Ontrop een 'groot dilettant, die zich veel vergist maar toch steeds verstandelijk-interessant blijft'. Vermeylen wordt vaak verweten dat hij zich na de eeuwwisseling steeds meer conformeerde. Na de Eerste Wereldoorlog koos hij voor een carrière in de politiek en werd hij een boegbeeld van de socialisten.

Titel - krant/tijdschrift