<Resultaat 1318 van 1419

>

LAEKEN 18 VII 1913 19-20
Den
Manuël de Bom
lid der Vereeniging van Letterkundigen
Huyze ten Heuvel
te
Calmpthout
(prov[incie] Antwerpen)
CALMPTHOUT 19 VII 1913 5-6
 
Beste Manuël!
Streuvels is eene domme legende aan het verspreiden.[1] Er heeft mij niemand bepraat, vermits mijn ontslag gegeven was vóór ik iemand had gezien, buiten Baccaert die mij niets had verteld van hetgene zoogezegd aanleiding is geweest van dat ontslag.
Ziehier wat eigenlijk van de zaak is. Gij zijt de eenige dien ik er iets van meld, omdat ik het onnoozel vind er bij de anderen woorden over te verspillen: Vermeylen immers heeft het kaartje waarbij ik ontslag neem, en waarin al staat wat ik te zeggen heb;[2] en wat Streuvels aangaat, die Vermeylen verkeerd heeft begrepen: ik laat hem de eer zijner interpretatie, die hij wat al te lichtzinnig zoo wat overal mededeelt, zonder bij voorbaat de onontbeerlijke uitleggingen ingewonnen te hebben.
Ik heb aan Vermeylen geschreven, vervreemd te zijn van de meerderheid der leden van de Vereeniging, en vooral van den geest die deze meerderheid beheerscht. En daarom verkies ik heen te gaan, — sans espoir de retour....[*] En ik herhaal: dit besluit was genomen en aan den voorzitter der Vereeniging medegedeeld vóór ik iets vernam van den Tafelkout, waar ik, naar het schijnt, den hoofdschotel van ben geweest, en die geen aanleiding tot ontslag kon zijn, vermits mijne vrienden er mij verdedigd hebben op eene wijze die eene reden zou zijn geweest.... om mijn ontslag niet te geven. (Ge ziet dat ik goed ben ingelicht. Ik dank u, beste vriend). Echter er blijft: de meerderheid der Vereeniging (die er Streuvels ook toe besluiten deed, niet meer als spreker op te willen treden), en de geest dier meerderheid (die ons op lompe manier positie deed nemen in zake bestuur der Gentsche tentoonstelling en de waardigheid der Vlaamsche letteren ernstig in het gedrang bracht),[3] — meerderheid dus en geest ervan staan mij tegen; ik wil er niet langer meê vereenzelvigd worden; ik ga heen. Ik voel trouwens meer en meer dat het begrip Letterkundige voor meer dan eene definitie vatbaar is....
En, waarde, wij zullen elkander niet meer ontmoeten dans cette galère.[*]
Wat mij het meest interesseert in uw bristol is het einde:[*] "Tusschen haakjes, hier begint alles beter te gaan."
Wat beteekent: "Tusschen haakjes"?
En wat bedoelt gij met "alles beter"?
Gij zult ons veel pleizier doen door ons meer nieuws te geven over Nora en u.
Besjoer aan U samen van ons drie.[*]
Uw Karel.

Annotations

[1] Emmanuel De Bom had na afloop van de algemene vergadering van de VVL op 29 juni met enkele andere leden nog de kroeg 'Ober-Bayern' bezocht. Onder meer Stijn Streuvels, Alfons Sevens, René de Clercq, Fernand Toussaint en Richard de Cneudt waren erbij. Er werd gediscussieerd over de misprijzende woorden waarmee Van de Woestijne in de NRC had geschreven over de protestacties van de flaminganten tegen het anti-Vlaamse gedrag van het Gentse stadsbestuur en de directie van de Wereldtentoonstelling, die in 1913 in Gent plaatsvond. Streuvels had vernomen dat Toussaint bij Van de Woestijne was gaan klikken over de misnoegdheid die sommigen, vooral Gentenaars, tijdens die discussie over hun stadsgenoot hadden uitgesproken. Daarop zou (nog altijd volgens Streuvels) Van de Woestijne hebben beweerd dat hij uit de VVL wilde stappen.
[2] Het kaartje is niet bewaard.
[*] 'Sans espoir de retour': zonder hoop op terugkeer.
[3] August Vermeylen, voorzitter van de VVL sedert januari 1911, had zijn eigen standpunt niet onder stoelen of banken gestoken, en was op 16 juli 1913 afwezig gebleven tijdens de overhandiging van de Noord­Nederlandsche Keurboekerij aan het Gentse stadsbestuur. Tien dagen later schreef hij aan Pieter Smidt van Gelder waarom hij niet was komen opdagen: 'De houding van het Tentoonstellingsbestuur en van den Burgemeester der stad Gent tegenover de Vlaamsche kunst en de Vlaamsche kultuur is van dien aard, dat ik me, als Vlaamsch schrijver, tot mijn groot leedwezen onthouden moet. Het ware bizonder pijnlijk, den vertegenwoordiger van den Gentschen magistraat daar met beleefde waardering van de ons zo dierbare Nederlandsche taal te horen spreken, terwijl het woord voortdurend door de daad wordt gelogenstraft'. Zie Schrijvenderwijs. Vijfenzeventig jaar Vereniging van Vlaamse Letterkundigen 1907-1982, p. 89.
[*] 'Dans cette galère': Zie brief 116, noot 4.
[*] 'Bristol': zacht, gesatineerd papier (hier slaat het uiteraard op de brief zelf, die niet bewaard is).
[*] 'Besjoer': bonjour.

Register

Naam - persoon

Baccaert, Herman (° 1883 - ✝ 1921)

Schrijver van proza en poëzie. Hij was ook zanger en publiceerde beschouwende artikelen over muziek, kunstgeschiedenis en folklore. Vanaf 1907 werkte hij voor het Ministerie van Kunsten en Wetenschappen.

Bom-Aulit, Eleonora (Nora) de (° 1879 - ✝ 1955)

Na een kortstondige relatie met Lode Ontrop huwde ze op 24 augustus 1901 met Emmanuel de Bom. Door haar permanent wankele gezondheid en de hoge mate waarin ze beïnvloed was door de (waan-)ideeën van 'waterdokter' Alwyn van Son, bleef het huwelijk echter 'in alle betekenissen van het woord onvruchtbaar'.

Clercq, René de (° 1877 - ✝ 1932)

Vlaamse schrijver, dichter, componist en politiek activist. Via Emmanuel de Bom geraakte hij betrokken bij het tijdschrift Van Nu en Straks.

Sevens, Alfons (° 1877 - ✝ 1961)

Schrijver van poëzie, proza en toneelstukken, waarin zijn ideeën over de Vlaamse Beweging telkens centraal stonden. Als lid van de Vereniging van Vlaamsche Letterkundigen organiseerde hij geregeld culturele massabetogingen, herdenkingen en huldefeesten.

Streuvels, Stijn (° 1871 - ✝ 1969)

Pseudoniem van: Frank Lateur.

Bakker van opleiding, maar als prozaschrijver bekend geworden in tijdschriften als Van Nu en Straks, De Gids en De Nieuwe Gids. Hij was een vriend van Van de Woestijne en (vooral) van De Bom. Samen met hen stichtte hij het tijdschrift Vlaanderen (1903-1907). De vlaschaard (1907) en De teleurgang van den waterhoek (1927) zijn twee van zijn bekendste romans.

Toussaint van Boelaere, Fernand V. (° 1875 - ✝ 1947)

Vlaamse prozaschrijver die naam maakte in de Tweede Reeks van het tijdschrift Van Nu en Straks. In 1907 stond hij mee aan de wieg van de Vereniging van Vlaamsche Letterkundigen, waarvan hij ook een tijd secretaris was.

Vermeylen, August (° 1872 - ✝ 1945)

Aanvankelijk sterk anarchistisch geïnspireerde en non-conformistische schrijver die het vooral moest hebben van zijn essays. Tot zijn voornaamste bijdragen aan Van Nu en Straks (waarvan hij in een aantal opzichten de geestelijke leider was) behoren behalve zijn literaire kronieken ook zijn opstellen Kritiek der Vlaamsche Beweging en Kunst in de vrije gemeenschap. Van de Woestijne had een ambigue relatie met hem. Hij noemde Vermeylen in een brief aan Lode Ontrop een 'groot dilettant, die zich veel vergist maar toch steeds verstandelijk-interessant blijft'. Vermeylen wordt vaak verweten dat hij zich na de eeuwwisseling steeds meer conformeerde. Na de Eerste Wereldoorlog koos hij voor een carrière in de politiek en werd hij een boegbeeld van de socialisten.

Titel - krant/tijdschrift