<Resultaat 1311 van 1419

>

31 XII 1912 19-[19]
Monsieur Emmanuel de Bom
Maison sur la Colline
(Huize ten heuvel, qu'on dit)
à
Calmpthout
(Ça je ne sais pas traduire)
Province d'Anvers
CALMPTHOUT 1 I 1913 5-6
 
Beste Vrienden,
Reeds zal de Rotte u antwoord hebben gebracht op uw zeventiend-eeuwsch Nederlandsch.[1] Entre nous, 'k heb natuurlijk overdreven, omdat de reden van mijn stilzwijgen toch wel elders lag dan in eene, per slot van rekening jaarlijksche, en dus onbelangrijke bronchitis. Mijne schoonmoeder is nl. op 6 December geopereerd geworden, en daarom zweeg ik eigenlijk zoolang[.] Van 3 December af is Mariette met Paul naar Gent. Ik heb ze sedert dien slechts vijfmaal gezien. Voeg daarbij de uitputtende opgewondenheid die influenza + bronchitis (nog lang niet genezen) meêbrengen. En stelt u dan voor hoe mijn profiel er voor het oogenblik moet uitzien....
Intusschen heeft Uwen Querido-Beethoven mij verkwikt, o Manuël.[2] Ik ben het trouwens volkomen eens met hem (voorzoover verslagen mij toelaten het te zijn,) over "eerste-liefde".[3] Misschien woont gij nog een duël van Querido en ik bij, of beter een steekspel over dat... vraagstuk. Daar is enorm veel over te zeggen: ik gevoel het vooral sedert het geval Magda Peeters....[4]
Vanavond ga ik bij Mariette. Ik zal haar vertellen dat gij, op en langs den Weg der Acht Zaligheden, Joos en Merie hebt ontmoet.[5] En... (denk er nu maar de rest zelf bij.)
Met het allerbeste, niewaer, voor 1913,
Altijd Uw
Karel

Annotations

[1] Afgaand op het vervolg van deze brief kunnen we veronderstellen dat De Bom zelf in een brief (die niet bewaard is, maar die kennelijk in zeventiende-eeuws Nederlands was opgesteld) had gevraagd waarom Van de Woestijne niets van zich liet horen. Op 31 december verscheen in de NRC het antwoord in de bijdrage 'Van de levenden en van de dooden', de eerste correspondentie van Van de Woestijne in de krant sedert 1 december: '[...] omdat ik al dien tijd, zooniet onder de dooden, dan toch in nabijheid van een mogelijken dood heb vertoefd'. De oorzaak daarvan was influenza.
[2] De Bom publiceerde op 24 december 1912 in de NRC een artikel met de titel 'Querido te Antwerpen'. Het handelde over Israël Querido's lezing over Beethoven in het Antwerpse Kunstverbond op 23 december 1912. Twintig jaar later blikte De Bom nog eens terug op de Nederlander in het artikel 'Mijn eerste ontmoeting met Querido en Querido over Beethoven' (in: De Volksgazet, 21 augustus 1932).
[3] Querido had onder meer de hypothese ontwikkeld dat Beethovens eerste liefde Eleonore van Breuning (1771-1841) moet zijn geweest. Met die veronderstelling, die De Bom in zijn verslag had overgenomen, was Van de Woestijne het dus eens. Zie ook Israël Querido, De jeugd van Beethoven (Amsterdam, Querido, 1921).
[4] Wat Van de Woestijne precies bedoelt met 'het geval Magda Peeters', is onduidelijk. Peeters publiceerde in 1912 de bundel Avondbloesems, en was dat jaar aanwezig tijdens het 32ste Taal- en Letterkundig Congres. Volgens de verslagen van Van de Woestijne in de NRC zou Stijn Streuvels nachtelijke 'schroef­boottochtjes' gemaakt hebben 'bij opzettelijk-besteld maanlicht' in het gezelschap van 'een aantal jufferen'. Een van die gezelschapsdames was hoogstwaarschijnlijk Magda Peeters, door Streuvels (in een brief aan De Bom van 14 september 1912) overigens 'dat beeldschoone meisje' genoemd.
[5] 'Joos en Merie': Jozef en Maria. Van de Woestijne alludeert op het verhaal 'De acht zaligheden', een 'Kerstvertelsel' van De Bom dat op 28 december 1912 in het Algemeen Handelsblad was verschenen. In dat verhaal bevalt het personage Merie, vrouw van Joos, van een zoon.

Register

Naam - persoon

Beethoven, Ludwig van (° 1770 - ✝ 1827)

Duitse componist, die door Van de Woestijne erg werd bewonderd.

Peeters, Magda (° 1892 - ✝ 1989)

Antwerpse dichteres. Ze was de echtgenote van de Vlaamse schilder, tekenaar, graveur en glazenier Eugeen Yoors (1879-1975).

Querido, Israël (° 1872 - ✝ 1932)

Joods-Nederlandse juwelier, journalist (voornamelijk bij het Algemeen Handelsblad), criticus en auteur van poëzie, theater en proza. Hij publiceerde soms onder het pseudoniem Theo Reeder.

Streuvels, Stijn (° 1871 - ✝ 1969)

Pseudoniem van: Frank Lateur.

Bakker van opleiding, maar als prozaschrijver bekend geworden in tijdschriften als Van Nu en Straks, De Gids en De Nieuwe Gids. Hij was een vriend van Van de Woestijne en (vooral) van De Bom. Samen met hen stichtte hij het tijdschrift Vlaanderen (1903-1907). De vlaschaard (1907) en De teleurgang van den waterhoek (1927) zijn twee van zijn bekendste romans.

Woestijne, Paul van de (° 1905 - ✝ 1963)

Zoon van Karel van de Woestijne, die na zijn proefschrift als specialist in middeleeuws Latijn aan de universiteit van Gent verbonden was.

Woestijne-Van Hende, Maria (Mariette) van de (° 1884 - ✝ 1968)

Echtgenote van Karel van de Woestijne. Ze trouwden op 13 februari 1904 en kregen samen een zoon (Paul) en een dochter (Lily). Dochter van een echtpaar dat in het centrum van Gent een zaak had waar spiegels werden gemaakt en verkocht.

Titel - krant/tijdschrift

Naam - instituut/vereniging

Titel - artikel

Querido, Israël (° 1872 - ✝ 1932)

Joods-Nederlandse juwelier, journalist (voornamelijk bij het Algemeen Handelsblad), criticus en auteur van poëzie, theater en proza. Hij publiceerde soms onder het pseudoniem Theo Reeder.