<Resultaat 1322 van 1419

>

LA[EKEN] 25 VIII 1913 17-1[8]
Aan
Manuël,
den bibliothecaris De Bom
Huize ten Heuvel
te Calmpthout
prov. Antwerpen
CALMPTHOUT 26 VIII 1913 5-6
 
Doorluchtige.
Ik heb, heel ernstig, een ontwerp.[*] Ik ga u, als hoofdbibliothecaris der stad Antwerpen, voor uwe bibliotheek al de handschriften van al mijne boeken toevertrouwen. Gij zult ze doen bewaren, desnoods door Rudelsheim. Komt het ervan, dat ik sterf (men kan nooit weten) dan keren die pampieren terug naar mijne erfgenamen, die het recht hebben, bij mijnen testamente, ze aan de Stad Antwerpen te schenken te eeuwigen dage. Schenken zij niet, dan heeft de Stad Antwerpen recht van eerste opbod bij eventuëelen verkoop.[1]
Ik ga verder, en ik zeg: gij, Emmanuël der Vlaamsche bibliographie van mórgen, hebt een prachtigen plicht: àl de schrijvers van Vlaanderen te smeeken, mijn voorbeeld te volgen. Gij kunt daar, in uw geboortestad en oord-der-werkzaamheid, schatten vergaêren, en tegen een goedkoop prijsken. Wij, schrijvers, zijn millioenen waard. Wacht maar naar de Vlaamsche Hoogeschool!! En gij kunt ons hebben bijna voor niets!!! (Maar om ieder handschrift een deugdelijken band, zoo ik u bidden durf.)
Wat zegt gij? Ja, wat zegt gij? (Ik ben wel gedwongen het te herhalen)
Waarmede ik verblijf,
Uw mederedacteur[2]
Karel van de Woestijne

Annotations

[*] 'Ontwerp' betekent hier: 'voorstel'.
[1] Vandaag bewaart het Letterenhuis van nagenoeg alle gepubliceerde werken van Van de Woestijne minstens één handschrift en/of een andere schrijffase vóór de eigenlijke publicatie.
[2] 'Uw mederedacteur' is een knipoog naar De Bom in verband met het fictieve tijdschrift 'De Herrijzenisse'. Zie brief 348, noot 1.

Register

Naam - persoon

Rudelsheim, Marten (° 1873 - ✝ 1920)

Correspondent van De Nieuwe Courant uit Den Haag, medewerker van Den Gulden Winckel en werkzaam in de Antwerpse Stadsbibliotheek, waardoor hij dus een collega was van De Bom.