<Resultaat 205 van 1419

>

Boos, nu ja, een beetje ben ik het toch geweest; maar wie zou er op u, — gij onbetaalbaar ketje, in zijn edelste uiting! — boos kunnen blijven.
Aan mij de beurt nu als vader en philosoof tegen u op te treden.
Ge doet een beestigheid. (Welsprekend kort, hé?) Ge poogt me te verduiken, dat gij in de klem zit, ge beweert de kunst te kennen uw passie te kunnen "canaliseeren" — kom, ik ken die praatjes, 'k heb ze juist als gij aan mezelf wijsgemaakt en daarna aan u geschreven.
Gust, eer het te laat is man: ruk u los, want ge raakt de kluts kwijt. Eerste gevolg uwer... liefde: (beeld u toch niet in, dat gij haar bemint, dat was mijn fout ook: 't is vleeschkoorts!); gij schrijft me niet meer. Ik ten minste zond u pakken papier, waarop de strijd dien 'k voerde geboekt stond — en dàt was een bewijs, dat er strijd was. Er is echter een oogenblik gekomen, dat ik ben aan 't twijfelen gegaan — en o Gust, dat is gevaarlijk! dàn is er alle kans te vergaan. Ei hoe na, of 'k zat in 't net! — Toen schreef ik niet een heele tijd lang: dat is dus een slecht teeken.
Uw lief bezit u, zegt ge — en ge wordt daarvoor ontrouw aan 1° de Kunst, 2° de Studie; 3° aan Mij.
Dat vind ik bliksems stom, hoor; want 'k geloof u niet, waar ge beweert, verstandig-cyniek te zijn. G'hebt ook een hart, en tóch zijt g'een kunstenaar, gij, die eens schreeft dat een kunstenaar zooiets niet behoeft.
Indien gij bepaald beleven wilt wat ik deed, doe het, maar toon [2] ook dat ge mij kunt navolgen in het karakter dat ik nu aan den dag leg: 'k heb met Cl[ara] unbedingt afgebroken en sedert 10 dagen er niet meer naar omgezien. Sedert dien schreef ik een zestal groote artikels in de Koophandel over Rossi en Shakespeare, zeer goede artikels hoor![1] 'k Heb o.a. aan Cornette en Pol de Mont (die voordrachten gaven over Sh[akespeare]) waarheden gezeid,[2] die furore hebben gemaakt in ons Landerneau.[3]
'k Maakte de intieme kennis van Leo van Aken, uitmuntend kunstschilder, meer: denker en artist en beleefd man; met hem heb ik sedert een veertien dagen gesprekken, die 'k u zou willen overseinen. Gij zijt er in den geest aanwezig, want 'k praat aldoor van u.
Hij heeft me dingen verteld van zijn Léo, zijn Clara — kerel, die je verstomd zouden maken! 'k Had u vroeger geschreven, indien 'k vroeger centen had gehad. De Rossi-vertooningen hebben me heelemaal opgeslorpt daarbij. 'k Zou u graag hier zien. Morgen Donderdag ben ik den heelen dag vrij. Indien je komt gaan we samen naar Rossi.[4] Ge hoeft maar uw trein te betalen; maar telegrafeer dan vóor tien uren 's morgens b.v. Indien gij niet kunt, zal ik een middel zoeken om u te komen vinden, op een anderen dag, om u bij de ooren te pakken. Waarom houdt Jacques Dw[elshauvers] niet 'n oog in 't zeil?
Later meer.
Je Mane.

Annotations

[1] Namelijk Emmanuel de Bom, 'Rossi-voorstellingen. Voordracht Pol de Mont [over W. Shakespeare en zijn werk]', in: De Koophandel van Antwerpen (22 mei 1891), 'Rossi-voorstellingen. Voordracht Arthur Cornette [over Koning Lear]', in: De Koophandel van Antwerpen (23 mei 1891); 'Rossi-voorstellingen. [Rossi in de rol van Koning Lear]', in: De Koophandel van Antwerpen (24-25 mei 1891); 'Voordracht van den hr. A.Moortgat [over Othello]', in: De Koophandel van Antwerpen (26 mei 1891); 'Rossi-voorstellingen. Hamlet', in: De Koophandel van Antwerpen (26 mei 1891); 'Rossi-voorstellingen. Ot[h]ello', in: De Koophandel van Antwerpen (28 mei 1891).
[2] De Bom had inderdaad in zijn verslagen van de voordrachten, die in het Koninklijk Atheneum te Antwerpen gehouden werden om het publiek voor te bereiden op de in het Italiaans gegebrachte Shakespeare-voorstellingen, hier en daar pertinente opmerkingen laten vallen over de manier waarop Pol de Mont en vooral Arthur Cornette hun voordracht hadden opgevat. Blijkbaar had men hem hiervoor op de vingers getikt; cf. de aanhef van zijn artikeltje 'Voordracht van den hr. A. Moortgat' ([1]): "Sommigen zijn van oordeel, dat ik mij, bij het beoordeelen der Shakespeare voordrachten op een verkeerd standpunt stel [...] Hierop antwoordende, kan ik niet beter doen dan mijn opvatting duidelijk maken door 't volgende: Ik beschouw een verslag niet als de bloote weergalm van 't behandelde; maar meen dit laatste te mogen toetsen aan eigen begrip en opvatting [...] Deze enkele woorden hebben geen ander doel dan aan de geachte voordrachtgevers en aan mijn lezers te doen gevoelen dat ik de zending der critiek als een ernstige beschouw en dat de daad van, zoowel aan vriend als aan vijand, de goeie, lieve waarheid te zeggen, voor mij niets afschrikkends heeft."
[3] Landerneau: Bretoens stadje aan de monding van de Elorn in het departement Finistère. Bekend voor Franse uitdrukkingen als "il y aura du bruit à Landerneau" en "on en parlera à Landerneau". Voor meer details over de oorsprong van die zegswijzen, zie Grand dictionnaire universel du XIXe siècle (Parijs, Librairie Classique Larousse et Boyer, 1867), onder het trefwoord "Bruit".
[4] Die dan Macbeth speelde. Zie in De Koophandel van Antwerpen (28 mei 1891) het artikel getiteld 'Voordracht van den hr. Gittens', ondertekend M (= De Bom). De voorstelling zelf werd besproken door De Bom in De Koophandel van Antwerpen van 30 mei 1891, eveneens ondertekend met 'M'. Over de Rossi-voorstellingen te Antwerpen, zie ook het Maandblad van het Taalverbondn nr. 5 (19 juli 1891), p. 38.

Register

Naam - persoon

Aken, Leo Van (° Antwerpen, 1857-11-30 - ✝ Antwerpen, 1904-01-11)

Schilder.

Portretten en volkstaferelen in naturalistische trant. Ook binnenhuistaferelen met een duidelijke invloed van A. Struys. Leerling van de Koninklijke Academie voor Schone Kunsten te Antwerpen, bij P. Beaufaux. Een der medeoprichters van De Dertien (Antwerpen 1891). In 1891 ook lid van Arte et Labore. Wilde met zijn kunst een sociale boodschap overbrengen. Goede vriend van E. de Bom. Zie ook Th.-B. en Bénézit.

Bom, Emmanuel Karel De (° Antwerpen, 1868-11-09 - ✝ Kalmthout, 1953-04-14)

Bibliothecaris, journalist en schrijver. Medeoprichter van Van Nu en Straks. Gehuwd met Nora Aulit op 24/08/1901 in Antwerpen.

Cornette Sr., Arthur (° Brugge, 1852-03-27 - ✝ Antwerpen, 1907-03-09)

Leraar en politicus.

Dwelshauvers, (Jean) Jacques (° Brussel, 1872-07-09 - ✝ Montmaur-en-Diois (Drôme), 1940-11-14)

Kunsthistoricus en militant anarchist.

Broer van Georges Dwelshauvers en gezel van Clara Köttlitz, met wie hij in 1897 een vrij huwelijk aanging. Deed beloftevolle studies aan het Koninklijk Atheneum Brussel (afd. Latijn-Grieks), waar hij A.Vermeylen leerde kennen. Studeerde 1890-92 natuurwetenschappen aan de ULB (diploma van kandidaat in juli 1892). Met een beurs van de Jacobsstichting vatte hij in oktober 1892 studies in de medicijnen aan te Bologna, samen met de latere geneesheren Herman Köttlitz en Alfred Walravens. Hij verliet Bologna in 1897, zonder de hele cyclus te hebben beëindigd.

In hetzelfde jaar begonnen de eerste strubbelingen met Gust Vermeylen, i.v.m. diens huwelijk met Gaby Brouhon en de strekking en inhoud van Van Nu en Straks. Het jaar daarop maakte hij een nieuwe reis naar Bologna en Bergamo. In het voorjaar van 1899 trok hij met Clara naar Firenze, waar hij zich voortaan geheel aan kunsthistorisch onderzoek wijdde, geboeid door de figuur van Botticelli en de kuituur van het Quattrocento. Hij zou in Firenze ook nog de toelating hebben gevraagd zich voor de eindexamens geneeskunde aan te bieden, maar legde die nooit af. Zijn verblijf in en om Firenze (afwisselend te Calamecca en te Castello), dat tot 1906 duurde, werd regelmatig onderbroken voor reizen naar het thuisland, en naar Parijs.

In 1899 werd te Antwerpen trouwens zijn zoon Lorenzo (Jean-Jacques Erasme Laurent) geboren (op de akte tekende o.m. Emmanuel de Bom als getuige), en het gezin was er officieel ingeschreven aan de Montebellostraat 3 tot 1906. In dat jaar, verhuisden zij naar Colombes bij Parijs (Boulevard Gambetta 46, niet-geregistreerde verblijfplaats). Dwelshauvers, die zich intussen Mesnil noemde (naar twee dorpjes bij Dinant, de geboortestad van zijn vaders familie), onderhield er nauwe contacten met de anarchistische en internationalistische beweging. Hij verdiende de kost met het schrijven van reisgidsen, eerst bij Hachette (o.a. de Guide Joanne - na W.O.I Guide Bleu - over Noord-Italië), nadien bij Baedeker.

Tussen 1910 en 1914 vestigde het gezin Mesnil zich te Alfort bij Parijs, waar - gezien zijn moeilijkheden met de geheime politie - evenmin een officiële inschrijving werd genoteerd. Jacques Mesnil stierf in niet opgehelderde omstandigheden te Montmaur, waar zijn zoon toen zou hebben gewoond; hij leed toen al enkele jaren aan een hart- en nierziekte waarvoor hij o.m. door dokter Schamelhout werd behandeld. Behalve aan Van Nu en Straks werkte hij nog mee aan Mercure de France, La société nouvelle, Ontwaking, Onze kunst, Revista d'Arte, Gazette des beaux arts, Burlington Magazine, de Parijse krant L'Humanité en het Italiaanse Avanti. Een bibliografie kan men terugvinden in de geciteerde bronnen.

Gaesch, Clara Joanna Maria (° Königsberg (Pruisen; thans Kalingrad, USSR), 1866-02-23 - ✝ – Antwerpen, 1895-03-14)

Cafézangeres.

Was ongehuwd en werkte tot 1891 in The Music Hall aan het Falconplein. Op het ogenblik dat ze een relatie had met Emmanuel de Bom, verwachtteze een kind, dat in 1895 een tijdlang bij De Boms zuster Jeanne werd opgenomen. Een zuster van Clara, Augusta, werkte ook als zangeres in de Statiestraat en zou in 1895 in Kopenhagen hebben verbleven. Clara's laatste adres was Dambruggestraat 85, Antwerpen.

Mont, Maria Polydoor Karel De (gen. Pol) (° Wambeek, 1857-04-15 - ✝ Berlijn, 1931-06-29)

Schrijver, kunsthistoricus en journalist.

Rossi, Ernesto (° Livorno, 1827 - ✝ Pescara, 1896)

Vermaard Shakespearevertolker.

Gaf in 1891 enkele gastvoorstellingen in Brussel en Antwerpen.

Vermeylen, August. (° Brussel, 1872-05-12 - ✝ Ukkel, 1945-01-10)

Hoogleraar, kunsthistoricus en schrijver. Medeoprichter van Van Nu en Straks. Gehuwd met Gabrielle Josephine Pauline Brouhon op 21/09/1897.

Titel - krant/tijdschrift

Koophandel Van Antwerpen, De. Dagblad Voor Politiek, Nijverheid, Kunst En Landbouw Van Antwerpen (° 1863 - ✝ 1897)

'Dagblad voor Politiek, Nijverheid, Kunst en Landbouw van Antwerpen'. Doctrinair-liberaal dagblad.

Maandblad Van Het Taalverbond (° 1890 - ✝ 1895)

Op voorstel van H. Langerock (secretaris van de Brusselse groep) werd het Jaarboek van het Taalverbond vervangen door een maandelijks bulletin, waarin gedetailleerd verslag werd uitgebracht over de vergaderingen die in de diverse groepen werden belegd. De administratie berustte bij Fr. van Cuyck. In tegenstelling tot de Jaarboeken bevatten de Maandbladen geen literair gedeelte meer. In plaats daarvan gaf het Taalverbond jaarlijks minstens één werk van een van zijn leden in eigen beheer uit (b.v. Uit het leven door L. Smits en Volksgeneeskunde in Vlaanderen door A. de Cock).