<Resultaat 172 van 1419

>

Houwe,
Ik schrijf u deze regelen vóor m'n venster, dat ik open zet voor 't eerste maal van 't jaar. Mijn zuster heeft mimosas geplaatst op mijn tafel, en er zijn klein witgevederde wolkjes in de lucht, licht-blauw als een aquarelhemel. Op straat hoor ik kinderen lachen, meisjes die met "pikkelen" spelen en ketjes die vechten. Ik zit hier zoo gezellig, en vol geluk!
Mijn Gouda-pijp langzaam rookend, herlees ik nog éens de 12 bladz. die ge me geschreven [hebt].[1] Maar hoe zijt ge verduiveld op die gedachte gekomen dat ge mij te veel schrijft?? Hoe langer uw brieven zijn, hoe beter, houwe!
Dat allerlaatste gesprek in een afgelegen koffiehuis is iets diep-pijnelijks. Maar zonder pijn kan geen bevalling geschieden, en ze verheugt me zeer, de hoop waarmeê ge schrijft: "Thans begint werkelijk het nieuwe leven!"
Maar wat beduidt toch dit: "En als ik nog éenmaal bemin, dan moet het definitief zijn"? Eenige woordjes uitlegging, hé?
Ik begin ook te voelen dat de vrouw (de meeste vrouwen) doodend werk(en)t op den kunstenaar, voor wien ze niets meer mogen (mag) zijn dan un prétexte à idéal. Ik laat de éen na de andere al mijn liefdes varen... en behoud er maar éene; die van Gusta.
Ik heb u in mijn laatste brieven niet gesproken van al die klein minne-gebeurtenissen waaraan ik mijn tijd erg verbeuzel. Ik kon u toch niet met mijn minnerijen ende "amoretjes" zotpraten, terwijl gij in de golven der groote passie [2] dookt!
(Au)Gusta is 19 jaar oud, verkoopt chocolâ en drinkt gaarne den Moselwijn — den amberkleurigen. Ze heeft een poedelsmoeltje dat ik pleizierig vind, met een wipneusje, groote blauwe oogen, en blond haar, wederspannig aan den kam, dat op haar voorhoofd komt dartelen en in den hals kroest.
Gisteren droeg ze een kleed waarmeê ik dweep: zeer licht, engklemmend rond de taille, wat gedecolteerd, en op de borst een groote strik "Jeune-Belgique." En dat wipneusje daarbij! ... Had Antonius dàt gezien, nooit ware hij een heilige gaworden. "Elle est adorablement chiffonnée", lijk Robert Legros — de nachtegaal van Barvaux — in zijn volledige werken zingt.[2] En daarenboven (lach niet!): ze is zuiver!
Ik ken haar sedert drie weken, en ben tweemaal met haar uit geweest. Eéns naar buiten, op een zonnigen namiddag, — en gisteren de stad rond. We hebben eerst Kirsch gedronken, en dan — in de grot, weet-je nog? — een glas Rijnwijn, en daarna... een flesch "moussirender Hochheimer"! Die arme Gusta was dronken, en weende bijna om "alles wat ze voor mij deed". Ze liet haar matte hoofd rusten op mijn schouder, en vroeg mij met zoo'n ongelukkig stemmeken dat ik haar nog éens zou kussen! Ik wilde met haar naar een hôtel, aan de Zuiderstatie (de "Bar russe" is gestorven: de crisis! de crisis!), maar ze weigerde wanhopig. Eindelijk beloofde ze mij Zondag "aan mij" te zijn, en zeide met weemoed: Je sens bien que c'est fatal, que je devrai "me perdre" avec toi!" Ik wacht met ongeduld den Zondag-avond af.
Schouwburg-zaak:[3] Coremans zal ons helpen, zoo niet officieel, dan toch officieus. Hij vertaalt nu "Rosmersholm" (Spooken, Puppenheim en de Wilde Eend zijn reeds vertaald).[4]
'k Heb nog aan iets gedacht: zouden we geen stuk van Maeterlinck kunnen opvoeren? L'Intruse,[5], b.v. (door Coremans' zuster vertaald).[6]
[3]
Schrijf me spoedig (nieuws van uw vader).
Zoudt ge weêral moeten lijden, nu dat het nieuwe leven zoo schoon begonnen is?
Gust

Annotations

[2] Van Robert Legros vonden we alleen 'Vers pour une maitresse' terug, verschenen in de Almanach des étudiants (Brussel, Aux bureaux de la Revue Belge Illustrée, 1891), p. 117. Het gedicht was gedateerd 'Septembre 1890'. De door Vermeylen geciteerde zinsnede komt daarin echter niet voor.
[5] Maurice Maeterlincks stuk L'intruse, dat in 1890 verschenen was, ging op 21 mei 1891 in première in het Théâtre du Vaudeville te Parijs, gespeeld door de groep van het Théâtre d'Art van Paul Fort in de regie van A.-M.Lugné-Poe. Zie Paul Fort, Mes Mémoires. Toute la vie d'un poète (Parijs, Flammarion, 1944), p. 34.
[6] Marie Gerardine Coremans. Van deze vertaling werd geen spoor teruggevonden.

Register

Naam - persoon

Bom, Petrus De (° Antwerpen, 1825-11-27 - ✝ Antwerpen, 1907-12-26)

Vader van Emmanuel. Kleermaker. Gehuwd met Francisca Dirven op 27/04/1852.

Coremans, Edouard Charles François Marie (° Elsene, 1863-10-21 - ✝ Etterbeek, 1926-07-24)

Toneelcriticus en bediende bij het Ministerie.

Neef van de gelijknamige Antwerpse meetingist. Fijnzinnige, aristocratische figuur, die o.m. actief was in het Brusselse kunstgenootschap De Distel. Bewonderaar van E.A.Poe. Maakte jammer genoeg niet gepubliceerde vertalingen van Ibsens toneelstukken. Schreef op last van de Belgische regering een overzicht van de Vlaamse letterkunde bestemd voor de Engelstalige bezoekers van de Wereldtentoonstelling te Saint Louis (1904). Was in 1910 secretaris van de afdeling letterkunde van de Wereldtentoonstelling te Brussel. Tijdens WO I werd hij opgenomen in het departement Kunsten en Wetenschappen van het door toedoen van de bezetters gesplitste ministerie, wat hem een veroordeling wegens activisme kostte. Stierf in armoede ondanks de door E.Picard opgezette campagne om hem geldelijk bij te staan.

Corimans, Marie-gérardine (° Brussel, 1861-06-02 - ✝ Brussel, 1898-04-03)

Zuster van de toneelcriticus Edw.Coremans. Ongehuwd. Beroep onbekend.

Fort, Paul (° Reims, 1872 - ✝ Montlhéry, 1960)

Schrijver.

Legros, René Robert (° Barvaux, 1872-11-05 - ✝ Barvaux, 1933-07-29)

Geneesheer.

Liep school op het Athénée Royal van Luik en, van de vierde Latijnse tot de retorica, op het Brusselse Atheneum, waar hij bevriend raakte met o.m. A.Vermeylen, J.Dwelshauvers en L.de Raet. Studeerde nadien geneeskunde aan de UEL (1890-1897). Publiceerde verzen in de Almanach des étudiants. Almanach de l'Université libre de Bruxelles (1891).

Lugne-poe, Aurélien François Marie (° Parijs, 1869 - ✝ Villeneuve-lès-Avignon, 1940)

Toneelspeler en -leider.

Vermeylen, August. (° Brussel, 1872-05-12 - ✝ Ukkel, 1945-01-10)

Hoogleraar, kunsthistoricus en schrijver. Medeoprichter van Van Nu en Straks. Gehuwd met Gabrielle Josephine Pauline Brouhon op 21/09/1897.

Naam - instituut/vereniging

Theatre D'art (° 1890 - ✝ –, 1893)

Parijs theater.

Werd opgericht door de achttienjarige P. Fort als symbolistische tegenhanger van het Théâtre-Libre d'Antoine, waar hoofdzakelijk naturalistische stukken werden gespeeld. Bracht in een zeer sober decor - "la parole évoque le décor" was de stelregel -, ontworpen door schilders als E.Vuillard, P.Bonnard, P.Gauguin en P.Sérusier, werk van o.m. Ch. van Lerberghe, R.de Gourmont, Mad.Rachilde, J.Villiers de L'Isle-Adam, Ch.Morice en M.Maeterlinck. Werd onmiddellijk opgevolgd door het Théâtre de l'Oeuvre o.l.v. P.Forts vriend en medewerker A.-M.Lugné-Poe.

Theatre Du Vaudeville (° 1884 - °)

Brussels theater.

Werd opgericht in de Koninginnegalerij te Brussel. Bestaat heden nog. Oprichter was de acteur Leopold Boyer, die er tot 1909 directeur was. Zoals de naam aangeeft, speelde men er voornamelijk revues en vaudevilles.