<Resultaat 456 van 1419

>

Houwe!
Ik heb eenige moeite om mijn gedachten bij-een te trommelen, want Zaterdag avond, Zondag en gisteren heb ik episch gerold.
Zaterdag avond[1] mocht Roelant victorie luiden. We hebben den Brans een kraagje gepast, dat in 't geheugen onzer nakomelingen zal voortleven. Ik heb zelf geen verzen moeten lezen om de discussie te openen. Verbeeld u dat Johan-Mathijs... in 't begin der zitting zijn eigen critiek van de D[icht en Kunst] Halle gelezen heeft![2] Dàt vond ik wat te brutaal! Van Langendonck heeft het woord genomen, aan Thijs zeer onaangename herinneringen door den geest doen spelen (aftakel[ing] van H[élèn]e Swarth, b.v.), en we hebben getweëen Versleten zoodanig afgeklopt dat er niks meer van overbleef. Wij wilden weten waarom hij in dat eerste artikel reeds de "hoogstvoorname nieuwelingen" aanviel, & we hebben zonneklaar bewezen dat de kerel stelselmatig de jongeren zal embeteeren. Na de zitting heeft Brans me zelfs gesproken, in tamelijk raadselachtige woorden, van "zekere kwajongenstreek" die men hem gespeeld heeft: hij wacht dien Men af aan een hoekske van zijn tijdschrift om hem een klopping te geven. Dat is van nu af besloten! Vergeet dat niet. Ik geloof dat hij u bedoelt met die kwajongenstreek. Wat mag dat zijn? (Ik heb nu vernomen dat hij wel u bedoelt. Is dat voor de zaak Vlaamsche School?)
En dan zijn critiek (?) van Z[ingende Vogels]![3] Van Langendonck & ik ook een weinig — later Coremans — zijn zoo heftig geweest dat Brans van "beleediging" heeft gesproken. In de polemiek is hij overigens heel sterk. Hij heeft gewillig beweerd: 1°) dat hij (in verre tijden) van Verlaine alleen [2] eenige gedichtjes heeft gelezen, die verschenen in... Le Soir! 2°) dat ik Verl[aine] niet had nagevolgd. 3°) dat er in de gedichten van Verl[aine] niets dan klanken steken!! 4°) dat ik dièn weg opwil met mijn gedichten. 5°) dat er in mijn gedichten nochtans gevoelens en gedachten zijn, en dat ik daarin... verschil met Verlaine!!! Begrijpt ge? Ik ook niet.
Eerst had ik wat geschreeuwd, ik had bewezen dat Thijs van dingen sprak waarvan hij bepaald niks kende, en ik had zelfs gezegd dat ik geen lof wilde van een zoogezegde criticus die Versleten meesterlijk vindt en zeer fier schijnt omdat hij volstrekt geen woord verstaan heeft van Baudelaire. Maar na die verklaringen, heb ik hem enkel gezegd, om het debat te sluiten: "Neen, nu kàn ik op u niet meer boos zijn!"... Ge ziet van hier den snoet van Vader Thijs!
Hij spreekt in het e[erstkomende] nummer over Pelléas & Mélisande, Cycle patibulaire van Eekhoud, en Proza van Jac[obus van] Looy.[4] Godverdomme, wat zal me dat weeral zijn!
Een brief ontvangen van v[an] Welie. A propos, moet ik de critiek van A[ls Ik Kan] schrijven voor de Vl[aamsche School]?[5]
Wanneer ik uwen brief zal ontvangen hebben zal ik u wat meer schrijven. Dezen morgen ben ik te nerveus. Ik heb gisteren een merkelijk getal flesschen Roederer binnengegoten.
Poot
Gust
Woont ge definitief op terras?[6] Zijt-de bij uw vader niet meer?

Annotations

[1] Zaterdag 14 mei. Er was die avond een vergadering van De Distel. Zie ook brief 96, noot 16. Het verslag van de vergadering geeft, zoals steeds, geen beeld van de atmosfeer tijdens de bespreking.
[3] J.M. Brans, Zingende Vogels, oorspronkelijke bijdragen van Nederlandse dichters, verzameld door Pol de Mont (Hasselt, Winand Klock 1892- (2e bundel)', in: Nederlandsche Kunst- en Dichthalle, XV, 3 (1 mei 1892), p. 139-140.
[4] In de volgende afleveringen van Nederlandsche Kunst- en Dichthalle verscheen er geen bespreking van Brans over Pelléas en Mélisande van Maeterlinck, en ook geen over Proza van Jacobus van Looy. Er verscheen enkel: J.M. Brans, 'Cycle Patibulaire, par Georges Eekhoud — Bruxelles, chez Henry Kistemaeckers, 1892', in: Nederlandsche Kunst- en Dichthalle, XV, 5de afl. (1 juli 1892), p. 232-235.
[5] Er verscheen geen kritiek over Als Ik Kan in De Vlaamsche School na de mei-aflevering.

Register

Naam - persoon

Brans, Jan Mathijs (° As, 1853-10-02 - ✝ Eppegem, 1940-03-13)

Leraar en letterkundige.

Coremans, Edouard Charles François Marie (° Elsene, 1863-10-21 - ✝ Etterbeek, 1926-07-24)

Toneelcriticus en bediende bij het Ministerie.

Neef van de gelijknamige Antwerpse meetingist. Fijnzinnige, aristocratische figuur, die o.m. actief was in het Brusselse kunstgenootschap De Distel. Bewonderaar van E.A.Poe. Maakte jammer genoeg niet gepubliceerde vertalingen van Ibsens toneelstukken. Schreef op last van de Belgische regering een overzicht van de Vlaamse letterkunde bestemd voor de Engelstalige bezoekers van de Wereldtentoonstelling te Saint Louis (1904). Was in 1910 secretaris van de afdeling letterkunde van de Wereldtentoonstelling te Brussel. Tijdens WO I werd hij opgenomen in het departement Kunsten en Wetenschappen van het door toedoen van de bezetters gesplitste ministerie, wat hem een veroordeling wegens activisme kostte. Stierf in armoede ondanks de door E.Picard opgezette campagne om hem geldelijk bij te staan.

Eekhoud, Georges (° Antwerpen, 1854-05-27 - ✝ Schaarbeek, 1927-05-29)

Journalist en schrijver.

Langendonck, Prosper Antoine Joseph Van (° Brussel, 1862-03-15 - ✝ Brussel, 1920-11-07)

Schrijver en ambtenaar. Medeoprichter van Van Nu en Straks. Op 23/12/1899 gehuwd met Adèle Wouters.

Looy, Jacobus Van (° Haarlem, 1855-09-12 - ✝ Haarlem, 1930-02-24)

Schrijver en schilder.

Swarth, (stéphanie) Hélène (° Amsterdam, 1359-10-25 - ✝ Velp, 1941-06-20)

Schrijfster.

Vermeylen, August. (° Brussel, 1872-05-12 - ✝ Ukkel, 1945-01-10)

Hoogleraar, kunsthistoricus en schrijver. Medeoprichter van Van Nu en Straks. Gehuwd met Gabrielle Josephine Pauline Brouhon op 21/09/1897.

Welie, Antoon Van (° Afferden, 1866-12-18 - ✝ Den Haag, 1957-09-25)

Schilder.

Titel - krant/tijdschrift

Nederlandsche Dicht- En Kunsthalle (° 1878 - ✝ 1897)

Cultureel maandblad.

Soir, Le (° 1887 - °)

Brussels franstalig dagblad.

Vlaamsche School, De (° 1855 - ✝ 1901)

Tijdschrift voor kunsten, wetenschappen, letteren, oudheidkunde en kunstnijverheid.

Tijdschrift dat bestond uit "oorspronkelijke bijdragen van hedendaagsche dichters, verzameld door Pol de Mont" en dat verscheen in 1891 - 1892 (4 nummers) en 1895 - 1896 (eveneens 4 nummers). Het tijdschrift waarin o.a. bijdragen van A. Peaux, J. Winkler Prins, J. Adriaensen, P. Anri, J. de Geyter, H. Swarth, P. van Langendonck, A. Vermeylen, L. Buyst, C. Buysse, E. de Bom, L. Opdebeek verschenen, werd gedrukt te Hasselt bij drukkerij Winand Klock.

Naam - instituut/vereniging

Als Ik Kan (° 1883 - ✝ 1950)

Antwerpse kunstkring.

Werd opgericht door een aantal jonge kunstenaars, die via groepstentoonstellingen hun werk een ruimere bekendheid wilden geven. Stichters waren F. Hanno, P. de Wit, F. Adriaenssen, Ch. Bolland, L. Brunin, E. Chappel, J. Rosier, H. Rul en H. van de Velde. Onder het voorzitterschap (vanaf 1 januari 1890) van H.Luyten, die ook het grote groepsportret Een zitting van de kunstkring Als ik kan 1885 schilderde, traden nog enkele talentrijke jongeren toe (onder wie K. Mertens, R. Baseleer, E. Larock en V. Hageman). De manifestaties van de kring werden o.m. door VS, het leidinggevende kunsttijdschrift uit die tijd, met welgemeende belangstelling gevolgd. Rond de eeuwwisseling echter verloor de groep zijn élan en verschoof naar de achtergrond van het artistieke leven, om rond 1950 te verdwijnen.

Distel, De (° 1881 - ✝ 1908)

Kunst- en letterkundig genootschap.

Titel - artikel

Nederlandsche Dicht- En Kunsthalle (° 1878 - ✝ 1897)

Cultureel maandblad.