<Resultaat 1307 van 1419

>

BRUSSEL 1 BRUXELLES 1 21 VIII 1912 12-13
Den WelEdel Geboren, zeer Geleerde Heer
Hoofdbibliothecaris Emma. de Bom
Clementinastraat, 76
te
Antwerpen)
ANTWERPEN 1 ANVERS 1 21 VIII 1912 15-16
 
Manuël!!!
"Men moet altijd trachten de waarheid te zeggen" (dixit de Bom, als ge hem kent), en daarom verklaar ik u ronduit dat ik van Zondagnamiddag af in Antwerpen zal zijn, tot en met Donderdag-avond na "Feestmaaltijd" (ik vertrek met den laatsten blok).[1] Gij hebt dus eene gevoelige dwaling begaan, door den heer Dijksterhuis te verzoeken mij te herbergen de nachten van Maandag 26, Dinsdag 27, Woensdag 28 en Donderdag 29.[2] Gij zult al hebben geraden (ik ken de fijnheid van uw speurzin!) dat dit moet zijn: Zondag 25, Maandag 26, Dinsdag 27 en Woensdag 28. Als ik u nu nogmaals lastig mag vallen: loop weêr naar den telefoon en verwittig, met al de noodige omzichtigheid natuurlijk, den heer Dijksterhuis, aangaande de ingetreden verandering die, ik hoop het, hem niet al te zeer in reeds getroffen schikkingen storen zal.
Gij kunt van nu af aan Monet verwittigen,[3] dat ik inderdaad zal optreden in de afd[eeling] II met het onderwerp: "De poëzie in Vlaanderen sedert 1880"; verzoek hem echter den tekst mijner rede niet in de Nieuwe Gazet op te nemen vóor ik ze heb uitgesproken.[4] — Is het waar dat Conscience (Hendrik) zal handelen over: "Emmanuël de Bom, naar aanleiding van zijn veertigsten geboortedag."[5] Dat kan wel aardig worden!
— Ja, vervelend en droef voor Nora! Wat doet zij er tegen?[6] Als 't waarlijk rheumatiek is heb ik eene uitmuntende remedie. Ik weet echter niet of ze voor haar geschikt is... Er maar den moed, en ook matige beweging in houden....
Mariette, Paul en ik groeten haar, groeten u, groeten Mevr. Aulit, groeten al wie ge noodig oordeelt.
Bonjour en tot Zondag. Ik schrijf u wanneer ik toekom. Of schrijf gij mij wanneer ik het doe: 't is eene moeite die gij mij spaart (en dat is toch uw vurigste wensch!), en tevens kom ik dan te bekwamen ogenblikke.
Uw
Karel.

Annotations

[1] 'Zondag': 25 augustus 1912. 'Donderdag': 29 augustus 1912. Zie brief 330, noot 2. 'Blok' (bloktrein): zie brief 277, noot 1.
[2] Van de Woestijne logeerde in hotel Dijksterhuis op het Statieplein (nu: Astridplein) in Antwerpen. Tegenwoordig is daar o.m. het Diamantmuseum gevestigd. Van de Woestijne spreekt over 'de heer Dijksterhuis' en bedoelt daarmee de eigenaar of uitbater van het hotel. Over hem werden echter geen gegevens teruggevonden.
[3] Van de Woestijne bedoelt wellicht niet Rip (alias August Monet), maar Pol de Mont, die voorzitter van het Taal- en Letterkundig Congres was.
[4] Van de Woestijne heeft die lezing uiteindelijk toch niet gehouden, volgens het verslag van De Bom in de NRC van 29 augustus, omdat hij 'in barensnood verkeerde van een berg kopij' voor diezelfde krant. Pol de Mont heeft hem vervangen. Hij sprak over de 'Vlaamsche dichtkunst sedert 1880'.
[5] De lezing die De Bom op 28 augustus tijdens het congres heeft gegeven, droeg de titel 'Conscience, de argelooze'. De tekst is bewaard in het Letterenhuis. De Bom was in 1908 al veertig geworden.

Register

Naam - persoon

Bom-Aulit, Eleonora (Nora) de (° 1879 - ✝ 1955)

Na een kortstondige relatie met Lode Ontrop huwde ze op 24 augustus 1901 met Emmanuel de Bom. Door haar permanent wankele gezondheid en de hoge mate waarin ze beïnvloed was door de (waan-)ideeën van 'waterdokter' Alwyn van Son, bleef het huwelijk echter 'in alle betekenissen van het woord onvruchtbaar'.

Conscience, Hendrik (° 1812 - ✝ 1883)

Vlaamse prozaschrijver van wie vaak wordt beweerd dat hij 'zijn volk leerde lezen'. De Leeuw van Vlaenderen (1838) wordt veelal als zijn meesterwerk beschouwd.

Monet, August (° 1875 - ✝ 1958)

Journalist die ook publiceerde onder de naam 'Rip'. Hij was hoofdredacteur van De nieuwe gazet, die liberaal gezind was.

Mont, Pol de (° 1857 - ✝ 1931)

Vlaams dichter, prozaschrijver, dramaturg, criticus en volkskundige. Hij studeerde in Leuven samen met Albrecht Rodenbach, met wie hij Het Pennoen (1878-1880) oprichtte. In 1904 werd hij conservator van het Antwerpse Museum voor Schone Kunsten, en een jaar later stond hij mee aan de wieg van het tijdschrift De Vlaamsche Gids. Als dichter en criticus vertegenwoordigt hij de Tachtigers in Vlaanderen.

Woestijne, Paul van de (° 1905 - ✝ 1963)

Zoon van Karel van de Woestijne, die na zijn proefschrift als specialist in middeleeuws Latijn aan de universiteit van Gent verbonden was.

Woestijne-Van Hende, Maria (Mariette) van de (° 1884 - ✝ 1968)

Echtgenote van Karel van de Woestijne. Ze trouwden op 13 februari 1904 en kregen samen een zoon (Paul) en een dochter (Lily). Dochter van een echtpaar dat in het centrum van Gent een zaak had waar spiegels werden gemaakt en verkocht.

Titel - krant/tijdschrift