<Resultaat 295 van 1419

>

Met mijn innigsten dank zend ik dit prachtige boek[1] terug aan mijn lieven Meester Pol de Mont — die me steeds zijn gulle vriendschap gunde en me, hoop ik, niettegenstaande het beroerde artikel van Simons,[2], waarvan ik mij de handen wasch en dat geheel aandruischt tegen mijn gevoelens
1° jegens onzen Strijd
2° jegens U, die daarin wordt voorgesteld als geheel met de jongeren (die tot hiertoe niets leverden)[3] in oneenigheid van streven en denken te leven.[4]
Indien ik mij niet eerder van die vlek gereinigd heb, was het:
  • uit schuwheid, omdat ik vreesde dat gij jegens mij vooringenomen zijt;
  • 2° omdat ik het akelig vind, dat gij mij van zulke grote ondankbaarheid kunt verdenken; het stuit me tegen zóó iets te moeten verdedigen;
  • 3° omdat ik moraal ziek ben en sedert 14 dagen en langer dool, als een die geen doel heeft in 't leven.
Geloof me, ik ben zeer ongelukkig, maar 't verlies van uw vriendschap zou me 't nog meer maken.
Deze brief, nerveus geschreven, vol stijl- en taalfouten, moet u een denkbeeldje geven van mijn overspannen gemoedstoestand.
Eerlang hoort Ge nieuws van me.
Intusschen zou ik zeer gelukkig zijn indien twee woordjes op een postkaart mij vertelden dat ik niet meer hoef te denken aan wat ik uw "koelheid en vervreemd-heid (?)" zal noemen.[5]
Ik blijf niettegenstaande alles
uw liefhebbende
[2]
en zeer dankbare
Emm[anuel] de Bom
die u, mits toelating, een dezer avond zijn ziel eens komt opensnijden.

Annotations

[1] Niet achterhaald.
[3] Voor oktober 1891 hadden de jongeren, waarmee waarschijnlijk Cyriel Buysse, August Vermeylen en Emmanuel de Bom werden bedoeld (zie brief 171, noot 5) reeds een vrij drukke literaire bedrijvigheid aan de dag gelegd. I.v.m. Buysse, zie brief 80 (1890). Noot 7 en noot 9 kunnen als aanvulling worden beschouwd bij de gedetailleerde opgave van diens werk over de periode 1887-1891 in R. Roemans, Kritische bibliographie van Cyriel Buysse gevolgd door een bibliographie over Cyriel Buysse (Kortrijk, Steenlandt, 1931).
De activiteiten van De Bom staan vermeld in Van Tichelen, Bibliografie van en over Emmanuel de Bom) p. 241-242. Voor de activiteiten van Vermeylen voor oktober 1891, zie Roemans, Het werk van Prof. Dr. A. Vermeylen. Analytische bibliografie), p. 12; 460-464.
[4] Leo Simons schreef in zijn artikel in De gids dat ook De Mont een van die Vlaamse schrijvers was die teveel holle frasen verkondigden, dat hij aan onderlinge bewieroking meedeed en was blijven bovendrijven op de sloot van het flamingantisme. Zie brief 171, noot 5.
[5] De Bom, die in deze brief overloopt van eerbied en vriendschap voor De Mont, had in zijn briefwisseling met August Vermeylen in de loop van 1891 herhaalde malen blijk gegeven van een sterk gedaalde achting voor zowel voor de persoon als voor het literaire werk van De Mont. Zie o.m. brief 7, brief 52, brief 99 en brief 112. In brief 52 sprak De Bom zelfs openlijk zijn afkeuring uit i.v.m. de behoudsgezinde houding van De Mont inzake het project van De Bom, Vermeylen e.a. om in Antwerpen een progressief toneel in de zin van het Théâtre-Libre Parijs op te richten.
Later zou De Bom in een van zijn herinneringswerken uitleggen, hoe het in de jaren negentig tot een breuk is gekomen tussen De Mont en de jongeren. Deze laatsten, waartoe hijzelf behoorde, zouden ingezien hebben dat zij zich van De Mont en zijn conservatisme dienden los te maken. Zie Emmanuel de Bom, Dagwerk voor Vlaanderen. Ontmoetingen en portretten (Amsterdam, Maatschappij voor Goede en Goedkoope Lectuur, [1929]), p. 27-32. Het willen sparen van de geit en de kool kwam bij De Mont duidelijk naar voren in de eerste jaargang van zijn tijdschrift Zingende Vogels. Zie hierover brief 68, noot 8.
De verhouding tussen de Van Nu en StraksS-generatie en Pol de Mont werd door De Bom eveneens besproken in een typoscript 'Herinneringen aan Gust Vermeylen', dat gedateerd is op 18/19 mei 1947. De Mont beschouwde zichzelf aanvankelijk als de leider van de opkomende literaire generatie, maar in de loop van de jaren 1890-1892 verzwakte zowel bij Vermeylen als bij De Bom het vertrouwen in dat leiderschap, zodat besloten werd De Mont naar het achterplan te schuiven.
Toen de oprichters van Van Nu en Straks De Mont dan ook niet eens vroegen deel uit te maken van de redactie van hun tijdschrift, was hij erg beledigd. Een stormachtige confrontatie ten huize van De Mont in november 1892 met Vermeylen en De Bom bekrachtigde de definitieve breuk tussen de beide partijen. Zie Emmanuel de Bom, Herinnering aan Gust Vermeylen. Onze verhouding tot Pol de Mont (AMVC (B708/H, 98.603). Gepubliceerd en van commentaar voorzien door Wim van Rooy als 'De Bom-Vermeylen : hun relatie tot Pol de Mont vòòr de oprichting van "Van Nu en Straks"', in: Nieuw Vlaams Tijdschrift, XXX, nr. 5 (mei-juni 1977.

Register

Naam - persoon

Bom, Emmanuel Karel De (° Antwerpen, 1868-11-09 - ✝ Kalmthout, 1953-04-14)

Bibliothecaris, journalist en schrijver. Medeoprichter van Van Nu en Straks. Gehuwd met Nora Aulit op 24/08/1901 in Antwerpen.

Buysse, Cyrillus Gustave Emile (° Nevele, 1859-09-20 - ✝ Afsnee, 1932-07-25)

Schrijver. Medeoprichter van Van Nu en Straks.

Gehuwd met de Nederlandse Nelly Dyserinck op 01/10/1896.

Mont, Maria Polydoor Karel De (gen. Pol) (° Wambeek, 1857-04-15 - ✝ Berlijn, 1931-06-29)

Schrijver, kunsthistoricus en journalist.

Simons, Leo Mz (° Den Haag, 1862-08-01 - ✝ Rotterdam, 1932-06-11)

Auteur, uitgever (Wereldbibliotheek) en Vondelkenner.

Vermeylen, August. (° Brussel, 1872-05-12 - ✝ Ukkel, 1945-01-10)

Hoogleraar, kunsthistoricus en schrijver. Medeoprichter van Van Nu en Straks. Gehuwd met Gabrielle Josephine Pauline Brouhon op 21/09/1897.

Titel - krant/tijdschrift

Gids, De (° 1837 - °)

Cultureel en sociaal tijdschrift.

Tijdschrift dat bestond uit "oorspronkelijke bijdragen van hedendaagsche dichters, verzameld door Pol de Mont" en dat verscheen in 1891 - 1892 (4 nummers) en 1895 - 1896 (eveneens 4 nummers). Het tijdschrift waarin o.a. bijdragen van A. Peaux, J. Winkler Prins, J. Adriaensen, P. Anri, J. de Geyter, H. Swarth, P. van Langendonck, A. Vermeylen, L. Buyst, C. Buysse, E. de Bom, L. Opdebeek verschenen, werd gedrukt te Hasselt bij drukkerij Winand Klock.

Naam - instituut/vereniging

Theatre-libre (° 1887 - ✝ –, 1896)

Parijs theater.

Werd opgericht door A.Antoine, die vernieuwing wou brengen in het in conventies vastgelopen Parij se schouwburgleven. Het specialiseerde zich in het brengen van niet eerder vertoonde of weinig gekende stukken hetzij van buitenlanders (b.v. Tolstoj, Toergenjev, Ibsen, Strindberg), hetzij van eigen jonge debuterende auteurs of van auteurs uit de naturalistische school, van wie het werk elders niet aan bod kwam. Behalve een afwijkend repertoire, hield Antoine er ook eigen regieopvattingen op na: zo moesten zijn acteurs alle rollen spelen (i.t.t. de officiële theaters waar men typerollen speelde) en moesten hun kostumering, spel en diktie zo natuurgetrouw mogelijk zijn. Het Théâtre-Libre kende onmiddellijk grote bijval. Zijn faam verspreidde zich snel over Europa, zodat nog voor het einde van de eeuw op verschillende plaatsen gelijkaardige theaters werden opgericht, zo o.m. te Berlijn en Zürich (Die Freie Bühne) en te Londen (The Independent Theatre). In 1896 werd het door Antoine zelf omgevormd en herdoopt in Theâtre-Antoine, dat - zij het met meer omzichtigheid en zin voor zakelijk succes - de traditie van het Théâtre-Libre voortzette.