<Resultaat 153 van 1419

>

[1]
Beste!
Ik liep sedert drie dagen met een brief voor u in den zak, en vergat hem in de bus te steken!
Hàd ik geld, ik stuurde u een schat op. Maar ach! driemaal ach! zelf[s] de vijf franken van uw broêr Zors heb ik opgedaan. Mijn schat is negatief.
Maar..........
Er is een maar, gelukkig voor u. Morgen dinsdag[1] zàl ik geld hebben. Ge neemt de trein om 5.4 u. (hier om 6.11 u.) en ge vertrekt 12.17 (2.70 fr.) Ik betaal uw plaats in 't Park (een goeie, zulle!) en ik geef u de vijf fr. (de "paardoog") die ge zult aan Zors overhandigen binnen zes of zeven weken
Met les Revenants[2] speelt men niet l'Ecole des Veufs,[3] maar la Tante Léontine (zeer goed).
Gisteren heb ik l'Honneur[4] gezien. De dagbladschrijvers (hoe! hoe!!...) schijten daarop, maar ik vind dat een meesterwerk. Zal u daarover zotpraten.
Uw brief heb ik uitgezogen "ainsi que sugcerais substantificque mouelle de quelque os medullare" (Rabelais).[5] Ik wacht u met ongeduld, zal u onderhanden nemen, en genezen zult ge van hier wegtrekken.
Zeus bescherme u.
Pol van [[In plaats van de handtekening staat er een getekend varkentje met een koksmuts op en belletjes aan de staart.]]
Handshake van Jacques Dw[elshauvers]

Annotations

[1] Dinsdag 10 maart. De brief is waarschijnlijk door De Bom achteraf verkeerd gedateerd. Normaliter zou men als datum bovenaan op de brief 9 maart 1891 verwachten, vermits Vermeylen hier spreekt over "morgen dinsdag" en dit, zonder enige twijfel, 10 maart is.
[2] Henrik Ibsen, Les revenants. Drame familial en trois actes, traduit par R. Darzens, Parijs, Tresse et Stock, 1890. Men speelde dit drama van Ibsen op 9, 10, 11 en 12 maart. De laatste voorstelling was een extra vertoning (zie La chronique van 11 maart 1891). Een zeer lovende bespreking van Les revenants vindt men in hetzelfde nummer van La chronique en in L'art moderne, XI, nr. 11 (15 maart 1891), p. 86-87.
[3] Georges Ancey, L'école des veufs (1889). Het stuk werd aangekondigd in de reeks voorstellingen van de laatste te Parijs gespeelde stukken die het Théâtre-Libre in het Théâtre du Parc zou brengen. Zie La chronique van 16 jan. 1891. Het werd te elfder ure vervangen door La tante Léontine, vaudeville pessimiste van M. Boniface en Ed. Bodin.
[4] Op vrijdag 6, zaterdag 7 en zondag 8 maart speelde het Théâtre-Libre Jeune premier, een eenakter van Paul Ginisty en L'honneur van Henri Fèvre. Zie La chronique (6, 7 en 8 maart 1891).
[5] Allusie op een deel uit Rabelais' inleiding (Prologue de l'auteur) van Gargantua (1534). Het is een aanpassing van de zin die voorkomt in Gargantua en waarin Rabelais de aandacht van de lezer vestigde op de manier waarop een hond een been langdurig besnuffelt om er ten slotte het merg uit te zuigen. Rabelais nodigt de lezer uit hetzelfde te doen met zijn boeken: "A l'exemple d'icelluy vous convient estre saiges pour fleurer, sentir et estimer ces beaulx livres de haulte gresse, légiers au prochaz et hardiz à la rencontre; puis, par curieuse leçon et méditation fréquente, rompre l'os et sugcer la sustantificque mouelle..." Op te merken valt dat Vermeylen — die nochtans "substantificque" in plaats van "sustantificque" schrijft, hetgeen zeer dikwijls gebeurt bij het citeren van deze zin, — dan toch de oudere schrijfwijze van het werkwoord "sugcer" bewaart, wat getuigt van een goede kennis van deze tekst. Nochtans zou Rabelais zelf "sugcerois" geschreven hebben. We danken deze informatie aan Prof. Dr. M. de Grève (R.U.G. fac. van Letteren en Wijsbegeerte, seminarie voor Franse literatuur).

Register

Naam - persoon

Bodin, Edouard (°)

Frans auteur.

Schreef gedichten (La Plainte, 1879) en, samen met M.Boniface, Gyptis. Légende lyrique (1891), op muziek van Noël Desjoyeaux.

Bom, Emmanuel Karel De (° Antwerpen, 1868-11-09 - ✝ Kalmthout, 1953-04-14)

Bibliothecaris, journalist en schrijver. Medeoprichter van Van Nu en Straks. Gehuwd met Nora Aulit op 24/08/1901 in Antwerpen.

Bom, Georgius Franciscus De (gen. Joris) (° Antwerpen, 1866-06-03 - ✝ Antwerpen, 1926-11-10)

Broer van Emmanuel. Onderwijzer, componist en dirigent.

Gehuwd met Louisa Theresia Joris op 11/08/1892.

Boniface, Maurice (° Lille, 1862-08-06 - °)

Frans auteur.

Schreef voornamelijk toneelstukken. Debuteerde met poëzie (Chansons parisiennes). Zijn eerste komedie, Le marquis Papillon (1886), werd zeer gunstig ontvangen door de bekende toneelcriticus F. Sarcey; andere toneelstukken zijn La crise politique, een politieke satire uit 1893; Les petites marques uit 1895 en Clarisse Arbois uit 1903. De meeste van zijn stukken worden gekenmerkt door hun scherpe ironie en vaudevillesk karakter, en werden meer dan eens gespeeld door de groep van Antoine.

Dwelshauvers, (Jean) Jacques (° Brussel, 1872-07-09 - ✝ Montmaur-en-Diois (Drôme), 1940-11-14)

Kunsthistoricus en militant anarchist.

Broer van Georges Dwelshauvers en gezel van Clara Köttlitz, met wie hij in 1897 een vrij huwelijk aanging. Deed beloftevolle studies aan het Koninklijk Atheneum Brussel (afd. Latijn-Grieks), waar hij A.Vermeylen leerde kennen. Studeerde 1890-92 natuurwetenschappen aan de ULB (diploma van kandidaat in juli 1892). Met een beurs van de Jacobsstichting vatte hij in oktober 1892 studies in de medicijnen aan te Bologna, samen met de latere geneesheren Herman Köttlitz en Alfred Walravens. Hij verliet Bologna in 1897, zonder de hele cyclus te hebben beëindigd.

In hetzelfde jaar begonnen de eerste strubbelingen met Gust Vermeylen, i.v.m. diens huwelijk met Gaby Brouhon en de strekking en inhoud van Van Nu en Straks. Het jaar daarop maakte hij een nieuwe reis naar Bologna en Bergamo. In het voorjaar van 1899 trok hij met Clara naar Firenze, waar hij zich voortaan geheel aan kunsthistorisch onderzoek wijdde, geboeid door de figuur van Botticelli en de kuituur van het Quattrocento. Hij zou in Firenze ook nog de toelating hebben gevraagd zich voor de eindexamens geneeskunde aan te bieden, maar legde die nooit af. Zijn verblijf in en om Firenze (afwisselend te Calamecca en te Castello), dat tot 1906 duurde, werd regelmatig onderbroken voor reizen naar het thuisland, en naar Parijs.

In 1899 werd te Antwerpen trouwens zijn zoon Lorenzo (Jean-Jacques Erasme Laurent) geboren (op de akte tekende o.m. Emmanuel de Bom als getuige), en het gezin was er officieel ingeschreven aan de Montebellostraat 3 tot 1906. In dat jaar, verhuisden zij naar Colombes bij Parijs (Boulevard Gambetta 46, niet-geregistreerde verblijfplaats). Dwelshauvers, die zich intussen Mesnil noemde (naar twee dorpjes bij Dinant, de geboortestad van zijn vaders familie), onderhield er nauwe contacten met de anarchistische en internationalistische beweging. Hij verdiende de kost met het schrijven van reisgidsen, eerst bij Hachette (o.a. de Guide Joanne - na W.O.I Guide Bleu - over Noord-Italië), nadien bij Baedeker.

Tussen 1910 en 1914 vestigde het gezin Mesnil zich te Alfort bij Parijs, waar - gezien zijn moeilijkheden met de geheime politie - evenmin een officiële inschrijving werd genoteerd. Jacques Mesnil stierf in niet opgehelderde omstandigheden te Montmaur, waar zijn zoon toen zou hebben gewoond; hij leed toen al enkele jaren aan een hart- en nierziekte waarvoor hij o.m. door dokter Schamelhout werd behandeld. Behalve aan Van Nu en Straks werkte hij nog mee aan Mercure de France, La société nouvelle, Ontwaking, Onze kunst, Revista d'Arte, Gazette des beaux arts, Burlington Magazine, de Parijse krant L'Humanité en het Italiaanse Avanti. Een bibliografie kan men terugvinden in de geciteerde bronnen.

Fevre, Henry (° Chaumont-en-Bassigny (Haute-Marne), 1864 - ✝ Riaucourt (Haute-Marne), 1937)

Schrijver en hoogleraar.

Debuteerde samen met een vriend, Louis Desprez,met wie hij een bundel verzen en een realistische zedenroman uitgaf. Roman die Desprez in de gevangenis bracht. Daarop reageerde hij met het stuk En détresse in het Théâtre Libre, naar een nieuwe nog onuitgegeven roman. Publiceerde verder de anti-militaristische roman Au port d'armes. Moeurs militaires (1887) en de brochure Désarmement. Parfaitement (1891). Was ook bevriend met Jean Grave. Doceerde Franse letteren in Lyon en Straatsburg.

Ginisty, Paul (° Parijs, 1855 - °)

Schrijver en journalist. In Parijs directeur van het Théâtre National de l'Odéon en inspecteur van historische monumenten.

Schreef voornamelijk over het theater, gaf souvenirs uit van toneelspelers en bewerkte romans voor theater, zo o.m. Stendhals La Chartreuse de Parme. Gaf een nieuwe editie uit van Murgers Scènes de la vie de Bohême en schreef zelf een aantal toneelstukken en novellen, alsook reisimpressies. Was redacteur bij de bladen Gil Blas en XIXe siècle on publiceerde nog o.a. Mémoires d' anonymes et d'inconnus (1814-1850) (1907) en Anthologie du journalisme du XVIIe siècle à nos jours (1922).

Mathevon De Curnieu, Georges-marie (° Parijs, 1860 - ✝ Parijs, 1917)

Eigenlijk: Georges-Marie Mathevon De Curnieu

Schrijver van toneelstukken die in hun tijd heel wat opschudding veroorzaakten. Bekend van hem zijn de bittere komedie L'Avenir (1899) en het sterk antiklerikale Ces messieurs (1901) dat door de censuur verboden werd. Het Théâtre Libre bracht van hem stukken van naturalistische aard.

GL. LR. Thieme.

Vermeylen, August. (° Brussel, 1872-05-12 - ✝ Ukkel, 1945-01-10)

Hoogleraar, kunsthistoricus en schrijver. Medeoprichter van Van Nu en Straks. Gehuwd met Gabrielle Josephine Pauline Brouhon op 21/09/1897.

Titel - krant/tijdschrift

Art Moderne, L' (° 1881 - ✝ 1914)

Brussels artistiek weekblad.

Werd, zoals ook La jeune Belgique, bij Wwe Monnom gedrukt. Opgericht door de advocaat Edmond Picard, die toen werd beschouwd als de geestelijke leider van de Brusselse progressieve jongeren. Samen met Octave Maus, de bezieler van de kunstenaarskring Les XX (1884 - 1893), verdedigde hij in l'Art moderne o.m. het impressionisme en het wagnerisme. Het tijdschrift kan in zekere zin beschouwd worden als een voorbode van Van Nu en Straks: vooral Picards uitspraak dat kunst filosofische gedachte, synthese en leven is, wijst in die richting. Medewerkers waren o.a. C.Lemonnier, E.Verhaeren (die ook in de redactie zat), G. Eekhoud, E. De Molder (later schoonzoon van Fél.Rops) en H. van de Velde.

Chronique, La (° 1914-1868 - ✝ 1918 - °)

Brussels dagblad.

Verscheen eerst als weekblad (1864 - 1868). Werd gesticht door Victor de la Hesbaye die ook jarenlang als hoofdredacteur optrad. Was aanvankelijk neutraal van opzet; evolueerde naar een in de jaren negentig duidelijke liberale strekking met antiklerikale en antiflamingantische stellingnamen. Cesuur tijdens de Eerste Wereldoorlog: het blad verscheen opnieuw als weekblad, evenwel uitsluitend te Parijs; na de oorlog werd het opnieuw dagblad met als ondertitel "Journal d'Union belge". De hoofdredactie berustte toen bij Jean d'Ardenne en Léon Souguenet. Directeur was Fréderic Rotiers.

Naam - instituut/vereniging

Théâtre du Parc (° 1782 - °)

Brussels theater.

Bestaat heden nog. Werd van 1879 tot 1892 bestuurd door Fr.Candeilh die de schouwburg een grote faam bezorgde door de Parij se theateractualiteit op de voet te volgen. Onder zijn leiding werd ook onuitgegeven werk gecreëerd van o.m. M.Maeterlinck, O.Mirbeau, H.Kistemaeckers en Th.Hannon. Hij nodigde gezaghebbende Franse acteurs en groepen uit, zoals S.Bernhardt in 1880 en het Théâtre-Libre d'Antoine in de jaren negentig. De eigen groep bracht doorgaans goede komedies, die bij het Brusselse publiek zeer in trek waren.

Theatre-libre (° 1887 - ✝ –, 1896)

Parijs theater.

Werd opgericht door A.Antoine, die vernieuwing wou brengen in het in conventies vastgelopen Parij se schouwburgleven. Het specialiseerde zich in het brengen van niet eerder vertoonde of weinig gekende stukken hetzij van buitenlanders (b.v. Tolstoj, Toergenjev, Ibsen, Strindberg), hetzij van eigen jonge debuterende auteurs of van auteurs uit de naturalistische school, van wie het werk elders niet aan bod kwam. Behalve een afwijkend repertoire, hield Antoine er ook eigen regieopvattingen op na: zo moesten zijn acteurs alle rollen spelen (i.t.t. de officiële theaters waar men typerollen speelde) en moesten hun kostumering, spel en diktie zo natuurgetrouw mogelijk zijn. Het Théâtre-Libre kende onmiddellijk grote bijval. Zijn faam verspreidde zich snel over Europa, zodat nog voor het einde van de eeuw op verschillende plaatsen gelijkaardige theaters werden opgericht, zo o.m. te Berlijn en Zürich (Die Freie Bühne) en te Londen (The Independent Theatre). In 1896 werd het door Antoine zelf omgevormd en herdoopt in Theâtre-Antoine, dat - zij het met meer omzichtigheid en zin voor zakelijk succes - de traditie van het Théâtre-Libre voortzette.