<Resultaat 86 van 1419

>

Houwe,
Eerst de bijzaakjes:
Krinkels heeft me een langen brief geschreven. Ik heb hem dezen namiddag ook een epistel gestuurd, en dezen morgend ontving hij mijn artikel.[1] Ik heb hier voor "Ons Tooneel" gewerkt, en heb onder and[ere nummers] willen plaatsen in "de Distel". Eenvoudige naïveteit: ik had gemakkelijker een mummie van Gizeh geabonneerd dan al die distelvretende philisters in 't algemeen en de kruidenier– en saterachtige T'Sjoen in 't bizonder[2] (hij weze verdoemd in de eeuwigheid der eeuwigheden, de ploert!!!)[3]
A propos... waar is uw broer op eens ingekropen toen ik hem hier ontmoette over eenige dagen?[4] Plots verdwenen als rook, terwijl ik met een vriend sprak! Ik heb drie of vier straten doorgeloopen, vruchteloos. Ik dacht hem thuis te brengen om met mij te soupeeren: wêeral een verloren illusie!
En nu, van 't voornaamste:
Ge komt zondag 5n Oct[ober] naar Brussel!! Hoerra! hoezee!! Jochei!!! Dat maakt me zoo gelukkig dat ik wel zou T'Sjoen kussen!
Ik hoop dat ge ten minste éen dag congé vraagt. Ik laat u in ieder geval niet los vóor maandag laat of dinsdag vroeg.
Heb reeds voor alles gezorgd. We gaan het Salon zien (maandag 's morg[ens], anders is er te veel volk), alsook de tentoonstelling van de Plein[5] (waar we enkel de beeldhouwkunst gezien hebben). Ge leest mij uw' vier akten[6] (zondag achtern[oen]). Ik heb al de fauteuils gereed gezet, en wacht uw gewrocht af met een elektrisch ongeduld. Zondag gaan we naar den eenen of anderen schouwburg, — en maandag naar het Parc[7] (en in eene eerste logie nogal, mijnheer!) Dan zullen we nog.... maar neen: de lijst der feestelikheden zou te lang zijn!
Ik zal u ook misschien iets te lezen hebben. Deze week schrijf ik nog een artikel voor de Vlaamsche School.[8]
Ik heb in den nacht (ik had tandpijn en kon niet slapen) een colossaal plan gebroeid voor de herboring van "Vrije Kunst". Ik durf het u niet schrijven. O! de illusie der Jeugd!!!
Heb u lief
Gust.

Annotations

[1] August Vermeylen, 'Zedelijkheid. Enkele nota's', in: Ons Tooneel, jrg. I, nr. 4 (5 oktober 1890).
[2] Vermeylen bedoelt Emiel Hendrik T'Sjoen. Hij was niet alleen medestichter van De Distel maar trad tijdens zittingen ook meermaals op als voorzitter of secretaris. Hij vertegenwoordigde De Distel ook binnen het Taalverbond.
[3] Vermeylen, die hier De Distel afkraakt, was nog voorzitter van dit kunstgenootschap tijdens de zitting van 20 september 1890. Samen met Johan Kesler en Emiel T'Sjoen besprak hij tijdens die zitting het artikel dat Jan Brans in de Nederlandsche Kunst– en Dichthalle gepubliceerd had (jrg. XIII, nr. 1, 1890, p. 33–41), over Jacob Campo Weyerman, en opnieuw met Johan Kesler besprak hij vier sonnetten van Leonard Buyst.
De verhouding van Vermeylen tot De Distel is altijd dubbelzinnig geweest. In 1897 was hij, ondanks zijn plaats in de beweging van Van Nu en Straks, nog lid van De Distel. Zie daarover T. Oegema van der Wal, Herman Teirlinck (Brussel – Den Haag, A. Manteau, 1965), p. 63.
Deze versie staat misschien in tegenstelling met Vermeylens aanvraag tot ontslag in een briefkaart die gedateerd is op 6 november 1894 en gericht is aan Emiel T'Sjoen (AMVC Letterenhuis, V 4655/B, 38158/4). Als reden voor zijn ontslag gaf Vermeylen zijn vestiging te Berlijn. Zie ook de documentatie over De Distel in het AMVC Letterenhuis 531/D), meer bepaald het verslag van de zitting van 10 november 1894.
[4] Het is niet duidelijk welke broer van Emmanuel de Bom wordt bedoeld.
[5] 'Het Salon': zie brief 83, noot 6. 'De Plein': niet teruggevonden. Maakte misschien deel uit van het Salon.
[6] Madame van Reusel. Zie brief 82, noot 5.
[7] Daar speelde La papillonne van Victorien Sardou (1862). Zie brief 87.
[8] August Vermeylen, 'De driejaarlijksche tentoonstelling van beeldende kunsten te Brussel', in: De Vlaamsche School, nr. III (1890), p. 155.

Register

Naam - persoon

Bom, Emmanuel Karel De (° Antwerpen, 1868-11-09 - ✝ Kalmthout, 1953-04-14)

Bibliothecaris, journalist en schrijver. Medeoprichter van Van Nu en Straks. Gehuwd met Nora Aulit op 24/08/1901 in Antwerpen.

Brans, Jan Mathijs (° As, 1853-10-02 - ✝ Eppegem, 1940-03-13)

Leraar en letterkundige.

Buyst, Leonard (° Lokeren, 1847-05-10 - ✝ Koekelberg, 1918-12-20)

Schrijver en werktuigkundige.

Woonde eerst in Parijs, daarna in Rijsel, waar hij verbonden was aan de Franse spoorwegmaatschappij. Kwam in 1874 terug naar België waar H. Conscience hem in Brussel een betrekking in het Wiertzmuseum bezorgde, waarvan hij echter spoedig, ook op aanraden van Conscience, weer afzag. Werd beambte bij het Ministerie van Binnenlandse Zaken (dienst Nederlandse Taal- en letterkunde), waar hij het tot diensthoofd bracht. Lid van De Veldbloem en in 1881 een der stichtende leden van De Distel, waarvan hij jarenlang secretaris was. Militant lid van de Vlaamsche Volkspartij. Schreef gevoelerige gedichten, die de spotlust opwekten van de Van Nu en Straksers, en een paar verhalen in populaire trant.

Kesler, Johan (° Delft, 1854-04-20 - ✝ St.Gillis (Brussel), 1924-10-07)

Onderwijzer. Redacteur van het jongerentijdschrift Land en volk. Medewerker van Flandria, Het Vlaamsch in het onderwijs. De toekomst en De volksschool. Gaf met A.Sluys leerboekjes uit voor het onderwijs in de tweede taal. Actief lid van De Distel.

Sardou, Victorien (° Parijs, 1831 - ✝ Parijs, 1908)

Schrijver.

T'sjoen, Emiel Hendrik (eig. Hendrik Frederik) (° Schorisse, 1857-01-31 - ✝ St.-Gillis (Brussel), 1909-06-01)

Eigenlijk: Hendrik Frederik T'Sjoen.

Onderwijzer en schrijver.

Broer van Floris T'Sjoen.

Vermeylen, August. (° Brussel, 1872-05-12 - ✝ Ukkel, 1945-01-10)

Hoogleraar, kunsthistoricus en schrijver. Medeoprichter van Van Nu en Straks. Gehuwd met Gabrielle Josephine Pauline Brouhon op 21/09/1897.

Weyerman, Jacob Campo (° Breda, 1677-08-09 - ✝ Den Haag, 1747-03-09)

Schrijver, schilder en graveur.

Titel - krant/tijdschrift

Distel, De (° 1881 - ✝ 1908)

Kunst- en letterkundig genootschap.

Nederlandsche Dicht- En Kunsthalle (° 1878 - ✝ 1897)

Cultureel maandblad.

Ons Tooneel (° 1890 - ✝ 1891)

Antwerps weekblad onder redactie van L. Krinkels (hoofdopsteller), E. de Bom en A. Vermeylen. Bracht informatie over de toestand van het toneel in binnen- en buitenland. Naast de drie redacteurs leverden verder nog bijdragen: J. de Bom (onder pseudoniem Zors), J.T. Grein, Panurge (pseudoniem van A. Vermeylen?) en enkele onbekenden (misschien, de redacteurs zelf) die schreven onder de pseudoniemen Ariestark, R. Cavalier, Diecsar Sandor. Van het tijdschrift verschenen zeventien nummers.

Vlaamsche School, De (° 1855 - ✝ 1901)

Tijdschrift voor kunsten, wetenschappen, letteren, oudheidkunde en kunstnijverheid.

Vrije Kunst

Tijdschrift dat in 1890 werd gepland doch nooit werd uitgegeven. Initiatiefnemer daartoe was P.van Assche. De redactie zou bestaan uit P.van Assche, E.de Bom en A.Vermeylen. De opname van P.de Mont werd in beraad gehouden. Ook C.Buysse en H.Langerock werden uitgenodigd om aan de redactie deel te nemen. Buysse aanvaardde en Langerock weigerde. Als leuzen werden voorgesteld: "Hoogmoedighlic!" en "Volg de vrije bane waarop de vrije geest U leidt!" (Poesjkin). Voor het drukken en uitgeven werd aan X.Havermans (later uitgever van Van Nu en Straks, 1ste reeks), A.Hoste en S.Warendorf (Ned.) gedacht. Het eerste nummer was gepland als dubbelnummer waarin bijdragen zouden voorkomen van A.Vermeylen, P.van Assche, E.de Bom, C.Buysse en H.Bossiers die eveneens deel zou uitmaken van de redactie. Het plan in bovenstaande vorm viel definitief in duigen, toen bleek dat P.van Assche tijdens de onderhandelingen i.v.m. Vrije kunst, zonder de medewerkers hierin te kennen, De vrije vlucht op touw had gezet. A.Vermeylen en E.de Bom werkten nochtans in stilte verder aan Vrije-kunst-plannen: einde 1890 stelden Vermeylen en De Bom een nieuw project op voor de wedergeboorte van Vrije kunst. Hieruit bleek hoe het geplande tijdschrift, hoewel grootser en ruimer opgevat, in het verlengde zou liggen van Jong Vlaanderen en reeds anticipeerde op het latere Van Nu en Straks.

Naam - instituut/vereniging

Distel, De (° 1881 - ✝ 1908)

Kunst- en letterkundig genootschap.

Taalverbond, Het (° 1887 - ✝ –, 1900)

Liberale vereniging.

Théâtre du Parc (° 1782 - °)

Brussels theater.

Bestaat heden nog. Werd van 1879 tot 1892 bestuurd door Fr.Candeilh die de schouwburg een grote faam bezorgde door de Parij se theateractualiteit op de voet te volgen. Onder zijn leiding werd ook onuitgegeven werk gecreëerd van o.m. M.Maeterlinck, O.Mirbeau, H.Kistemaeckers en Th.Hannon. Hij nodigde gezaghebbende Franse acteurs en groepen uit, zoals S.Bernhardt in 1880 en het Théâtre-Libre d'Antoine in de jaren negentig. De eigen groep bracht doorgaans goede komedies, die bij het Brusselse publiek zeer in trek waren.