Brussel, 16-1-91
Ik vind dat beest, Mane, dat Krinkels ons die smerige pert bakt![1] Wij zijn zoowel verantwoordelijk als hij. Staat het misschien geschreven in de boeken van 't blinde Schiksel[*] dat al de bladen waar m'n naam op staat, moeten verdwijnen?[2] Ik spreek ernstig, en waarlijk die zaak verveelt mij erg. Ik zie van hier den kop van de abonnenten die ik "gemaakt" heb. En de vragen: ["]He wel, uw bladje, 'k ontvang dat niet meer ..." En dan de uitleggingen (?) die 'k zal moeten geven! En de teleurstelling van die typen die hun vier frankstuk weggesmeten hebben! Ik dacht nochtans dat "O[ns ]T[ooneel]" goed verkocht werd, en veel abonnés telde. Gij hebt het mij ten minste gezegd. Enfin, schrijf me eens daarover.
Ik kom naar Antwerpen op 't einde der maand.[3] Ik kan moeilijk een toast schrijven, daar ik de Vlaamsche Kerels niet genoeg ken die met ons zullen "frette(n)". Ik zal toch iets hebben. Zend mij af wat gij gereed hebt.
En óf we ons zullen vermaken! Dàtte! Ik bezit geld — ja, men'eer! — en zal goedgezind zijn. We zullen harten ontleden, breinen opensnijden, karaktertrekken bemerken, sceptiek zijn, veel zien, veel hooren, veel poppen, en ons van tijd tot tijd "e' stuk in ons kluute" lappen. Heb je wat nieuws gevonden om me te laten zien (schipperskwartier, bakken,[*] kabberdoezen, enz[ovoort])?
Hier, weinig te vertellen. Ik laat me leven, studeer nogal, en word een echte filosoof (zeg 't aan Blockhuys). Ik heb niets meer geschreven (dan een kroniekje voor O[ns ]T[ooneel]), maar zal u een meesterstuk meêbrengen in Antwerpen.[4]
Dwelshauvers — wiens mane - langer en langer wordt - drukt u
[2]
de beide handen... en herinnert u den Almanak. Slaap er niet op, hé?[5]
Ik heb Maria — een "ouwe" liefde uit de Muziekschool (maand October) — in den "Bar russe" ..." "gefrekantee(r)d["], lijk men in Brussel zegt. Binnen eenige dagen zal de Maagd met de Blikken Oogen ook... gefrekantee(r)d worden: ik voel dat komen.
Ah!... wanneer komt ge naar Siegfried?[6]
Schrijf me 't een of 't ander. Ik schud uw pollen, en duik weder in de filosofie van Krause.
[[In de plaats van een handtekening staat hier een varkentje getekend, dat de woorden "Ik ben Gust" uitspreekt.]
Annotations
[1] In verband met Ons tooneel, dat sinds 4 januari 1891 niet meer verscheen.
[*] 'Schiksel': verbastering van het Duitsche "Schiksal" (Ned.: lot). Misschien gebruikt Vermeylen het woord hier onder invloed van Albrecht Rodenbach; zie diens drama Gudrun (Gent, Ad. Hoste, 1882), p. 60 en 74.
[2] Allusie op het vroeger verschenen Jong Vlaanderen (29 sept. 1889 - 23 maart 1890) en op het pas verdwenen Ons tooneel (14 sept. 1890 - 4 jan. 1891).
[3] Naar het banket van het Taalverbond (31 jan. 1891).
[*] 'Bakken': waarschijnlijk een vernederlandsing van het Franse 'boîte' (nachtcafeetje). Niet teruggevonden in dialectwoordenboeken.
[4] Waarschijnlijk Vermeylens Uit "Sint-Antonius". Zie Vermeylen, (Verzameld Werk), I, p. 461-464. Voor meer gegevens over 'Uit Sint-Antonius', zie brief 43 uit 1890, noot 12.
[5] De Bom zou de inschrijvingen op de Almanach des étudiants 1891 verzorgen te Antwerpen. Zie o.a. brief 117 (1890).
