Antwerpen, 2 Sept. 1892
Aan het College van Burgemeester en Schepenen,
Achtbare Heeren,
Ik ben zoo vrij U de plaats aan te vragen, aan de Stedelijke Boekerij thans opengekomen, door 't overlijden van den betreurden heer Oltof.[1]
Toen ik, voór 2 jaar, van uw welwillendheid mijn verplaatsing van het Stadhuis naar de Volksbibliotheek bekwam,[2] hebt U mij, officieus, laten verhopen dat, bij een mogelijke latere vacatuur, mij bij voorkeur deze plaats zou toegewezen worden.[3]
Ik durf vertrouwen, dat ik in mijn tegenwoordige betrekking geen aanleiding tot uw ontevredenheid gegeven heb, waarvoor ik ook in de toekomst gaarne borg blijven wil. Mag ik dus hopen, dat mij de gevraagde verandering zal toegestaan worden?[4]
Ik bid U, achtbare Heeren, de betuiging van mijn eerbied en mijn verkleefdheid aan te nemen.
Emm[anuel] de Bom
Dahlia[straat] 21[5]
Annotations
[1] Frans Oltof was klerk tweede klas in de Stadsbibliotheek Antwerpen. Zie brief 31 (1891), noot 2.
[4] Op 25 november 1892 werd door het College van burgemeester en schepenen van de stad Antwerpen het volgende beslist: 'De heer Emmanuel de Bom, klerk op de volksboekerijen, zal in dezelfde hoedanigheid overgaan naar de grote bibliotheek. Te dien gelegenheid zal de heer Hansen, bibliothecaris, hem herinneren dat het de beambten verboden is zich, gedurende hun aanwezigheid in de bibliotheek, met iets anders bezig te houden dan met hun eigenlijke ambtsbezigheden.' Op 28 november trad hij er in dienst. Zie Stadsarchief Antwerpen (4018, Secretariaat-Hoofdboekerij (Personeel). de Bom E. Pensioen).
[5] Jozef Constant Moreaux, echtgenoot van Emmanuel de Boms zuster Joanna Josephina, woonde op dit adres in 1892. Waarschijnlijk betrok De Bom er een kamer vanaf september 1892. Zie brief 96, noot 2bis.
