<Resultaat 1371 van 1419

>

GENT 2C GAND 2C 6 VIII 1925 16-17
Afz[ender]: "la Frondaie", Zwijnaarde-Gent.
Heer en Vrouw
Em. de Bom
Huyze ten Heuvel
te
Calmpthout
(prov[incie Antwerpen])
 
Beste Vrienden,
Met de meeste belangstelling de redenen gelezen, waarom ik niet op reis ga.[1] Ik voeg er eene aan toe: de vrienden komen naar mij toe, en dat is het beste en zekerste middel om ze te ontmoeten.
Wij denken met vreugde terug aan uw bezoek, en hopen dat gij ons ditmaal geen twee jaar meer zult laten zuchten.
Het is hier sedert gisteren-avond ineens heel stil geworden: de Roelants'en zijn weg met hun kroost.[2] Wij hernemen voor een week of drie ons kloosterleven. En daarna gaan wij voor een dag of tien naar het Brusselsch-Wemmelsche rumoer.[3] Waarna de vacantietijd weêr voorbij zal zijn....
Uwe felicitaties uit Brugge hebben mij diep ontroerd.[4] Dank, beste vrienden, dank! En dank ook voor het Aurevilly-conterfeitsel.[*]
Maar dank vooral, Nora, voor hetgeen de onderpastoor mij in uw naam gebracht heeft. Gij hebt mij een nieuwen, goeden vriend geschonken, die mij dagelijks aan u doet denken. De eerw[aarde] Eeckhout heeft mij verteld welke opdracht gij hem gegeven hebt. Het heeft ons zeer innig bewogen.[5] Nogmaals hartelijk dank.
Een diepe buiging en eene wuivende hand.
En nu verleen ik het woord aan mijne eegade.
Beste vrienden. Een onvergetelijke herinnering houw ik van uw bezoek —..... die dagen vol vreugde, vriendschap en genot. dank voor alles en voor uw gezelschap; dank bijzonder aan Nora voor alle het goede dat ze ons naliet.
Mariette

Annotations

[1] Van de Woestijne lijkt te verwijzen naar een brief van De Bom die niet is bewaard.
[3] Maurice Roelants woonde met zijn gezin in Wemmel.
[4] Van de Woestijne werd in 1925 uitgeroepen tot winnaar van de (eerste) jaarlijkse Grote Staatsprijs voor Nederlandse Letterkunde, waar een bedrag van tienduizend frank aan verbonden was. Wellicht was het daarmee dat De Bom hem had gefeliciteerd. Van de Woestijne kreeg de prijs voor zijn interludiënbundel Zon in den rug (Maastricht, Boosten en Stols, 1924).
[*] 'Conterfeitsel': zie brief 57, noot 1.
[5] Van de Woestijne en Joris Eeckhout geraakten door bemiddeling van Nora de Bom goed met elkaar bevriend. Welke 'opdracht' zij aan Eeckhout had gegeven, valt niet te achterhalen.

Register

Naam - persoon

Barbey d' Aurevilly, Jules (° 1808 - ✝ 1889)

Franse dandyeske schrijver.

Bom-Aulit, Eleonora (Nora) de (° 1879 - ✝ 1955)

Na een kortstondige relatie met Lode Ontrop huwde ze op 24 augustus 1901 met Emmanuel de Bom. Door haar permanent wankele gezondheid en de hoge mate waarin ze beïnvloed was door de (waan-)ideeën van 'waterdokter' Alwyn van Son, bleef het huwelijk echter 'in alle betekenissen van het woord onvruchtbaar'.

Eeckhout, Joris (° 1887 - ✝ 1951)

Oost-Vlaamse priester, schrijver en criticus. Hij was een bewonderaar van het werk van Van de Woestijne, over wie hij ook enkele beschouwingen heeft gepubliceerd, en met wie hij tijdens diens Zwijnaardse periode ook bevriend werd.

Roelants, Maurice (° 1895 - ✝ 1966)

Gentse romanschrijver, dichter, journalist en criticus. Als echtgenoot van Madeleine van Hende werd hij een zwager van Karel van de Woestijne. Vooral in de Zwijnaardse periode van Van de Woestijne zagen de twee auteurs elkaar daardoor zeer geregeld.

Woestijne-Van Hende, Maria (Mariette) van de (° 1884 - ✝ 1968)

Echtgenote van Karel van de Woestijne. Ze trouwden op 13 februari 1904 en kregen samen een zoon (Paul) en een dochter (Lily). Dochter van een echtpaar dat in het centrum van Gent een zaak had waar spiegels werden gemaakt en verkocht.