27 Juli 12
Koirle,
't Is in orde: wij congressen samen,[1] en valt een van ons beiden bij de taak, dan raapt Scheltema ons op.[2] Zoo is de afspraak. Vraag dus gauw een jaar verlof.
'k Zit ellendiglijk vol met Conscience-gedoe.[3] Al 4 keers in Brussel geweest, zonder u te zien!... Ik asem niet meer.
Groet Mariette en Pauleke. Nora, die een tijd erg gedrukt was, gaat beter: nieuwe meid, dito bezem.
Hartelijk
Mane
P.S. De Meester schreef me om dat zoo te regelen met U over Congres.[4] —
P.S. In Antwerpen gebeurt nooit iets. Maar — dat belet niet dat ik zou moeten schrijven.
We hebben ons aan tafel een bult gelachen met de Conscience-stoet Brussel.[5] Lekker!
Uw brieven zijn mijn eenige troost.
M[anuel]
Annotations
[1] Zie brief 330, noot 2. Bij het woord 'congressen' is de inkt uitgelopen op het carbonpapier, waardoor de juistheid van de transcriptie niet gegarandeerd is.
[2] De Bom bedoelt Hugo Scheltema.
[3] In 1912 werd de honderdste geboortedag van Hendrik Conscience in Brussel en Antwerpen gevierd. In de hoofdstad gebeurde dat twee keer: op 14 juli (zie het verslag dat Van de Woestijne daarover in de NRC van 16 juli publiceerde) en op 21 juli (NRC 23 juli), de nationale feestdag. In beide gevallen gingen de festiviteiten gepaard met een optocht. In Antwerpen opende er op 10 augustus 1912 een Conscience-tentoonstelling, die de eigenlijke start van het huidige Letterenhuis zou betekenen. Het was De Bom zelf die de openingsrede uitsprak. De Conscience-vieringen die ook de dagen daarna nog plaatsvonden brachten telkens een massa mensen op de been.
[4] Wellicht bedoelt De Bom een (niet gedateerde) brief die in het Letterenhuis bewaard wordt onder het nummer 84649/98.
[6] Zie brief 334, noot 1.
