OOSTENDE 2
OSTENDE 2
15 IX 1923 19-20
Den heer
Emm. de Bom
Huyze ten Heuvel,
te
Calmpthout
Prov[incie] Antwerpen.
Zaterdag, 15 Sept[ember]
Mijn beste Manuël,
Om het gesprek van acht dagen geleden voort te zetten...
[1]
Hewel ja, ik heb misschien wel een boek voor uwe Vlaamsche Bibliotheek. Maar 't zijn helaas verzen! Kunt gij daar iets meê doen?
Ik heb dezer dagen gesnuffeld in de oude papieren die
Paul mij uit Brussel heeft meêgebracht. En daarin de stof gevonden voor een derden bundel "Interludiën", die natuurlijk een anderen titel krijgt aangezien
Van Dishoeck de gelegenheid niet heeft hem uit te geven.
[2] Hij zou bestaan uit:
Dat worden iets als hondervijftig bladzijden Wereldbiliotheek, allemaal vijfvoetige jamben, die op u afkomen als een man. Dus: iets om van te houden.
Wat zegt gij? Stemt gij in, dan vraag ik maar één ding: voor het honorarium Hollandsch behandeld te worden.
Neen, ik vraag nóg een ding. Komt het tot een uitgave, dan moet gij mij helpen aan den tekst van "Eroos en Anteroos", dien ik niet meer bezit, maar die verschenen is in "De(n) Ploeg", tijdschrift der
W[ereldbibliotheek], ik denk: in het jaar 1913 (of 1912?).
[4]
En hoe stelt gij het beiden, buiten dit? Hier is alles goed. Groeten van huis te huis!
Uw verkleefde
Karel
Annotations
[2] Na de oorlog viel de samenwerking tussen Van de Woestijne en C.A.J. Van Dishoeck, die tot dat moment zijn vaste uitgever was geweest, compleet stil. Leo Jansen en Jan Robert wijten dat enerzijds aan
Van Dishoecks ontevredenheid over de
'trage voortgang van uitgaven waar hij al veel geld in geïnvesteerd had' en anderzijds aan Van de Woestijnes ongenoegen over
'de wijze waarop Van Dishoeck in de voorbije periode zijn belangen had behartigd' (zie
'Altijd maar bijeenblijven'. Brieven aan C.A.J. Van Dishoeck, 1903-1907, p. 8). In 1926 publiceerde Van Dishoeck toch nog een aparte herdruk van 'Christophorus', en in 1928, net voor de dood van Van de Woestijne, ging de uitgeverij van start met de publicatie van de verzamelde
Werken.
[3] Talrijke fragmenten uit 'De Spartaansche Helena' verschenen tussen 1910 en 1913 in diverse tijdschriften. 'Eroos en Anteroos' dateert van het voorjaar van 1912. Het verscheen dat jaar in
Elsevier's geïllustreerd maandschrift, maar was ook gebundeld in de tweede uitgave van Van de Woestijnes
Interludiën. Merkwaardig genoeg herinnert hij zich dat een klein decennium later niet meer. 'Het gelag bij Pholos' was eerder gepubliceerd in
De Gids van september 1915. Het zou later verschijnen in
Zon in den Rug (1924). Dat geldt ook voor 'Penthesileia', dat nooit in een tijdschrift is verschenen.
[4] 'Eroos en Anteroos' verscheen in
Elsevier's geïllustreerd maandschrift (jrg. 22 (II), 1922, p. 290-299) en niet in
De ploeg, het tijdschrift van de Wereldbiliotheek. Wat wel in dat tijdschrift is verschenen (in 1912), is 'Hupnos en Thanathos'. Waarschijnlijk vergist Van de Woestijne zich hier dus.