<Resultaat 1282 van 1419

>

Beste
Ja, een beetje beter; dank u... Ik ben maar drie dagen in Ertvelde geweest,[1] maar de verandering van lucht heeft toch dit gevolg gehad, dat mijne maag weêr in orde is gekomen; wat al veel is!... Stillekens aan entraineer ik mij nu om vrijdag a[anstaande] weêr correspondent van de Rotte te worden.[*] Morgen moet ik peetje gaan zijn bij Gustaaf: zijne vrouw is met een dochter verrijkt...[2]
In mijne afwezigheid heeft Mariette verwaarloosd, de N.R.Ct. te koopen. Zij kent dus die brief niet van u, waarin zij voorkomt, als het-kieken-zeer-lief-hebbende.[3] Kunt gij haar het genoegen doen, haar dit hoofdstuk uwer anthume werken,[*] was het ook maar in leen, te bezorgen? Zij stort op voorhand tranen van dankbaarheid.
Of we op 18en naar Antwerpen komen? Mag sein, — maar ik vrees van niet.[*] Was dat een vergaêrinkske onder ons: dán, heel zeker... Maar met al die "zoetwater-mossels", zooals Thilde Teirlinck zegt...[4] Het lokt me weinig aan... En daarenboven: ben ik waarlijk een Noord- en Zuid-Nederlandsche letterkundige, gelijk Ary Delen, Adolf Herckenrath, Jan van den Arend, Benno Vos, die gezamenlijke beroepsbelangen hebben? Ik vrees erg van niet!... En dan: le coeur a ses raisons...[5]
Ge vindt me zwartgallig en bitter-ironisch misschien? 't Is dat ik aan een groot artikel over Theo van Rijsselberghe moet beginnen....[6]
Nora, stel het al wel, en de goede continuatie met de beterschap. Mariette stuurt u hare lieflijkste groeten, alsook aan u, Immanuël, waarbij zich de gratie voegt van uw
Karel

Annotations

[1] In het begin van september 1910 ging het psychisch en fysiek met Van de Woestijne niet goed. Daarom verbleef hij enkele dagen bij Firmin van Hecke in Ertvelde.
[*] 'Entraineer' (vgl. Fr. 'entraîner'): oefen. Van de Woestijne had eind augustus enkele zeer drukke dagen als correspondent van de NRC gehad, onder meer naar aanleiding van de twee congressen waarvan sprake in de vorige brieven en de nasleep van de brand die op 14 augustus een deel van de Wereldtentoonstelling had verwoest. Tussen 31 augustus en 21 september verscheen er van hem echter geen enkele bijdrage in de Nederlandse krant.
[2] Op 5 september 1910 werd in Leuven Maria Johanna van de Woestijne, de dochter van Karels broer Gustave, geboren. Karel was dooppeter ('peetje') van het kind, dat hij bedacht met de koosnaam Styne (van: Woestijne).
[3] Het derde deel van De Boms artikelenreeks 'Internationaal Congres van Archivarissen en Bibliothecarissen' verscheen op 2 september 1910 in de NRC, en begon met een allusie op de gevleugelde woorden die Mariette van de Woestijne-Van Hende ooit had uitgesproken tijdens een feestmaal: 'Ik heb het kieken zeer lief'. Zie brief 32, noot 4.
[*] 'Anthume': tijdens het leven (antoniem van 'postuum').
[*] 'Mag sein': (D.) misschien.
[4] Van de Woestijne bedoelt Mathilde Teirlinck-Lauwers.
[5] Van de Woestijne verkort de uitdrukking: 'Le coeur a ses raisons que la raison ne connaît point' (het hart heeft zijn redenen, die de rede niet kent). De spreuk komt uit de Pensées van Blaise Pascal.
[6] De tekst over de schilder Theo van Rysselberghe is nooit verschenen.

Register

Naam - persoon

Arend, Jan van den

Vlaamse theaterauteur, die vooral actief was in het eerste decennium van de twintigste eeuw.

Bom-Aulit, Eleonora (Nora) de (° 1879 - ✝ 1955)

Na een kortstondige relatie met Lode Ontrop huwde ze op 24 augustus 1901 met Emmanuel de Bom. Door haar permanent wankele gezondheid en de hoge mate waarin ze beïnvloed was door de (waan-)ideeën van 'waterdokter' Alwyn van Son, bleef het huwelijk echter 'in alle betekenissen van het woord onvruchtbaar'.

Delen, Ary (° 1883 - ✝ 1960)

Antwerpse kunsthistoricus en schrijver, die deel uitmaakte van het anarchistisch geïnspireerde genootschap dat vergaderde in 'De Kapel' op de Falconrui in Antwerpen.

Hecke, Firmin van (° 1884 - ✝ 1961)

Oost-Vlaamse dichter. Hij was een van de stichters van het het tijdschrift De boomgaard, en was ook redacteur van Nieuw Leven en Het roode zeil. In 1925 kreeg hij de Staatsprijs voor Vlaamse Poëzie.

Herckenrath, Adolf (° 1879 - ✝ 1958)

Dichter, toneelschrijver, boekhandelaar en drukker. Hij was een klasgenoot van Van de Woestijne, en vooral tijdens hun jeugd waren ze goed bevriend. Van de Woestijnes Laethemsche brieven over de lente zijn aan hem gericht.

Rysselberghe, Theo van (° 1862 - ✝ 1926)

Belgische schilder, decorateur en illustrator.

Teirlinck-Lauwers, Mathilde (° 1878 - ✝ 1928)

Eerste echtgenote van Herman Teirlinck, met wie ze trouwde in 1902. Ze had Terilinck ontmoet tijdens hun studies aan de universiteit van Gent. Na haar dood zou Teirlinck nog hertrouwen met Anna Hoofmans.

Vos, Benno (° 1885 - ✝ 1924)

Nederlandse schrijver.

Woestijne, Gustave van de (° 1881 - ✝ 1947)

Van zijn drie broers had Karel van de Woestijne met Gustave het beste contact, al was het maar omdat ze beiden artistieke aspiraties hadden. Na hun jeugdjaren in Gent vestigden ze zich in 1900 in Sint-Martens-Latem en werden ze spilfiguren van de eerste groep Latemse kunstenaars. Gustave groeide uit tot een van de bekendste Vlaamse schilders van de twintigste eeuw.

Woestijne-Van Hende, Maria (Mariette) van de (° 1884 - ✝ 1968)

Echtgenote van Karel van de Woestijne. Ze trouwden op 13 februari 1904 en kregen samen een zoon (Paul) en een dochter (Lily). Dochter van een echtpaar dat in het centrum van Gent een zaak had waar spiegels werden gemaakt en verkocht.

Titel - krant/tijdschrift