<Resultaat 216 van 1419

>

Vergeef me 't losbandige van mijn stijl, o Mane! maar mijn hoofd draait en keert als een "meuleke". Ziehier mijn leventje: ik sta op om 4 3/4 u., wasch mij en lees wat decadentenlatijn (Juvenal, Persius, enz.) tot 6 u. Ontbijt. Van 6 1/2 tot 9 1/2 duik ik in mijn psychologie, ofte zielleer (Ik bestudeer nu het pantheïsme van Spinoza: een reus. Zulke typen bestaan er niet meer). Een half uur rust. Van 10 tot 12 1/2, bestudeer ik de staatkundige instellingen der Middeleeuwen. Van éen tot 4 lees ik grieksch met Ch[arles] van Lerberghe (een werk van Xenophon over de filosofie van Socrates!)[1] Van 5 tot 7 (om er de gewoonte niet van te verliezen) wat psychologie — Van 8 tot 11 of 11 1/2 u., geschiedenis der letterkunde.
Ik ben een heremijt geworden, en buiten Van Lerberghe, en Jacques die me soms eens op mijn zweetkamer komt bezoeken, spreek ik met geen levend wezen. Ge verstaat hoe aangenaam mij uw brieven zijn. — En die onophoudende zabberregen die me spleenachtig en ziek maakt!
Over een week of twee heb ik u geschreven dat de vrouw maar "een voorwendsel tot ideaal" was.[2] Ge stuurt me nu mij theorieën terug... in verzen! Da's goed voor éenmaal, hoor, maar...
Zeg me wat in mijn verzen slecht is, dan zal ik ze misschien kunnen verlappen.[3]
Waarom neemt ge mijn geschiedenis met Leo zoo lichtzinnig op? Dien avond — toen we ieder een wijf tusschen ons beiden plaatsten — zag ze er misschien wat cocottachtig uit met hare pélerine (Ze bekende het zelf en daarom wilde ze aan uw tafel [2] niet komen zitten). U heeft ze waarschijnlijk een slechte herinnering achter gelaten. Maar ge kunt niet weten hoe beminnend, hoe dienstvaardig, hoe vriendelijk ze was. Hare "farce" oogen konden zoo heimelijk lachen! Als ik mijn examen moest blokken en dat ik met haar niet meer kon naar 't Zoniënbosch trekken, of op de vaart roeien, dan kwam ze mij afhalen op de Hoogeschool, en dan werd er gebabbeld! Ze was zeer geestig, en had nogal gelezen (vergeet niet dat ze stagiaire was bij een apotheker, en op de Universiteit moest komen studeeren). Ze kon me zoo lief plagen en sarren, om dan weêr stil en geniepig achter mij te sluipen en me in den hals te kussen...
Indien ik mijn exaam goed afleg betaal ik mij een Oostersche orgie, éen week lang. Dan werp ik weêr mijn harem aan de deur, en ik werk voor de kunst. Ik heb plannen in 't hoofd, plannen!! ...
Onder and[ere]:
  • 1) copij leveren aan Zingende Vogels — Nieuwe Gids — Nederlandsche Spectator[4]
  • 2) een groot geschiedkundig werk over de betrekkingen tusschen Engeland en Nederland in den tijd van Don Juan. (200 bladz. Het onderwerp is nieuw).[5]
  • 3) Spaansch leeren (noodzakel[ijk] voor mijn geschiedkund[ige] studies).
  • 4) Shakespeare en Göthe grondig bestudeeren.
  • 5) De veranderingen in de nederl[andsche] taal bestud[eeren] sedert het begin der eeuw tot Verwey en Van Deyssel.
  • 6) Tooneel-zaak
  • 7) ------
  • 8) enz. enz.
  • Vergeet ook ons? reis in Holland niet!! We loopen heel het land rond op zoek naar een rijkbetaalde correspondentie, we nestelen in de museeën, we bezoeken al de groote schrijvers (lijk de J[eune Belgique] doen als ze in Parijs zijn).
We moeten ook ergens in 't Noorden den vagebond spelen, bij [3] onbeschaafde volkeren; b.v. eenige dagen doorbrengen op een eiland in de Zuiderzee. We lappen dat natuurlijk te voet af, en we leven op zijn studentikoos: met 4 of 5 fr. per dag (saucisson eten, bij boeren slapen, enz. enz.) Of we met zeezichten in den bol zullen terugkomen!! ... Ik zie ons reeds pijpen rooken, in den morgenmist, en in al de kroegjes op den weg binnentrekken om te zien waar men de beste maat geeft.
Dat zal heel en al XVIII eeuwsch zijn: de reis van Chapelle en Bachaumont op een draadje.[6] — Een derde Vlaming zou mee moeten, een arti(e)st: Van Aken, b.v., dien ik wel zou willen kennen.
Ik zal toch eens moeten naar Antwerpen komen, om dien kerel en Cyriel Buysse te zien. Een gedachte (lijk al mijn gedachten: geniaal maar misschien onuitvoerbaar): waarom zouden wij, de jongste jongeren, niet kunnen alle twee maand b.v. vergaderen rond een democratisch soupeetje, en dan een heelen avond kouten over kunst. Een soort van Dîner Magny, enfin, maar op z'n Vlaamsch.[7] Dan zou er een band bestaan tusschen al die jonge schrijvers, schilders, toondichters enz, die nu elkaar niet kennen, bijna. "On se sentirait les coudes", men zou niet alleen staan, enz. enz. Denk daar eens over, wij zouden daarmee misschien dat tijdschrift kunnen vervangen dat nog altijd in onzen bol nestelt.
"De Waarheid" is niet geschikt voor de Nieuwe Gids, geloof ik. Plaats het toch in Holland. Hoe vindt ge de Zingende Vogeltjes? Daar steekt volgens mij weinig in, zeer weinig caracteristiek. Coremans heeft me wel doen lachen met zijn pantoen.[8] Jan Adriaensen,[9] de Pol,[10] H[élèn]e Swarth,[11] Van Langendonck,[12] Marie Boddaert:[13] goed. De Pol heeft eenige schoone verzen, en H[élène] Swarth heeft een liedje van 8 verzen dat volgens mij een perel is, misschien het beste wat er in die 98 bladz. steekt.[14] De Hevah van Montald heeft me niet verrukt.[15]
Schrijf me veel: uw brieven houden mijn hart recht, als het stokje dat men in het gat van een pop steekt (tracht dat in verzen te vertalen).
[4]
Mijn hoofd is als gebraden. Goeden avond, Mane!
[[In plaats van de handtekening staat een varkentje getekend met de 'G.' van 'Gust' erin, en een belletje aan de staart.]]
Is er nog geer spraak van Boekwormendag?[16]

Annotations

[1] Namelijk Apomnemoneumata (Lat: Memorabilia)
[2] Deze brief kon niet teruggevonden worden.
[4] In 1891 leverde Vermeylen alleen kopij aan Zingende Vogels.
[5] Nooit verschenen.
[6] Voyage de Chapelle et de Bachaumont (1656): het relaas door Claude Emmanuel Chapelle, een 17de-eeuwse libertijnse schrijver, over een reis door Zuid-Frankrijk met de satirische dichter François Le Coigneux de Bachaumont.
[7] Allusie op de gastronomische bijeenkomsten die tussen 1862 en 1870 gehouden werden te Parijs in restaurant Magny. Er werd o.a. aan deelgenomen door Gustave Flaubert, Georges Sand, Charles Augustin Sainte-Beuve, Toergenjev e.a. Zie Robert Baldick, Les dîners Magny (Parijs, Denoël, 1972. De "Vlaamse diners Magny" werden te Brussel gehouden. Zie de brieven van Vermeylen aan De Bom van 14 januari, 1, 20 en 25 februari en 29 maart 1892.
[8] Edouard Coremans, 'In de kerk', in: Zingende Vogels, I, 1ste stuk (1891), p. 16.
[9] Jan Adriaensen, 'De parade', in: Zingende Vogels,I, 1ste stuk (1891), p. 5.
[10] Pol de Mont, 'Uit "Iris": 1. Herfst, 2.Regendruppels, 3.Maanlicht, 4.O droom van roode rozen (ghazelle), 5.Hevah', in: Zingende Vogels, I, 1ste stuk (1891), p. 62-73.
[11] Hélène Swarth, 'Sonnetten en liederen: 1. Winter, 2. Karma, 3. Lied, 4. Visioen, 5. Kranken, 6. Spiritisme', in: Zingende Vogels, I, 1ste stuk (1891), p. 46-49.
[12] Prosper van Langendonck, 'Drie gedichten: 1. 's Morgens, 2.Langs zomervelden, 3.Crucifigetur', in: Zingende Vogels, I, 1ste stuk (1891), p. 50-51.
[13] Marie Boddaert, 'Over de stille, stille sneeuw', in: Zingende Vogels, I, 1ste stuk (1891), p. 11.
[14] Het liedje gaat als volgt:
"Mijn hart is een beker vol purperen wijn:
— Wien zal 'k er mee drenken?
Mijn hart is een vogel, die zingt zoo fijn:
— Wien zal ik hem schenken?
Mijn hart is een kindje, dat kreunt van pijn:
— Wie zal het niet krenken?
Mijn hart zal eens dood en begraven zijn:
— Wie zal het gedenken?

Zie Zingende Vogels, I, 1ste stuk (1891), p. 47.
[15] Het gedicht Hevah (in: Zingende Vogels, I, 1ste stuk (1891), p. 66-73) is van Pol de Mont. Er bestaat ook een schilderij met die titel van Constant Montald, waarvan de reproductie opgenomen werd als frontispice in Zingende Vogels, I, 1ste stuk (1891).
[16] Boekwezendag, gehouden te Antwerpen op 7, 8 en 9 augustus 1890. Zie De Vlaamsche School, nr. III (1890), p. 131-139.

Register

Naam - persoon

Adriaensen, Jan (° Brussel, 1847-10-20 - ✝ Schaarbeek, 1931-01-20)

Onderwijsbeambte en schrijver.

Studeerde aan de Rijksnormaalschool in Lier (diploma 1867). Was achtereenvolgens onderwijzer - aan de Gemeenteschool te Leuven (1867) en aan de Rijksmiddelbare School te Antwerpen (1869) -, ambtenaar bij de vertaaldienst van het parlement, en (van 1879 tot 1896) inspecteur lager onderwijs voor het kanton Lier. Hij was in Antwerpen lid van de Nederlandse afdeling van het Verbond van Kunsten en Letteren, vertoefde er in vooruitstrevende liberale kringen, en wordt in 1876 vernoemd als hoofdredacteur van De kleine gazet; hij was mogelijk ook lid van de vrijmetselaarsloge La Persévérance.

Schreef hoofdzakelijk didactisch gericht toneel, ook voor kinderen, maar verwierf vooral bekendheid (onder zijn ps. Jan Jans) met satirische stukjes in dag- en weekbladen. Heeft naast schoolboekjes voor rekenen ook een aantal vulgariserende werken over het leven en de betekenis van schilders als P.P. Rubens, J. Jordaens, A. van Dijck, D. Teniers en A. Wiertz op zijn naam.

Aken, Leo Van (° Antwerpen, 1857-11-30 - ✝ Antwerpen, 1904-01-11)

Schilder.

Portretten en volkstaferelen in naturalistische trant. Ook binnenhuistaferelen met een duidelijke invloed van A. Struys. Leerling van de Koninklijke Academie voor Schone Kunsten te Antwerpen, bij P. Beaufaux. Een der medeoprichters van De Dertien (Antwerpen 1891). In 1891 ook lid van Arte et Labore. Wilde met zijn kunst een sociale boodschap overbrengen. Goede vriend van E. de Bom. Zie ook Th.-B. en Bénézit.

Boddaert, Marie (° Middelburg, 1844-02-06 - ✝ Den Haag, 1914-04-12)

Schrijfster.

Bom, Emmanuel Karel De (° Antwerpen, 1868-11-09 - ✝ Kalmthout, 1953-04-14)

Bibliothecaris, journalist en schrijver. Medeoprichter van Van Nu en Straks. Gehuwd met Nora Aulit op 24/08/1901 in Antwerpen.

Buysse, Cyrillus Gustave Emile (° Nevele, 1859-09-20 - ✝ Afsnee, 1932-07-25)

Schrijver. Medeoprichter van Van Nu en Straks.

Gehuwd met de Nederlandse Nelly Dyserinck op 01/10/1896.

Coigneux De Bachaumont, François Le (° Parijs, 1624 - ✝ Parijs, 1702)

Schrijver.

Met Chapelle auteur van het galante Voyage de MM Bachaumont et La Chapelle, dat talloze herdrukken beleefde en zijn enige bekende werk is.

Coremans, Edouard Charles François Marie (° Elsene, 1863-10-21 - ✝ Etterbeek, 1926-07-24)

Toneelcriticus en bediende bij het Ministerie.

Neef van de gelijknamige Antwerpse meetingist. Fijnzinnige, aristocratische figuur, die o.m. actief was in het Brusselse kunstgenootschap De Distel. Bewonderaar van E.A.Poe. Maakte jammer genoeg niet gepubliceerde vertalingen van Ibsens toneelstukken. Schreef op last van de Belgische regering een overzicht van de Vlaamse letterkunde bestemd voor de Engelstalige bezoekers van de Wereldtentoonstelling te Saint Louis (1904). Was in 1910 secretaris van de afdeling letterkunde van de Wereldtentoonstelling te Brussel. Tijdens WO I werd hij opgenomen in het departement Kunsten en Wetenschappen van het door toedoen van de bezetters gesplitste ministerie, wat hem een veroordeling wegens activisme kostte. Stierf in armoede ondanks de door E.Picard opgezette campagne om hem geldelijk bij te staan.

Dwelshauvers, (Jean) Jacques (° Brussel, 1872-07-09 - ✝ Montmaur-en-Diois (Drôme), 1940-11-14)

Kunsthistoricus en militant anarchist.

Broer van Georges Dwelshauvers en gezel van Clara Köttlitz, met wie hij in 1897 een vrij huwelijk aanging. Deed beloftevolle studies aan het Koninklijk Atheneum Brussel (afd. Latijn-Grieks), waar hij A.Vermeylen leerde kennen. Studeerde 1890-92 natuurwetenschappen aan de ULB (diploma van kandidaat in juli 1892). Met een beurs van de Jacobsstichting vatte hij in oktober 1892 studies in de medicijnen aan te Bologna, samen met de latere geneesheren Herman Köttlitz en Alfred Walravens. Hij verliet Bologna in 1897, zonder de hele cyclus te hebben beëindigd.

In hetzelfde jaar begonnen de eerste strubbelingen met Gust Vermeylen, i.v.m. diens huwelijk met Gaby Brouhon en de strekking en inhoud van Van Nu en Straks. Het jaar daarop maakte hij een nieuwe reis naar Bologna en Bergamo. In het voorjaar van 1899 trok hij met Clara naar Firenze, waar hij zich voortaan geheel aan kunsthistorisch onderzoek wijdde, geboeid door de figuur van Botticelli en de kuituur van het Quattrocento. Hij zou in Firenze ook nog de toelating hebben gevraagd zich voor de eindexamens geneeskunde aan te bieden, maar legde die nooit af. Zijn verblijf in en om Firenze (afwisselend te Calamecca en te Castello), dat tot 1906 duurde, werd regelmatig onderbroken voor reizen naar het thuisland, en naar Parijs.

In 1899 werd te Antwerpen trouwens zijn zoon Lorenzo (Jean-Jacques Erasme Laurent) geboren (op de akte tekende o.m. Emmanuel de Bom als getuige), en het gezin was er officieel ingeschreven aan de Montebellostraat 3 tot 1906. In dat jaar, verhuisden zij naar Colombes bij Parijs (Boulevard Gambetta 46, niet-geregistreerde verblijfplaats). Dwelshauvers, die zich intussen Mesnil noemde (naar twee dorpjes bij Dinant, de geboortestad van zijn vaders familie), onderhield er nauwe contacten met de anarchistische en internationalistische beweging. Hij verdiende de kost met het schrijven van reisgidsen, eerst bij Hachette (o.a. de Guide Joanne - na W.O.I Guide Bleu - over Noord-Italië), nadien bij Baedeker.

Tussen 1910 en 1914 vestigde het gezin Mesnil zich te Alfort bij Parijs, waar - gezien zijn moeilijkheden met de geheime politie - evenmin een officiële inschrijving werd genoteerd. Jacques Mesnil stierf in niet opgehelderde omstandigheden te Montmaur, waar zijn zoon toen zou hebben gewoond; hij leed toen al enkele jaren aan een hart- en nierziekte waarvoor hij o.m. door dokter Schamelhout werd behandeld. Behalve aan Van Nu en Straks werkte hij nog mee aan Mercure de France, La société nouvelle, Ontwaking, Onze kunst, Revista d'Arte, Gazette des beaux arts, Burlington Magazine, de Parijse krant L'Humanité en het Italiaanse Avanti. Een bibliografie kan men terugvinden in de geciteerde bronnen.

Langendonck, Prosper Antoine Joseph Van (° Brussel, 1862-03-15 - ✝ Brussel, 1920-11-07)

Schrijver en ambtenaar. Medeoprichter van Van Nu en Straks. Op 23/12/1899 gehuwd met Adèle Wouters.

Lerberghe, Charles Van (° Gent, 1861-10-21 - ✝ Brussel, 1907-10-26)

Dichter.

Lhuillier, Claude-emmanuel (° La Chapelle-St.-Denis, 1626 - ✝ Parijs, 1686)

Schrijver.

Mont, Maria Polydoor Karel De (gen. Pol) (° Wambeek, 1857-04-15 - ✝ Berlijn, 1931-06-29)

Schrijver, kunsthistoricus en journalist.

Montald, Constant (° Gent, 1862-12-04 - ✝ Brussel, 1944-03-05)

Schilder en decorateur.

Swarth, (stéphanie) Hélène (° Amsterdam, 1359-10-25 - ✝ Velp, 1941-06-20)

Schrijfster.

Vermeylen, August. (° Brussel, 1872-05-12 - ✝ Ukkel, 1945-01-10)

Hoogleraar, kunsthistoricus en schrijver. Medeoprichter van Van Nu en Straks. Gehuwd met Gabrielle Josephine Pauline Brouhon op 21/09/1897.

Titel - krant/tijdschrift

Nederlandsche Spectator, De (° 1856 - ✝ 1908)

Weekblad.

Vlaamsche School, De (° 1855 - ✝ 1901)

Tijdschrift voor kunsten, wetenschappen, letteren, oudheidkunde en kunstnijverheid.

Tijdschrift dat bestond uit "oorspronkelijke bijdragen van hedendaagsche dichters, verzameld door Pol de Mont" en dat verscheen in 1891 - 1892 (4 nummers) en 1895 - 1896 (eveneens 4 nummers). Het tijdschrift waarin o.a. bijdragen van A. Peaux, J. Winkler Prins, J. Adriaensen, P. Anri, J. de Geyter, H. Swarth, P. van Langendonck, A. Vermeylen, L. Buyst, C. Buysse, E. de Bom, L. Opdebeek verschenen, werd gedrukt te Hasselt bij drukkerij Winand Klock.