<Resultaat 171 van 1419

>

Mon cher Mane,
Les quelques mote que tu m'as écrits m'apprennent combien tu es triste et abattu par les douloureux événements qui t'ont frappé.[1] Aussi veux-je m'entretenir par lettre quelques instants avec toi, espérant te distraire un peu et te faire oublier le présent.
J'ai lu avec beaucoup d'intérêt la brochure médicale "Modedwaasheden" que tu m'as envoyée.[2] J'ai retrouvé là des idées depuis longtemps sympathiques: je ne sais si je t'ai jamais exposé mes théories sur le costume moderne et particulièrement sur les costumes de femmes et les corsets, mais je suis opposé à cette torture du corps aussi bien comme artiste que comme futur médecin.[3] Les filles des bourgeois qui se serrent à se couper en deux et sont fières comme Artaban quand elles sont parvenues à se faire une taille un peu plus mince que telle ou telle de leurs amies, me semblent tout simplement ridicules. Les belles grecques et romaines qui laissaient à leur buste un libre développement avaient d'autres idées esthétiques sur la forme et le contour et leur perfection fait honte à beaucoup de nos contemporaines: avec elles on n'avait point à craindre de surprises au déballage! Cependant pour être sincère je suis obligé d'avouer que je "comprends" mieux mes contemporaines que les anciennes déités: elles ont un "chic", une "morbidezza", un je ne sais quoi de délicieusement pervers et canaille dans toute leur personne que l'antiquité n'a jamais connu dans la franchise sereine de sa Beauté!
Tu vois que mes goûts sont encore loin d'être hygiéniques et médicaux! Je m'abstiens de pousser plus avant ces théories: [2] tu me traiterais de décadent peut-être, car ma plume frémit d'écrire des choses monstrueusement diaboliques.
— Autre guitare: Gust m'a parlé du projet de théâtre des acteurs anversois[4] et m'a dit que tu voulais me prendre dans le comité chargé de découvrir et d'examiner les pièces de théâtre plus ou moins libre! J'accepte, fort égoistement, car il y aura plus de plaisir et d'honneur pour moi à être des vôtres, que de profit pour vous à m'avoir pour collègue.
En tout cas l'idée est excellente et a l'avantage d'être artistique et pratique tout à la fois. Gust en paraît enchanté: il te l'aura dit et écrit plus d'une fois.
Je n'ai plus aperçu ce cher ami depuis quelques jours et je me demande anxieusement ce qu'il devient. J'irai tantôt à sa recherche.
Pour ma part, je ne travaille guère, sans cesse interrompu par l'un ou par l'autre, agacé, nerveux et sans pouvoir de me cloîtrer quelques jours.
On n'a réellement pas le temps de rêver ou de penser quelques heures en cette vie sans que le Réel ne vous vienne déranger et ne brise la phrase à moitié écrite: c'est ainsi que nos oeuvres ont toujours l'air de lambeaux cousus ensemble tant bien que mal!
Toi-même tu as dû éprouver plus d'une fois cet ennuie d'être troublé au milieu d'une besogne chère et à l'actuel instant le ressens tu peut-être encore. Aussie je compâtis d'autant plus à ta tristesse que j'en ai la compréhension intime et qu'il y a entre nous la sympathie qui existe toujours entre ceux que l'Art a... empoisonnés!
Sur ce, mon cher Mane, je mets fin à ces incohérents bavardages en complotant de les réitérer la prochaine fois que tu viendras à Bruxelles ou que je viens à Anvers et je reste ton bien dévoué
Jacques Dwelshauvers

Annotations

[1] Nl. het overlijden van De Boms moeder. Zie brief 38.
[2] Niet teruggevonden.
[3] Jacques Dwelshauvers was op dat ogenblik eerstejaarsstudent aan de Vrije Universiteit te Brussel(U.L.B.), Faculteit voor Wetenschappen. In juli 1892 werd hij tot kandidaat geproclameerd. Daarna vertrok hij met een beurs van de Jacobsstichting naar Bologna, waar hij zich samen met Herman Koetlitz en Alfred Walravens liet inschrijven in de Faculteit voor Geneeskunde. Volgens het biografische artikel in La biographie nationale (Brussel, dl. XXXIV, p. 596-604) door Jacques Lavalleye onderbrak hij zijn studies te Bologna na afloop van het academiejaar 1896-97. In maart 1899 deed hij een aanvraag bij de medische faculteit te Florence om er zijn laatste examens in geneeskunde te mogen afleggen.
[4] Hubert Laroche, Frits Bouwmeester en Bernard Ruysbroeck, die zich van het officiële gezelschap van de Nederlandsche Schouwburg van Antwerpen hadden afgescheiden en met een eigen groep in de Cirkschouwburg in de Jezusstraat moderne stukken wilden brengen.

Register

Naam - persoon

Bom, Emmanuel Karel De (° Antwerpen, 1868-11-09 - ✝ Kalmthout, 1953-04-14)

Bibliothecaris, journalist en schrijver. Medeoprichter van Van Nu en Straks. Gehuwd met Nora Aulit op 24/08/1901 in Antwerpen.

Bouwmeester, Frits (° Middelburg, 1848-08-02 - ✝ Surabaja, 1906-02-17)

Toneelspeler.

Broer van Louis Bouwmeester.

Dwelshauvers, (Jean) Jacques (° Brussel, 1872-07-09 - ✝ Montmaur-en-Diois (Drôme), 1940-11-14)

Kunsthistoricus en militant anarchist.

Broer van Georges Dwelshauvers en gezel van Clara Köttlitz, met wie hij in 1897 een vrij huwelijk aanging. Deed beloftevolle studies aan het Koninklijk Atheneum Brussel (afd. Latijn-Grieks), waar hij A.Vermeylen leerde kennen. Studeerde 1890-92 natuurwetenschappen aan de ULB (diploma van kandidaat in juli 1892). Met een beurs van de Jacobsstichting vatte hij in oktober 1892 studies in de medicijnen aan te Bologna, samen met de latere geneesheren Herman Köttlitz en Alfred Walravens. Hij verliet Bologna in 1897, zonder de hele cyclus te hebben beëindigd.

In hetzelfde jaar begonnen de eerste strubbelingen met Gust Vermeylen, i.v.m. diens huwelijk met Gaby Brouhon en de strekking en inhoud van Van Nu en Straks. Het jaar daarop maakte hij een nieuwe reis naar Bologna en Bergamo. In het voorjaar van 1899 trok hij met Clara naar Firenze, waar hij zich voortaan geheel aan kunsthistorisch onderzoek wijdde, geboeid door de figuur van Botticelli en de kuituur van het Quattrocento. Hij zou in Firenze ook nog de toelating hebben gevraagd zich voor de eindexamens geneeskunde aan te bieden, maar legde die nooit af. Zijn verblijf in en om Firenze (afwisselend te Calamecca en te Castello), dat tot 1906 duurde, werd regelmatig onderbroken voor reizen naar het thuisland, en naar Parijs.

In 1899 werd te Antwerpen trouwens zijn zoon Lorenzo (Jean-Jacques Erasme Laurent) geboren (op de akte tekende o.m. Emmanuel de Bom als getuige), en het gezin was er officieel ingeschreven aan de Montebellostraat 3 tot 1906. In dat jaar, verhuisden zij naar Colombes bij Parijs (Boulevard Gambetta 46, niet-geregistreerde verblijfplaats). Dwelshauvers, die zich intussen Mesnil noemde (naar twee dorpjes bij Dinant, de geboortestad van zijn vaders familie), onderhield er nauwe contacten met de anarchistische en internationalistische beweging. Hij verdiende de kost met het schrijven van reisgidsen, eerst bij Hachette (o.a. de Guide Joanne - na W.O.I Guide Bleu - over Noord-Italië), nadien bij Baedeker.

Tussen 1910 en 1914 vestigde het gezin Mesnil zich te Alfort bij Parijs, waar - gezien zijn moeilijkheden met de geheime politie - evenmin een officiële inschrijving werd genoteerd. Jacques Mesnil stierf in niet opgehelderde omstandigheden te Montmaur, waar zijn zoon toen zou hebben gewoond; hij leed toen al enkele jaren aan een hart- en nierziekte waarvoor hij o.m. door dokter Schamelhout werd behandeld. Behalve aan Van Nu en Straks werkte hij nog mee aan Mercure de France, La société nouvelle, Ontwaking, Onze kunst, Revista d'Arte, Gazette des beaux arts, Burlington Magazine, de Parijse krant L'Humanité en het Italiaanse Avanti. Een bibliografie kan men terugvinden in de geciteerde bronnen.

Koettlitz, Hermann (° Brussel, 1871-11-09 - ✝ Ukkel, 1950-03-27)

Geneesheer-chirurg.

Broer van Clara en Eugène Köttlitz. Studiegenoot van Frits Sano, Jacques Mesnil en A.Vermeylen aan de ULB. Verbleef ook met J.Dwelshauvers en A.Walravens vijf jaar (1892 tot 1896) in Bologna als beursstudent van de Jean Jacobsstichting. Promoveerde in 1908 te Brussel tot 'docteur spécial en sciences medico-chirurgicales'.

Laroche, Hubert (ook La Roche) (° Antwerpen, 1864-07-21 - ✝ Antwerpen, 1928-12-16)

Acteur.

Ruysbroeck, Bernard (° Rotterdam, 1855-08-21 - ✝ Borgerhout, 1933-05-17)

Acteur.

Speelde te Rotterdam, Gent en Antwerpen. Had een voorliefde voor de stukken van H.Heyermans. Was ook een begaafd tekenaar en schilder van genrestukken en portretten. Leerling van E.Pieters. Het AMVC bezit een portret van zijn vrouw, de actrice Maria Ruysbroeck-Tenvoorden.

Vermeylen, August. (° Brussel, 1872-05-12 - ✝ Ukkel, 1945-01-10)

Hoogleraar, kunsthistoricus en schrijver. Medeoprichter van Van Nu en Straks. Gehuwd met Gabrielle Josephine Pauline Brouhon op 21/09/1897.

Walravens, Alfred (° Tubize, 1872-11-15 - °)

Geneesheer.

Leerling aan het Brusselse atheneum met o.a. Vermeylen, De Raet, Dwelshauvers en Legros. Studiegenoot van J.Dwelshauvers, H.Koetlitz en A.Vermeylen aan de ULB. Verbleef van 1892 tot 1896 in Bologna met een Jacobsbeurs.

Naam - instituut/vereniging

Cirkschouwburg 1891 - 1900 (° Antwerpse toneel- en feestzaal, gevestigd aan de Jezusstraat, die verhuurd werd voor dansavonden, circusvoorstellingen of toneel. Verscheidene malen werd te Antwerpen gepoogd naast de officiële Nederlandsche Schouwburg een tweede Schouwburg met een eigen groep op te richten. De eerste poging dateert van, - ✝ ', 0084 - ✝ , toen W. Lemmens in het Théâtre des Variétés erin slaagde, ondanks het uitblijven van geldelijke steun, een jaar lang een tweede Nederlandstalig gezelschap beroepsacteurs op de planken te houden. De volgende pogingen gingen door in de Cirkschouwburg, en wel in, 1886 - ✝ ', 0087 - ✝ o.l.v. Fr.Bouwmeester, die van de Cirk een familieschouwburg wilde maken, en in, 1888 - ✝ ', 0089 - ✝ o.l.v. H.van Kuyk. Beide pogingen mislukten door het gebrek aan comfort in de zaal, In, 1891 - ✝ werd de Cirkschouwburg herbouwd, nadat drie spelers van de Nederlandsche Schouwburg (nl. H.Laroche, Fr.Bouwmeester en B.Ruysbroeck) zich uit ongenoegen met de nieuwe directie uit dit gezelschap hadden teruggetrokken en een eigen privé-onderneming op het getouw wilden zetten. De nieuwe Cirkschouwburg, die opgesmukt werd door een aantal jonge Antwerpse schilders en beeldhouwers en het nieuwe gezelschap, waartoe behalve Ruysbroeck en Laroche (Fr.Bouwmeester had zich niet aan de plannen gehouden en zich in Nederland laten engageren) nog H.van Kuyk, Pr. de Wit en Julie Cuypers behoorden, wekten het enthoesiasme op van E.de Bom, die goed bevriend was met Laroche en die met A.Vermeylen, J.Mesnil en E.Coremans de initiatiefnemers wilden bewerken om van de Cirk een avant-garde-schouwburg te maken waar Ibsen, Maeterlinck, Sudermann, Tolstoj en Strindberg zouden gespeeld worden. Uiteindelijk werd alleen Ibsens Volksvijand (in de vertaling van E.de Bom) weerhouden, maar ook deze opvoering strandde jammerlijk omdat de acteurs na enkele repitities het stuk niet verder aandurfden. De Cirkschouwburg, o.l.v. H.Verstraeten, werd dus weer een gewone familieschouwburg waar naast "betere" stukken zoals Gringoire van Th.de Banville. en De maire van Antwerpen van Fr.Gittens meestal spektakelstukken en melodrama's gebracht werden, en eenmaal, in het voorjaar van, - ✝ , bij wijze van uitschieter, het gezelschap Junkermann te gast was, dat Hoog- en Nederduitse stukken opvoerde, o.m. van Frits Reuter. De ploeg van H.Verstraeten speelde maar één enkel toneelseizoen: einde, 1892 - ✝ keerden de meeste acteurs naar de voorheen zo versmade Nederlandsche Schouwburg terug. De Cirkschouwburg werd opnieuw voor de meest uiteenlopende activiteiten opengesteld: bals, goochelavonden, circusvoorstellingen en, in, - ✝ althans, voor opvoeringen van franstalige operetten. Het gebouw brandde af in,)

Beurs in 1650 gesticht door de naar Bologna (Italië) uitgeweken edelsmid Jean Jacobs (Brussel tussen 1574 en 1575 - Bologna 13/11/1650) en testamentair uit zijn nalatenschap van de nodige fondsen voorzien. Stelde studenten in de rechten, geneeskunde, wetenschappen en letteren en wijsbegeerte in staat in het Jacobscollege hun studies aan de universiteit van Bologna gedurende vijf jaar verder te zetten. De kandidaten moesten afkomstig zijn uit Brussel, Antwerpen of tenminste uit een gemeente in het Hertogdom Brabant. Vandaar de Italiaanse benaming 'Collegio dei Fiamminghi'. Het was een onafhankelijke instelling met een eigen gebouw (Via Guerrazzi 20), een besturende raad van drie commissarissen (een vertegenwoordiger van de Rechtsfaculteit, één van de Medische Faculteit, en een Bolognese notabele) en een inwonende rector (een Bolognese priester).

De kandidaten, tussen 16 en 18 jaar oud, werden geselecteerd door het Brusselse gilde van edelsmeden. In de 19de eeuw waren de oorspronkelijke reglementen in zoverre veranderd dat de Stad Brussel studenten uitzocht die houder waren van een kandidaatsdiploma: de limiet van 18 jaar werd dus niet meer in acht genomen, het volstond dat de beurshouders hun studies op hun 25ste konden voltooien. Dit laatste is wellicht de reden waarom Jacques Dwelshauvers na het academiejaar 1896-'97 zijn medische studies te Bologna afbrak en te Florence een aanvraag deed om daar zijn laatste examens in de geneeskunde te mogen afleggen. Het gebouw in de Via Guerrazzi werd in 1944 gedeeltelijk verwoest door een bombardement en na de oorlog heropgebouwd. Tot in de jaren vijftig zijn er beurzen toegekend, nadien werd het gebouw wederrechtelijk in bezit genomen door de universiteit van Bologna die er een deel van de Rechtsfaculteit in onderbracht. Deze situatie vormt al jaren een hangende betwisting tussen de Belgische en de Italiaanse staat waar geen schot in komt.

Nederlandsche Schouwburg Van Antwerpen (° 1853 - °)