Donderdag. 29 Jan.
zie 4e bladzij
Gust,
Gij zijt in mijn lijf! — Uw stuk is heelemaal in den toon.[1] We zullen lachen. Of er...! Ik eindig zoo even heel 't machien.[2]
Nu spoedig geantwoord want ik moet naar Clara.
1° laat uw Pit thuis, jongen, ge zoudt alleen zijn en dan zoudt g'u ook niet vrij kunnen bewegen, maar breng uw piet mee, hoor!
't Banket is om 8 uur 's avonds. Schrijf me spoedig, hoe lang ge hier blijft. Wilt ge Zondags nachts om 2 1/2 u. vertrekken?
'k Zal u bij mij geen logement kunnen verschaffen eilaas, ook niet — pro pudor![*] — bij mijn zuster! als de laatste maal. (!!) 'k Zal dus een logement voor u opzoeken? Hoe gaarne liet ik u een nacht met Clara slapen — maar — ik zelf! mag nog niets. Misschien zullen we ergens samen slapen. Willen we dat aan 't noodlot overlaten?
Ja, ik heb Zaterdag namiddag bak, maar 'k zal vragen om 3 uur te mogen vertrekken. Kom dus aan tegen een uur of 4. Ik ga seffens naar de statie en zal u 't rechte uur in potlood hierbij zetten, seffens. Indien ik bij ongeluk niet aan de statie was, kom dan recht naar d'Olijftakstraat, de weg is gemakkelijk om vinden: de Keyser-lei, de boulevard rechts af tot aan de Paardenmarkt en daar zal men 't u wijzen. Maar ik zàl er zijn. Daarop zullen we tehuis koffie drinken en met Zors aan de piano 'finitief repeteeren.
"Ik heb wel de eer u minzaam te groeten
Zoowel met mijn handen als met mijn voeten"
[2]
Doctor Diets
Keurvels zal er waarschijnlijk ook zijn.
Statie 4 u.20
Zij heeft me geplakt! o Gust. glaube nie dem Weiberschwur! —
Gij moet uit Brussel vertrekken om 2 u.30'. — Dan zijt gij hier om 3u.23' (expr[es] 3°Kl[asse].) Ik zal aan de statie staan. —
Zors zegt me, dat gij vast de muziek van het Kerelslied niet moogt vergeten.[3] ["Ik wil van den kerelen zingen met zijnen langen baard..."] Dat kunt gij zingen. — Ik zing een ander Kerelslied[4]: De Geyter zal er zijn! — Zooeven uit Nijmegen! een kaart ontvangen van Rik Luyten, die óok komt.[5] 'k Zal hem godome betoosten, dat — God vertroost me! (nieuwe vloek die 'k ontdekt heb) — de stukken en de flarden er af zullen hangen! Dus — tot Zaterdag 3u23'.
Pol van Mane
De Pessimist ligt klaar voor u.[6]
Annotations
[2] De twee doctoren. Zie brief 1, noot 18.
[*] Latijn: 'o schande'.
[3] De Bom bedoelt het Kerelslied, op tekst van Julius de Geyter en op muziek van Florimond van Duyse. In De Bom, Aanteekeningen XI, april 1891 (bezit AMVC), p. 83-89 vinden we het Kerelslied terug. Voor meer gegevens over de achtergronden van het Kerelslied, zie Marcel Boey, 'Kerels', Encyclopedie van de Vlaamse Beweging, dl.I, Tielt, Utrecht, Lannoo, 1973.
[4] Mogelijk een parodie op het Kerelslied.
[6] Emmanuel de Bom, De pessimist, Antwerpen, J.-E.Buschmann, 1891.
