1 Nov[ember] 92.
Vriend de Bom,
Ik dank u voor Uwe vriendelijke letteren.[1] In de mate van het mogelijke, zal ik zorgen voor een spoedig verwezenlijken van de wenschen in uw brief. Ik weet nog niet of ik vrij wezen zal, zaterdag & 8 dagen. Anders gaarne & over het prospectus — wat daar achter schuilt? — zie ik met belangstelling nadere bijzonderheden te gemoet.
Uw
J[an] v[an] Rijswijck