<Resultaat 1285 van 1419

>

[] (DEUX PONTS) 20 OCTO 1910
den Heere, en Mevrouw E. De Bom
Huis ten Heuvel
Calmpthout
b[ij] antwerpen
[CALM]PTHOUT 20 OCTO 1910 17-18
 
Beste Nora, beste Manuel.
Van morgend, nog in 't bed, Manuel zijn lieven brief ontvangen;[1] het doet ons onuitsprekelijk veel genoegen te vernemen dat Nora zoo goed is; doe zoo voorts beste Nora, en laten wij állen zingen,: victoria, hoerah! — Manuel het zijn "névralgies intercostales" heel zeker;[*] Karel heeft daar helaas, ook al van geproefd.... Ik zie Nora van hier, die wrijvt, wryvt, dat zij er van bloost...... spoedig genezen hoor, dat we u eens rap te zien krijgen, "splinter nieuwe" gelijk we in Gent zeggen... Ik zit hier alleen,... Karel heeft het toch zoo druk, met die Mhr "que l'on soit";[2] van 6 op,[*] aan 't schrijven en loopen naar de post, om voor negen weg te gaan;... bijna geen tijd voor déjeuneeren, gisteren tot 11 uur gewerkt[.] Karel had zelfs geen tijd zijn "rok" uit te trekken,[*] ik ging ook nog gister avond om 9 uur naar de post; gewoonlijk is het al mijn slaap uur maar Karel moest télegram op maken, en ik ging maar voort, altijd al geeuwend... Van Dishoeck kwam gister middag dejeuneeren, en ging met Karel samen, naar de prijs-uitdeeling — in de tentoonstelling[3][.] Karel is nu van van morgend al weer weg... gelukkig stelt het hij goed.... Ik was veertien dagen lang ziek, bij poozen in en uit het bed, Ik leed verschrikkelijk aan "névralgies faciales"[,][*] de kaak, de oor, het achterhoofd[,] ik huilde van de pijn, en was zoo ongelooflijk zenuwachtig — maar nu is 't ook al veel beter, en bijna vergeten. — Manuel, ziet dat het bij u zoo lang niet dure hoor! — Karel vertelde me van morgend het een en ander over eene stoet gisteren in de tentoonstelling,[4] hij vertelde mij van de Japansche dignitaris, die had een roode zijden hoed met pauw-veer, Paul zit hier bij mij en teekent...: ik stuur het u.[5]Nora ik had eene meid... helaas die gaat weg.... "Je ne sais pas m'habituer a Bruxelles, je retourne d[an]s mon pays"....[6] nu zit ik er weêrom goed voor! enfin, er komt wel een andere, God wille, een goede — K'vind hier eene foto, Karel, met Firmin, ik stuur ze u niet heel mooi, maar toch plezierig[7] — Ik laat wat plaats over voor Karel als hij straks komt, mag hij rusten. (tot wanneer de Keizer komt.)[8]... en hij zal er ook wel aan houden u te groeten
dag allerbeste vrienden — van harte "vale"
Mariette
't Is een zwoegen geweest, jongens! Dat ze nu nog zeggen dat ik een luiaard ben. Drie dagen lang twee kolommen in ieder avondblad en in ieder ochtendblad; van 's morgens tot 's avonds loopen achter den slingervoetigen, vetrompigen, kortarmigen, kromneuzingen, scheeloogigen man-van-Willemientje,[9] en intusschen aldoor maar seinen en brieven schrijven; met, als diversie, die "Fêtes des Récompenses."...[*] Weliswaar ben ik aan Prins Hendrik voorgesteld geworden (mijn hart klopt er nóg van)... hetgeen echter niet belet dat binnen vijf dagen de Keizer komt. Ik doe het ding meê als Duitsch journalist, geholpen door Duitsch gezantschap... hetgeen de taak natuurlijk niet verlichten zal...
Maar vluchten wij met afschuw deze sombere gedachten, en vestigen wij deze op een aangenamer onderwerp.
Heb gisteren morgen Streuvels ontmoet. Altijd dezelfde natuurlijk. Samen frisch morgenbierchen gedronken, waarna ik bij Hendrik (alweêr!) en hij naar Veen. Hij werkt toch meê aan dat boek van Rooses, tot mij groot plezier.[10]
En à propos van Rooses: er komt, o Manuël, in uw brief een volzin voor, die mij duisterder is dan al mijne eigen verzen. Ik citeer u: "'k Betwijfel of die onderneming wel zal doorgaan." Van welke onderneming is er spraak? Wil me daar een woordeken over melden....[11]
't Doet me plezier dat mijn stedeschoon-brieven u bevielen. Wat zegt ge van die architecten van Ieperen? Sander Pierron en ik hebben daar letterlijk op vechten gestaan met éen dezer.[12] En nu gaat Pierron mij natuurlijk zijne volledige werken sturen...
Manuël jongen, uw bond ter bescherming van natuurmonumenten "fait double emploi": er bestaat een werkzame 'Société pour la conservation des sites".[13] Maar als het er op aan komt doe ik toch maar meê. En zoo noodig hou ik dan een voordracht over de wijze, waarop men niet moet restaureeren.
Nora, continuez! En gij, Manuël, strijk uw lendenen met terpentijn.[14] Waarmede ik groet.
Uw
Karel.

Annotations

[1] Die brief is niet bewaard.
[*] 'Névralgie intercostale': een aandoening van de zenuwen tussen de ribben.
[2] Van de Woestijne bedoelt Prins Hendrik van Nederland. Zie ook [9].
[*] 'Van 6 op': om zes uur opgestaan.
[*] 'Rok': slipjas.
[3] De Wereldtentoonstelling in Brussel naderde haar einde. Daarom werden op 18 oktober allerlei prijzen uitgereikt, onder meer voor het mooiste paviljoen, het beste tentoongestelde schilderij, enz.
[*] 'Névralgie faciale': zenuwpijn in het aangezicht.
[4] Van de Woestijne bracht in de NRC verslag uit over een kleurrijke stoet naar aanleiding van de Brusselse Wereldtentoonstelling op 19 oktober 1910.
[5] De tekening die bij de brief zat, is bewaard gebleven.
[6] De huishoudster kan het leven in Brussel niet gewend geraken en keert terug naar haar land.
[7] Het Letterenhuis bewaart een foto van Karel van de Woestijne en Firmin van Hecke, die genomen is in 1910 (W 803/P 69253 en 68525). Hoogstwaarschijnlijk is het deze foto waarover Mariette spreekt.
[8] Keizer Wilhelm II zou de Wereldtentoonstelling op 27 oktober bezoeken.
[9] 'Willemientje': de Nederlandse koningin Wilhelmina. Haar man was prins Hendrik, die op 17 oktober de Wereldtentoonstelling bezocht.
[*] 'Fêtes des Récompenses': Van de Woestijne ontleent de term aan de Franse republikeinse kalender. Hier slaat het op de dag waarop allerlei prijzen werden uitgereikt tijdens de Wereldtentoonstelling (zie [3]).
[10] Max Rooses had het plan opgevat om een boek over Vlaanderen door de eeuwen heen te laten verschijnen, waarin Vlaamse schrijvers en intellectuelen allerlei facetten van Vlaanderen en zijn geschiedenis zouden belichten. De hoofdstukken verschenen eerst in 24 afzonderlijke afleveringen, daarna als tweedelig boek (Elsevier, 1912-1913). Het bevat bijdragen van onder meer Frans van Cauwelaert, Pol de Mont, Herman Teirlinck, August Vermeylen en vele anderen, en werd geredigeerd door Max Rooses. Streuvels wilde aanvankelijk niet meewerken, maar veranderde alsnog van mening. Zijn bijdrage heette 'Veld en dorp', en bestond uit drie delen: 'Het Vlaamsche land', 'De Vlaamsche dorpen' en 'De bevolking'. Het verscheen in deel 1, p. 1-60. Van de Woestijne heeft niet meegewerkt.
[11] Het valt niet te achterhalen wat De Bom daarmee bedoeld heeft, maar misschien had hij het gewoon over de publicatie van Vlaanderen door de eeuwen heen.
[12] Van de Woestijne verwijst naar zijn verslag in de NRC over het congres in verband met l'Art Public (zie brief 311, noot 1), en meer bepaald het derde deel daarvan, dat op 18 oktober in de krant was verschenen. In Ieper was er een hevige discussie ontstaan over het nut van de restauratiewerken die de stad aan zijn belangrijkste cultuurhistorische monumenten liet uitvoeren. Van de Woestijne sprak zich in zijn artikel scherp uit tegen die roekeloze en onbedachtzame restauratiedwang, die hij als een verderfelijke vorm van heiligschennis beschouwde. Sander Pierron was bij de werken in Ieper betrokken.
[13] Naar aanleiding van de verhitte debatten over de restauratiewerken in enkele Vlaamse steden (zie brief 311, noot 1) overwoog De Bom om een vereniging in het leven te roepen die moest waken over historische sites en monumenten. Van de Woestijne beweert dat er al een 'Société pour la conservation des sites' zou bestaan hebben, maar daarvan zijn geen bewijzen teruggevonden.
[14] Het is onduidelijk wat hiermee wordt bedoeld.

Register

Naam - persoon

Bom-Aulit, Eleonora (Nora) de (° 1879 - ✝ 1955)

Na een kortstondige relatie met Lode Ontrop huwde ze op 24 augustus 1901 met Emmanuel de Bom. Door haar permanent wankele gezondheid en de hoge mate waarin ze beïnvloed was door de (waan-)ideeën van 'waterdokter' Alwyn van Son, bleef het huwelijk echter 'in alle betekenissen van het woord onvruchtbaar'.

Cauwelaert, Frans van (° 1880 - ✝ 1961)

Katholieke flamingant die bij de verkiezingen van 22 mei 1910 voor het eerst als volksvertegenwoordiger voor Antwerpen werd verkozen. Hij bleef die functie bekleden tot aan zijn dood. Van Cauwelaert had natuur- en geneeskunde gestudeerd, alsook thomistische wijsbegeerte. Meteen na de Eerste Wereldoorlog stichtte hij de krant De Standaard. Tussen 1921 en 1931 was hij ook burgemeester van Antwerpen.

Dishoeck, Cornelis Anthony Jacobus van (° 1863 - ✝ 1931)

Nederlandse uitgever die niet alleen het tijdschrift Vlaanderen, maar ook tien boeken van Van de Woestijne heeft uitgegeven. Ze maakten in augustus 1899 kennis met elkaar tijdens het 25ste Taal- en Letterkundig Congres. Hun correspondentie werd in 1997 door Leo Jansen en Jan Robert uitgegeven onder de titel 'Altijd maar bijeenblijven'. Brieven aan C.A.J. van Dishoeck, 1903-1929.

Hecke, Firmin van (° 1884 - ✝ 1961)

Oost-Vlaamse dichter. Hij was een van de stichters van het het tijdschrift De boomgaard, en was ook redacteur van Nieuw Leven en Het roode zeil. In 1925 kreeg hij de Staatsprijs voor Vlaamse Poëzie.

Hendrik van Mecklenburg-Schwerin (° 1876 - ✝ 1934)

Trouwde op 7 februari 1901 met de Nederlandse koningin Wilhelmina, waardoor hij Prins der Nederlanden werd.

Mont, Pol de (° 1857 - ✝ 1931)

Vlaams dichter, prozaschrijver, dramaturg, criticus en volkskundige. Hij studeerde in Leuven samen met Albrecht Rodenbach, met wie hij Het Pennoen (1878-1880) oprichtte. In 1904 werd hij conservator van het Antwerpse Museum voor Schone Kunsten, en een jaar later stond hij mee aan de wieg van het tijdschrift De Vlaamsche Gids. Als dichter en criticus vertegenwoordigt hij de Tachtigers in Vlaanderen.

Pierron, Sander (° 1872 - ✝ 1945)

Franstalige Belgische kunstcriticus.

Rooses, Max (° 1839 - ✝ 1914)

Liberale flamingant. Hij was de eerste conservator van het Museum Plantin-Moretus. Als 'eerste Vlaamse kunsthistoricus' publiceerde hij enkele belangrijke werken over Plantin en Rubens.

Streuvels, Stijn (° 1871 - ✝ 1969)

Pseudoniem van: Frank Lateur.

Bakker van opleiding, maar als prozaschrijver bekend geworden in tijdschriften als Van Nu en Straks, De Gids en De Nieuwe Gids. Hij was een vriend van Van de Woestijne en (vooral) van De Bom. Samen met hen stichtte hij het tijdschrift Vlaanderen (1903-1907). De vlaschaard (1907) en De teleurgang van den waterhoek (1927) zijn twee van zijn bekendste romans.

Teirlinck, Herman (° 1879 - ✝ 1967)

Auteur van romans, poëzie en theater. Heeft zowel aan Van Nu en Straks, Vlaanderen als aan het Nieuw Vlaams Tijdschrift meegewerkt, waardoor hij als het ware een halve eeuw de literatuur en de geest van de Van Nu en Straks'ers heeft voortgezet. Samen met Van de Woestijne publiceerde hij in 1928 de brievenroman De leemen torens.

Veen, Lambertus Jacobus (° 1863 - ✝ 1919)

Amsterdamse uitgever. Uitgeverij L.J. Veen werd in 1887 opgericht en bestaat nog altijd. Veen is onder meer bekend gebleven als uitgever van het werk van Louis Couperus.

Vermeylen, August (° 1872 - ✝ 1945)

Aanvankelijk sterk anarchistisch geïnspireerde en non-conformistische schrijver die het vooral moest hebben van zijn essays. Tot zijn voornaamste bijdragen aan Van Nu en Straks (waarvan hij in een aantal opzichten de geestelijke leider was) behoren behalve zijn literaire kronieken ook zijn opstellen Kritiek der Vlaamsche Beweging en Kunst in de vrije gemeenschap. Van de Woestijne had een ambigue relatie met hem. Hij noemde Vermeylen in een brief aan Lode Ontrop een 'groot dilettant, die zich veel vergist maar toch steeds verstandelijk-interessant blijft'. Vermeylen wordt vaak verweten dat hij zich na de eeuwwisseling steeds meer conformeerde. Na de Eerste Wereldoorlog koos hij voor een carrière in de politiek en werd hij een boegbeeld van de socialisten.

Wilhelm II (° 1859 - ✝ 1941)

Keizer van Duitsland en koning van Pruisen tussen 1888 en 1918.

Wilhelmina van Oranje-Nassau (° 1880 - ✝ 1902)

Koningin van Nederland tussen 1898 en 1948.

Woestijne, Paul van de (° 1905 - ✝ 1963)

Zoon van Karel van de Woestijne, die na zijn proefschrift als specialist in middeleeuws Latijn aan de universiteit van Gent verbonden was.

Woestijne-Van Hende, Maria (Mariette) van de (° 1884 - ✝ 1968)

Echtgenote van Karel van de Woestijne. Ze trouwden op 13 februari 1904 en kregen samen een zoon (Paul) en een dochter (Lily). Dochter van een echtpaar dat in het centrum van Gent een zaak had waar spiegels werden gemaakt en verkocht.

Titel - krant/tijdschrift