<Resultaat 1245 van 1419

>

Beste Vrienden,
Helaas, het gaat niet! We hadden tot op het laatste oogenblik gehoopt, maar... — Verleden week reeds had mijn broer me geschreven, dat hij morgen misschien komen zou, met zijn vrouw. Dat hing echter af van allerlei omstandigheid. Bij 't ontvangen van uwe uitnoodiging, om meê naar Villers te gaan, heb ik hem definitief bescheid gevraagd, en... hij komt. Dus zijn we gedwongen, thuis te blijven, en de "poeizie des ruines" alleen in gedachte te smaken.[1] — Het spijt ons ontzettend, gelijk onze Noorderbroeders zouden zeggen.
Apropos van noorderbroeders: ik heb voor u eene opdracht, o Manuël. Ik kreeg hier gisteren dichter Geerten Gossaert, uit Utrecht, met de missie, mij te vragen of ik dezen winter nogmaals wilde optreden als voordrachtgever. Ik heb me daar verleden maal zoo goed bij bevonden,[2] dat ik "ja" heb gezeid.
Nu voeren die Utrechtsche dames (Annie Salomons, Ina Boudier-Bakker, e.a.) en heeren (G[eerten] Gossaert, H[enri Pierre] Ritter J[u]n[ior], enz.), die waarlijk geen uilen zijn, nog iets meer in hun schild. Ik heb ze in Februari j[ongst]l[eden] zóo met mijn genie overschitterd, dat ze naar meer Vlaamsche genieën snakken. Ze willen drie Vlaamsche voordrachten, meneer!
En nu kwamen ze me vragen: wie acht gij het best geschikt? Ik, niewaar, ik heb geen oogenblik geaarzeld, en, met een geïnspireerden blik heb ik geantwoord: Vermeylen moet u theoretisch in Vlaanderen binnenleiden; De Bom zal u brokken uit zijn onuitgegeven roman voordragen, en ik zal u Vlaamsche verzen opdreunen, zóo schoon dat de schim van Emm[anuel] Hiel erbij verbleeken zal...
Geerten Gossaert was opgetogen; zijn ziel ging een vliegmachine gelijken; en hij verzocht me nederig, U en vermeylen te polsen.
En zie: ik pols.
Antwoord, a.u.b.
en met onze allerhartelijkste groeten en veel plezier, morgen
Uw beider Mariette en Karel
Utrecht betaalt, natuurlijk.

Annotations

[1] Villers-la-Ville, een dorp ten zuiden van Brussel, is bekend voor de ruïnes van een oude cisterciënzer-abdij. De Bom ging naar die abdij om er een opvoering bij te wonen van Emile Verhaerens toneelstuk Le cloître (1900). Die opvoering was er gekomen met de steun van de Touring-Club de Belgique. Van de Woestijne had zelf geen uitnodiging gekregen, maar was door De Bom gevraagd om hem te vergezellen.

Register

Naam - persoon

Boudier-Bakker, Ina (° 1875 - ✝ 1966)

Zangeres en schrijfster. In 1902 debuteerde ze officieel met de novellenbundel Machten. In hetzelfde jaar ging ook haar zeer succesvolle toneelstuk Verleden in première. Haar bekendste werk, De klop op de deur, publicereerde ze pas in 1930. In haar Utrechtse periode had ze geregeld contact met Annie Salomons.

Gossaert, Geerten (° 1884 - ✝ 1958)

Pseudoniem van: Frederik Carel Gerretson

Dichter en essayist. Tussen 1908 en 1912 verbleef hij in Brussel. In die periode publiceerde hij zijn enige dichtbundel, Experimenten (1911).

Hiel, Emanuel (° 1834 - ✝ 1899)

Radicale vrijzinnige flamingant die in Brussel in allerlei verenigingen actief was en zijn liefde voor Vlaanderen betuigde in gelegenheidsgedichten en strijdliederen. Hij was bekend als librettist van Peter Benoit.

Ritter, Pierre Henri (Jr.) (° 1882 - ✝ 1962)

Zoon van de Utrechtse predikant en hoogleraar met dezelfde naam (1851-1913), van wie de eerste literaire probeersels in de smaak vielen bij Lodewijk van Deyssel, die vanaf 1903 werk van hem in XXe Eeuw publiceerde. In boekvorm zou Ritter pas debuteren in 1911, met Kleine prozastukken. Als schrijver zou hij het echter nooit echt maken. Na de Tweede Wereldoorlog verwierf hij wel roem met zijn baanbrekende werk voor de Nederlandse radio.

Salomons, Anna (Annie) Maria Franciska (° 1885 - ✝ 1980)

Nederlandse schrijfster die in 1907 beroemd en berucht werd met haar boek Een meisje-studentje, dat handelde over het frivole leven van studentes. In 1908 studeerde ze Nederlands in Utrecht, maar ze heeft haar diploma niet behaald. Als dichteres had ze een deel van haar succes te danken aan Johan de Meester, die haar met uitgever Van Dishoeck in contact bracht.

Verhaeren, Emile (° 1855 - ✝ 1916)

Franstalige Vlaamse dichter en criticus die internationale bekendheid genoot.

Vermeylen, August (° 1872 - ✝ 1945)

Aanvankelijk sterk anarchistisch geïnspireerde en non-conformistische schrijver die het vooral moest hebben van zijn essays. Tot zijn voornaamste bijdragen aan Van Nu en Straks (waarvan hij in een aantal opzichten de geestelijke leider was) behoren behalve zijn literaire kronieken ook zijn opstellen Kritiek der Vlaamsche Beweging en Kunst in de vrije gemeenschap. Van de Woestijne had een ambigue relatie met hem. Hij noemde Vermeylen in een brief aan Lode Ontrop een 'groot dilettant, die zich veel vergist maar toch steeds verstandelijk-interessant blijft'. Vermeylen wordt vaak verweten dat hij zich na de eeuwwisseling steeds meer conformeerde. Na de Eerste Wereldoorlog koos hij voor een carrière in de politiek en werd hij een boegbeeld van de socialisten.

Woestijne, Maurice van de (° 1885 - ✝ 1943)

Jongste broer van Karel van de Woestijne.

Woestijne-Van Hende, Maria (Mariette) van de (° 1884 - ✝ 1968)

Echtgenote van Karel van de Woestijne. Ze trouwden op 13 februari 1904 en kregen samen een zoon (Paul) en een dochter (Lily). Dochter van een echtpaar dat in het centrum van Gent een zaak had waar spiegels werden gemaakt en verkocht.