<Resultaat 1343 van 1419

>

Onze beste Manuel,
Bij onze thuiskomst van Brussel hebben wij uw goeden brief ontvangen:[1] hoewel voorzien, tóch een blijde verrassing, neen: de bevestiging van hetgeen ik hoopte uit gansch mijn hart. Het misverstand is nu opgeklaard: gij twijfelt niet meer aan mij, en het maakt mij gelukkig.
Wij verwachten u dus, hier, te Ledebergh-Pamel (Brabant), op den Dries:[2] het is het volledige adres; onnoodig er bij te zetten dat ik dichter ben, — hetgeen ze liefst niet moeten weten. Op de Rouppe-plaats (einde der Zuidstraat), neemt gij den R-tram of den Z-tram tot aan "het Rad"; daar stapt gij over op het buurttreintje naar Sint-Quintinus-Lennick,[3] alwaar men u den — gemakkelijk-te-vinden, maar anderhalf-uur-langen-weg naar Pamel (over Maria-Lombeeck) wijzen zal. Schrijf ons, twee dagen bij voorbaat: uwe kamer zal op u wachten, want het spreekt vanzelf dat gij drie dagen ten minste blijft. (Donderdag a[anstaande] moet ik naar Brussel; kom dus liefst een anderen dag).
Ik zou u veel te zeggen hebben, maar doe het liefst mondeling; o.m. waarom ik naar Antwerpen niet kom voor "De Schelde":[4] op ééne na — die der zuinigheid — zijn de redenen daartoe gansch andere dan gij u allicht inbeeldt; denk daar dus niet over na: 't zou aanleiding zijn tot nieuw misverstand, en dat moet tusschen ons niet bestaan. Als gij mij zult gehoord hebben, zult gij mij misschien geen gelijk geven, maar dan toch zien dat er geen vooroordeel van mijnentwege in 't spel is.
Nogmaals: ik ben blij dat ik u teruggevonden heb. Ik herinner mij, u eens geschreven te hebben, indertijd, dat Laeken niet zoo ver van Antwerpen lag, als gij dacht.[5] Weldra, hoop ik, bewijs ik u dat Pamel ook nog in 'tzelfde land ligt.
Mariette, Paul en ik groeten u uit den grond van het hart.
Uw
Karel
Beste Manuel, ge komt dus hoe rapper hoe liever — kom gauw — Madeleine wil met u komen en u de weg wijzen schrijf haar dan op voorhand a u b — het zal voor haar ook een genoegen zijn hier met u te zijn, haar adres: Prudent Bols laan '49 Laeken — van harte.[6]
dank voor uwen brief
uw Mariette

Annotations

[1] De brief van De Bom is niet bewaard.
[2] Het gezin Van de Woestijne verbleef tijdelijk bij de familie Borginon in Pamel. Zie brief 350, noot 2.
[3] Sint-Quintinus-Lennik (Sint-Kwintens-Lennik): een van de gemeenten die sedert 1977 samen met Sint-Martens-Lennik en Gaasbeek fuseerde tot de nieuwe gemeente Lennik.
[4] Op 28 oktober 1917 werd in de Antwerpse Hippodroomschouwburg De Schelde opgevoerd, het muziekstuk dat Peter Benoit in 1868 op een tekst van Emanuel Hiel had gecomponeerd. Lode Ontrop leidde het koor en het orkest, en werd daarbij geassisteerd door de activist Jef van Hoof. Op 14 oktober was het stuk ook al opgevoerd in dezelfde schouwburg, en vanwege het grote succes van die voorstelling werd er dus een tweede opvoering georganiseerd. Het evenement droeg een duidelijk activistisch stempel. Daarom had de stad Antwerpen (in de persoon van Louis Franck) elke vorm van subsidie geweigerd. De Bom was nauw bij de organisatie van het concert betrokken en was na het Antwerpse verbod zelfs bij de op 4 februari 1917 opgerichte Raad van Vlaanderen gaan aankloppen om alsnog financiële steun voor het evenement te verkrijgen.
[6] Mariette bedoelt haar zus Madeleine van Hende.

Register

Naam - persoon

Benoit, Peter (° 1834 - ✝ 1901)

Vlaamse componist met internationale faam. Hij was een vurig verdediger van Nederlandstalig muziekonderwijs en liet zijn Vlaamsgezindheid ook in zijn romantische muziek tot uiting komen. Hij wilde het Vlaamse volk cultureel emanciperen en probeerde dat onder meer in zijn bekende oratorium 'De Schelde' (1868). Emmanuel de Bom wijdde verscheidene artikelen aan zijn werk.

Borginon, Gustave (° 1852 - ✝ 1922)

Arts en politicus. Van 1900 tot 1910 en van 1912 tot 1919 was hij volksvertegenwoordiger voor de katholieken. Tijdens de Eerste Wereldoorlog verleenden hij en zijn gezin in Pamel een tijdje onderdak aan Van de Woestijnes. Hij behoort tot een familie van Vlaamsgezinden, waarvan zijn neef Hendrik, politicus en advocaat (1890-1985), wellicht de bekendste was.

Franck, Louis (° 1868 - ✝ 1937)

Na een academisch ambt en een baan als advocaat begon hij in 1906 een bloeiende politieke carrière als liberale volksvertegenwoordiger voor Antwerpen. Franck voerde de verdediging van Emmanuel de Bom in 1895, nadat hij Nederlands had gesproken tijdens de zondagsoefeningen van de burgerwacht. Zijn vurige pleidooi leidde tot de vernederlandsing van de burgerwacht.

Hende, Madeleine van

Zus van Mariette en dus een schoonzus van Karel van de Woestijne. Ze trouwde in 1921 met Maurice Roelants.

Hiel, Emanuel (° 1834 - ✝ 1899)

Radicale vrijzinnige flamingant die in Brussel in allerlei verenigingen actief was en zijn liefde voor Vlaanderen betuigde in gelegenheidsgedichten en strijdliederen. Hij was bekend als librettist van Peter Benoit.

Hoof, Jef van (° 1886 - ✝ 1959)

Vlaamsgezinde Antwerpse componist en dirigent, die onder meer dankzij zijn strijdlied Groeninghe (op een tekst van Guido Gezelle) op een zeer grote populariteit kon rekenen. Voor de opening van de vernederlandste universiteit van Gent componeerde hij het lied 'Oproep'. Daarvoor moest hij in 1919 een tijd in de gevangenis doorbrengen.

Ontrop, Lode (° 1875 - ✝ 1941)

Dichter en musicus. Gedurende enkele jaren – kort voor de eeuwwisseling tot enkele jaren daarna – was hij de intiemste vriend van Van de Woestijne. Hij werd omstreeks 1903 in die rol 'vervangen' door Emmanuel de Bom. De neerslag van zijn vriendschapsrelatie met Van de Woestijne is bewaard in de editie Brieven aan Lode Ontrop. Uitgegeven met een inleiding en aantekeningen voorzien door Anne Marie Musschoot, Gent, Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde, 1985. Over die correspondentie schreef Albert Westerlinck het boek De eerste rijpe jaren van Karel van de Woestijne, beschouwingen rond zijn brieven aan Louis Ontrop (1896-1909), Orbis, Beveren, 1982. Ontrop had in 1899 een zeer kortstondige relatie met Nora Aulit, die later met Emmanuel de Bom zou trouwen.

Woestijne, Paul van de (° 1905 - ✝ 1963)

Zoon van Karel van de Woestijne, die na zijn proefschrift als specialist in middeleeuws Latijn aan de universiteit van Gent verbonden was.

Woestijne-Van Hende, Maria (Mariette) van de (° 1884 - ✝ 1968)

Echtgenote van Karel van de Woestijne. Ze trouwden op 13 februari 1904 en kregen samen een zoon (Paul) en een dochter (Lily). Dochter van een echtpaar dat in het centrum van Gent een zaak had waar spiegels werden gemaakt en verkocht.