<Resultaat 1372 van 1419

>

GENT 3 GAND 3 3 IX 1925 14-15
Afz[ender]: "la Frondaie", Zwijnaarde-Gent.
Den Heer
Emmanuël de Bom
huis ten Heuvel
te
Calmpthout
prov[incie] Antwerpen.
 
Beste Manuel,
Wij zijn nog altijd te Zwijnaarde, en het kan nog wel een paar weken aanloopen vóór wij naar Wemmel gaan:[1] al de kinderen liggen er ziek, en daar moeten wij Lily tegen beschermen.
Kom dus maar af: de armen zijn al open om u te ontvangen. Maar verwittig vier en twintig uur op voorhand, ten behoeve van de keuken. Want het spreekt van-zelf dat gij ons heel den dag gunt, eten inbegrepen. De onderpastor zal meeëten.[2] Gisteren zei hij mij dat hij van ambtswege belet zal zijn, naar hij vreesde, Calmpthout te gaan ontdekken. Maar in "la Frondaie" blijft hij zoo goed als op zijn parochie.
Manuël, gij schrijft dubbelzinnigheden. Gij zegt in uw geëerd schrijven: "Ik heb twee teekenaars meê: men wil u conterfeiten." Mariette heeft er met schrik uit afgeleid, dat gij naar Zwijnaarde komt met twee teekenaars. En daar schrikt ze voor: voor teekenaars kookt ze niet, zegt ze. Stel haar gauw gerust.[3]
Het "Weekblad" vervult mij met toekomstdroomen: wij gaan weêr de "jongeren" worden![4]
Tot over een paar dagen dus.
't Hartelijkste voor u beiden
Karel van de Woestyne

Annotations

[2] 'De onderpastor': Joris Eeckhout.
[3] Onderaan op de briefkaart staan met potlood de namen van twee Vlaamse grafische kunstenaars geschreven, namelijk Albert van Dyck en Lode Seghers. In een brief van 4 september 1925 schrijft De Bom aan Joris Eeckhout dat hij gepland had om de dag nadien bij Van de Woestijne op bezoek te gaan, om er te spreken over het weekblad dat hij uit de grond wilde stampen (zie [4]). Hij had gehoopt in Zwijnaarde ook Eeckhout te mogen begroeten, en vermeldt inderdaad ook de voorziene komst van 'de twee lijf-conterfeitsels van 't blad, [...] die onder onze geleerde besprekingen de occasie niet zouden verzuimd hebben om te crayonneeren. Zij zijn uitmuntende portretteerders. Zoo winnen we veel tijd, de tijd die dringt, nu we zoo ras tot de verwezenlijking van onze plannen zullen kunnen overgaan'.
De Bom meldt in die brief echter ook dat Van de Woestijne hem een noodtelegram heeft gestuurd met de boodschap: 'Ben ernstig ongesteld, verwacht u later, spijt en tranen'. De Bom betwijfelt de ernst van Van de Woestijnes ongesteldheid: 'Kunt U ondertussen Karel niet bijpraten, ons toch een uur of wat te woord te staan? Ligt hij te bed? Is 't een acute rhumatische aanval? Het ellendige weer? Of is 't vrees voor een rumoerigen inval? Stel hem dan gerust, de jonge gasten, die 'k meebreng, zijn uiterst sympathiek en weten zich te gedragen'. Van Albert van Dyck werd een portret van Van de Woestijne in DWB gepubliceerd (zie brief 415, noot 8).
[4] De Bom wilde graag een weekblad uit de grond stampen dat, afhankelijk van de bron, De zevenklapper(s) of De zevenslag(er) zou heten. Dat voornemen was in september 1925 vrij concreet geworden. De Bom onderhandelde daarom met Leo Simons en de drukkers Buschmann en De Vos-Van Kleef. Het was de bedoeling dat ze rond 1 januari 1926 een proefnummer op de markt zouden brengen, met bijdragen van onder meer Eeckhout, Van de Woestijne en Vermeylen. Rond Pasen 1926 moest het eerste echte nummer dan verschijnen. Eind december bleek echter dat de operatie financieel niet haalbaar was, waardoor het hele plan werd afgeblazen.

Register

Naam - persoon

Dyck, Albert van (° 1902 - ✝ 1951)

Vlaamse tekenaar en schilder, die het landschap van zijn eigen streek (de Kempen) vaak in zijn schilderijen als thema opvoerde. Zijn werk wordt beschouwd als een voorbeeld van het animisme. Hij was goed bevriend met Emmanuel de Bom, die aan zijn werk nogal wat ruchtbaarheid heeft gegeven.

Eeckhout, Joris (° 1887 - ✝ 1951)

Oost-Vlaamse priester, schrijver en criticus. Hij was een bewonderaar van het werk van Van de Woestijne, over wie hij ook enkele beschouwingen heeft gepubliceerd, en met wie hij tijdens diens Zwijnaardse periode ook bevriend werd.

Roelants, Maurice (° 1895 - ✝ 1966)

Gentse romanschrijver, dichter, journalist en criticus. Als echtgenoot van Madeleine van Hende werd hij een zwager van Karel van de Woestijne. Vooral in de Zwijnaardse periode van Van de Woestijne zagen de twee auteurs elkaar daardoor zeer geregeld.

Seghers, Lode (° 1905 - ✝ 1983)

Antwerpse schilder en tekenaar, die met Emmanuel de Bom bevriend was.

Simons, Leo (° 1862 - ✝ 1932)

Joodse Nederlander die werkte als theatercriticus en redacteur van het weekblad Hollandia (1889-1903). Oprichter van de 'Maatschappij voor Goede en Goedkoope Lectuur', beter bekend als de Wereldbibliotheek (1905). Hij gaf aan vele Vlaamse schrijvers de kans om in zijn fonds te publiceren en was zeer goed bevriend met De Bom. Zie onder meer de studie Oog voor Vlaanderen. Leo Simons en de Vlaamse ontvoogdingsstrijd van Willem van den Steene (Gent, KANTL, 2001).

Vermeylen, August (° 1872 - ✝ 1945)

Aanvankelijk sterk anarchistisch geïnspireerde en non-conformistische schrijver die het vooral moest hebben van zijn essays. Tot zijn voornaamste bijdragen aan Van Nu en Straks (waarvan hij in een aantal opzichten de geestelijke leider was) behoren behalve zijn literaire kronieken ook zijn opstellen Kritiek der Vlaamsche Beweging en Kunst in de vrije gemeenschap. Van de Woestijne had een ambigue relatie met hem. Hij noemde Vermeylen in een brief aan Lode Ontrop een 'groot dilettant, die zich veel vergist maar toch steeds verstandelijk-interessant blijft'. Vermeylen wordt vaak verweten dat hij zich na de eeuwwisseling steeds meer conformeerde. Na de Eerste Wereldoorlog koos hij voor een carrière in de politiek en werd hij een boegbeeld van de socialisten.

Woestijne, Maria Julia (Lily) van de (° 1919 - ✝ 2005)

Dochter van Karel van de Woestijne.

Woestijne-Van Hende, Maria (Mariette) van de (° 1884 - ✝ 1968)

Echtgenote van Karel van de Woestijne. Ze trouwden op 13 februari 1904 en kregen samen een zoon (Paul) en een dochter (Lily). Dochter van een echtpaar dat in het centrum van Gent een zaak had waar spiegels werden gemaakt en verkocht.

Titel - krant/tijdschrift